EEN KWART EEUW AJAX-VOETBAL. PAG. 100 - A J A X CLUBNIEUWS door A. de K. Snuffelende in een oud sportblad, schoot het mij onlangs te binnen, dat het één dezer dagen 25 jaar geleden was, dat ik voor het eerst ben gaan voet? ballen. Was er nu schooner gelegenheid om in het Ajax Clubnieuws mijn herinneringen te schrijven over ons Ajax voetbal? Over Ajax, wier rood?witte kleuren bijna 25 jaar mijn shirt hebben gesierd? Want met vreugde herinner ik mij al die jaren, die ik voor de club heb gespeeld. Ik kan dan ook niet nalaten te schrijven, dat ik met veel genoegen op mijn trapperij terugzie, want heb ik ook niet als kleine jongen Ajax kleuren verdedigd en opklim? mend, datgene bereikt wat iedere jongen zou wenschenhet eerste elftal? Heb ik ook niet Ajax in het Nederlandsch Elftal mogen vertegen? woordigen? Ik betreur nog dikwijls het oogenblik, dat ik mijn schoenen heb moeten opbergen. Maar ter zake. Het was in 1908, dat Wim Beuker en Joop Pelser een schraal jongetje aan Pa Dade voorstelden, welke Heer zijn bezigheden had op het Postkan? toor Overtoom. We zullen het met je probeeren, zei de Ajax?nestor, maar flink bruine boonen eten en gauw in de breedte groeien. Met die woorden was ik Ajax?lid geworden en begon mijn lidmaat? schap. Thuis zeurde ik net zoolang tot ik een paar schoenen en andere bullen kreeg en zoo trok ik naar het, toen nog niet door groote tribunes om? zoomde, veld in de Meer, om daar door wijlen den heer Stempels, den eersten Ajax?president, te worden onderricht in het trappen, plaatsen en andere moeilijkheden, die mij natuurlijk in den aanvang onoverkomelijk leken. Al spoedig mocht ik met grootere jongens des Zaterdagsmiddags ge? zellige vriendschappelijke wedstrijden spelen tegen A.F.C., waarvoor wij even over de sloot moesten wippen, R.A.P.V.V.A.V.R.A. en andere Meer? sche clubs. Natuurlijk kwam ik in het laagste, het toenmaals 5e elftal (tegenwoordig moet je onge? veer in het 16e elftal beginnen!) Meer dan eens moesten wij door onvolledigheid van de elftallen twee wedstrijden op één dag spelen, wat wij met pleizier deden. Met respect gingen wij dan Zon? dagsmiddags naar de wedstrijden van het eerste kijken. Als één van mijn eerste officiëele wed? strijden van het 5e elftal, herinner ik mij o.a. een „match" tegen een club uit den polder, waarbij Levy een serie houdbare ballen doorliet. Onze achting voor Levy, als aanvoerder daalde wel, maar met evenveel geestdrift en pret werd er doorge? speeld. Wat hadden wij een ontzag voor de spelers van het eerste. Karei v. d. Lee, Alofs, Fortgens, de Schoevaarts, Kammeijer, de Pelsers (Jan, Adriaan en later Joop, Fons etc.) herinner ik mij of ik ze gisteren zag spelen. De eerste indrukken zijn meestal sterk en blijvend. De fraaie en soepele stijl van Karei, de kopballen van Frans, de snelheid van Kammeyer en Grootmeyer, het dribbelen van Alofs, het is mij bijgebleven. Adriaan Pelser met zijn keiharde schoten, Seylhouwer met zijn onvol? prezen trucs, Jan Schoevaart's nimmer opgeven, Kooy met zijn gehaaide balletjes naar de vleugels, dat alles is de basis geweest voor beter voetbal, waarop wij in latere jaren hebben gebouwd. Wat al namen schieten mij te binnen van gepromo? veerden successievelijk naar het 2e elftal, Jan Goosen, „Kale" en „Zwarte" Bos, H. v. d. Laan, Louis Dekker, Bieshaar, de jongens van Mars, Jan de Vos, Manus ten Herckel, Wesling, Maassen, „Zwarte Piet" om een greep in het verleden te doen. Later nog Daan Roodenburgh, Piet Prins, Siem Tump, Charlie Wijnkoop en nog zoo veel anderen. Ik denk aan de gezellige toertjes in de Provincie onder de bekwame en gemoedelijke leiding van Jan Pelser, o.a. naar den Helder en Texel, Assen, Mep? pel, Arnhem, Apeldoorn, Eindhoven enz. In Assen het turnfeest op Zaterdagavond! De avond in Musis Sacrum te Arnhem! Het tuinfeest in den Helder! Met de oude diligence naar den Burg dwars door het mooie eiland Texel! Een greep slechts. Later onder leiding van Jan Schoevaart o.a. naar Eindhoven en Middelburg. Wesling, beter be? kend onder den naam Pawnee Bill, te Vlissingen getooid met een klein Zeeuwsch hoedje, op bezoek bij het standbeeld van Adm. de Ruyter. Deze toertjes zijn onvergetelijk. Wat een emotie ver? wekte de promotie van het eerste in 1911 en welk een voetbalsmart kregen wij in 1914, toen wij weer door Hercules uit de eerste klasse werden ge? knikkerd. In 1914 zat ik als reserve in Utrecht langs het veld te bibberen. Eerlijk gezegd was ik blij, dat ik mocht blijven toekijken en Jan van Dort nog juist op tijd kwam. De 00 vergeet ik mijn leven niet en troosteloos trok Ajax als 2e klasser naar Amsterdam terug. In café Schollenbrug trainden wij onder leiding van Kirwan in een achterzaaltje. Kirwan was inderdaad een pracht speler, maar mijn inziens als oefenmeester had hij te weinig macht over de spelers. Zijn theorielessen met lucifers werden echter niet genoeg gewaardeerd. Ik herin? ner mij o.a. dat de fijngebouwde Seylhouwer na afloop een half zwart roggebroodje met een paar glaasjes water erdoor spoelde, zóó werd mij voorgehouden groeit er een flinke voetballer uit je. Dan na het gloriejaar 1916?17 kreeg ik de plaats van Terwee, linkshalf, die het voetballen er oor? spronkelijk aan zou geven. Ik zou dus de 2e elftal? spelers met welke ik ca. 7 jaar lang genoegelijk en zeer vriendschappelijk had gespeeld, en welk elftal toenmaals voor een reserve elftal zeer sterk was, moeten groeten en met eenigen weemoed wisselde ik van elftal. Natuurlijk had ik als reserve menig? maal voor het eerste gespeeld maar nu werd het eerst bittere ernst. Heel wat spannende wed? strijden hebben wij gespeeld, zoowel competitie? als kampioenswedstrijden. Vooral de wedstrijden

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1935 | | pagina 28