TWEE HOLLANDERS, D
CLUBS,
mmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmzz
PAG. 88 A J A X CLUBNIEUWS
speech, waaruit wij allen konden opmaken, dat de
wil om ook dit jaar weer het allerhoogste te bet
hebben we er eentje op gedronken hé, zooiets moet
reiken, voor de volle 100 aanwezig is. Nou, daar
je vastleggen nietwaar, en dat moet nog even ge*
zegd worden: Ouds wijnen zijn prima, prima.
Bij het feest in Kras was de geheele AjaxTamilie
weer bijeen, de feestcommissie zwoer met dure
eden nooit geen Auslandische Conferencière meer
te engageeren, het programma kreeg door deze
„staking" een beetje rommelig verloop. Gelukkig
konden we onze handen warmen, toen Koolhaas
onzen Architect Roodenburgh tot Eerelidsloeg.
Het was een „perfect endof een „perfect day".
JAN SCHOEVAART.
Er was één club, jonge, jonge,
wat een club.
Toen kwam er nog één,
Later nog één,
Eerst één wedstrijd, nog een wedstrijd,
wedstrijden, wedstrijden, een competitie.
Dat ging wel goed.
Er kwam een bond, een reuze bond,
jonge, jonge, wat een bond.
Een voorzitter, een secretaris,
Een penningmeester.
De bond die groeit,
De bond groeit voort en groeit maar.
De spelers spelen
Dat ging niet goed, neen, dat ging best.
De één zei dit, de ander dat,
Maar allen zeiden ze toch wat,
En op een mooien dag in Mei,
Toen kwam er nog een bond je bij.
Weer een voorzitter, een secretaris,
Een penningmeester.
En nog een bond, en weer een bond,
Bonden, bonden, bonden.
Voorzitters, Secretarissen, Penningmeesters,
Consuls, declaraties, diners,
Onderscheidingen
En iedere keer
Hoort men het weer,
Die bond heeft geld,
Geld, geld, geld,
Noodig!
De spelers spelen
Geen dag meer vrij,
Spelen, spelen en maar spelen
Een Bondenswedstrijd,
Een Stedenswedstrijd,
Een Landenswedstrijd
De bal die rolt,
En rolt maar door.
Een kleine bal werd mee gespeeld
Maar dat was toch te dol,
Nu heeft die bal een middellijn,
Van onze wereldbol.
En men speelt door,
Dan hier, dan daar,
Geen plaats der wereld is er waar
De bal niet heeft gerold.
De bal wordt steeds dan begeleid,
Door spelers, consuls, functionarissen,
Eerst met de fiets,
Toen met een wagen
En toen had men zooveel te dragen
Men nam een trein.
Derde klas,
Tweede klas,
Eerste klas.
En dat kost allemaal veel geld,
Zonder dat slijk is 't geen regeeren,
En menigeen die 't wil probeeren
Wordt voor een groot probleem gesteld.
Zoo zal het steeds wel blijven gaan,
En ondanks al die zware ronden
En 't vechten om 't voortbestaan,*
Komen er bonden, bonden
En spelers spelen, spelen, spelen.
JACK.