PAG. 24 - A J A X CLUBNIEUWS SOME SENSES AND SOME NONSENSES De dames kan ik nog vertellen, dat er ongeveer 150 mollen op ons veld gevangen zijn, genoeg dus om een paar heerlijke bontjassen te produceeren. Met dankbaarheid nam ik afscheid van mijn be? reidwilligen gids en verklapte ik hem, dat ik ieder? een ga aanraden eens spoedig een bezoek aan dit wonderwerk te gaan brengen, en heusch dames en heeren, ik geloof niet, dat U hem daarmede ver? driet doet. Toen ik weer op den Middenweg stond, trof het mij, dat een ploeg gemeente werklieden de straat aan het verbreeden was en aangezien deze ver?? breeding alleen het stuk naar de stad betrof, be? greep ik, dat deze verbetering ons nieuwe Stadion betrof. Even heb ik toen stil gestaan en nagedacht. Is het niet verwonderlijk, dat een voetbalclub tot zoo iets in staat is en is het niet heerlijk om van zulk een club een onderdeel te mogen zijn. JAMES. „Hotsiefotsieviedeldieknotsie". Wat dit woord beteekent? Och zeer een? voudig, het wil zoo veel zeggen als: Bonjour, ge? achte, lezende schare, hier zijn we weer. Nood gedwongen, heb ik mijn flauwde?kulletjes eenigen tijd moeten onderbreken, om de eenvou? dige reden, dat ons Ajax?leventje zoo over rozen ging, dat er gewoonweg geen ernst over bleef om deze rubriek met eenig succes op pooten te kunnen houden. Maar nu we weer met sprongen op de winter? maanden aanrennen, verwachten we weer zooveel ernst en luim in ons rood?witte gedoetje, dat we onzen vulpenhouder weer met een rustig geweten te voorschijn durven halen. „Salum Aleikum", en dat de luim overheersche. Welke tweede?handsch journalist is nooit be? gonnen met: „ik droomde", om dan verder te gaan met den grootst mogelijken onzin, hierdoor kans ziende, zijn fantasie als waardig tegenhanger van zijn beknopte hersenen te laten fungeeren mag ik inbreuk doen, op deze gewoonte mijner geachte collega's? Neen, duizendmaal neen, ook ik droomde; ik was een ster, een voetbalster, ik was tot rechtsbinnen gekozen in het vertegenwoordigende elftal der Nederlandsche oude?mannenhuizen, we speelden een pracht?wedstrijd, maar desondanks verloren wij. Er waren nl. een paar oude heeren, die kanker? den, U weet wel op een wijze zooals alleen zwaar bejaarde jongelieden kunnen kankeren. „Stop dien bal!", schreeuwde er één; „speel dat ding toch direct", balkte een ander; „trap, stop, vlug, kalm", alles klonk door elkaar, verschrikkelijk was het, en uit louter nerveusiteit importeerde de zwijgzame, schijnbewegingen. Met het klamme zweet op mijn goed gevormd voorhoofd, werd ik wakker, op mijn nachtkastje lag een oranje kaart: 's middags spelen voor de veteranen. We hebben gespeeld en goed ook; we stonden met 31 voor, en verloren met 36, en in het veld werd door een paar van ons ook veel ge? sproken. Zouden droomen soms toch vult U maar in. Na urenlang in een auto gezeten te hebben in Eindhoven aangekomen, en daar geconstateerd, dat er nog verschil is tusschen regen en een wolkbreuk. In het Zuiden hebben wij een wolk zien breken en zagen we verder, dat de Vereeniging Eindhoven nu een mooi terrein heeft, maar een zwak elftal, en dat onze jongens met 82 niet te veel kregen. „Koolhaas spreekt goed", zei Broekman, van onder zijn tompouce, en het water in zijn schoenen lispelde zachtkens mee. Tegen Xerxes won Ajax met 30 en Strijbos toonde zich een aanwinst. Ondanks alles speelden onze jongens mat. Een mijnheer naast mij (nee kwaadsprekers, nu was het eens geen lieftallige jonge dame), maakte de snuggere opmerking, dat de spelers te weinig rust hebben gehad. De sukkel, weet hij veel van voetbal, twee weken heeft voor ons de voetbal ontbroken, treurig is het, en hopelijk zal men nu, met behulp van diverse officieele en semi?officieele wedstrijden het seizoen tot 52 wed? strijd?Zondagen uitbreiden. Als we dan alleen op de feestdagen nog maar wat A.? en B.?elftallen en dergelijke ploegen in het veld zien. Het tweede elftal, met spelers waarvoor iedere eerste klasser de bevert heeft, verloor van Zee? burgia 2. Een bekend voetbal?expert vertelde mij, dat onze jongens rondliepen met een gezicht waarop de ver? ontwaardiging te lezen stond, dat ze niet in het eerste waren opgesteld. Tja, dat is een moeilijke kwestie, ik kan me levendig indenken, dat een speler van Ajax II over? tuigd is van zijn capaciteiten. Logisch; als het moest zou ons tweede in de eerste klas K.N.V.B. een

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1934 | | pagina 6