PAG. 74 - AJAXCLUBNIEUWS lijke spelfazen, welke veel te hard waren en wat erger is, waarvan de leiding geen enkele notitie nam. Daarenboven bleek uit alles, dat de uitslag nummer één, de sportieve en tech? nische zijden op de tweede plaats kwamen. Dat het niet direct gaat, zooals men zich dat voorgesteld heeft, is gemakkelijk te be? grijpen. Doch de leiding van deze Junioren? Competitie heeft zich aan een groote fout schuldig gemaakt. De vraag, of zij deze heeft kunnen voorkomen, laten we in het midden. We constateeren slechts. Men heeft in het uit? zicht gesteld eerste?klas leiding, menschen niet alleen, die de spelregels volkomen onder de knie hebben (wat is van slechte leiding al niet het gevolg?) maar ook menschen met tact, overwicht, aanvoeling wat mag, past en vermeden moet worden, en hieraan heeft men zich niet gehouden. Voor deze wed? strijden worden aangesteld scheidsrechters uit de 3de klas en lager en zonder ook maar iets ten nadeele van dezen te willen beweren, moet het ons toch van het hart, dat juist zij het respect en het overwicht over de tegen? woordig vroegrijpe voetbaljeugd niet be? zitten. We gelooven niet, dat men op deze manier den geest, dien men in deze junioren? competitie zoo graag zou zien, er in zal brengen. Een andere zijde is, of zij voor vele clubs hun voordeel zal afwerpen. Aan de hand van de practijk waren we sterke voorstanders van deze competitie en hebben dit in eigen milieu sterk gepropageerd. Als we toen geweten hadden, wat we nu weten, o.m. dat ons derde elftal in de reserve 2e klas is ingedeeld, dan hadden we dit niet gedaan. Want het is niet alleen moeilijk (bij de groote vereenigingen is dit natuurlijk anders) om een goed Juioren? elftal bij elkander te brengen, maar andere elftallen worden daardoor soms meer ver? zwakt dan voor het geheel wenschelijk is. Het komt o.a. bij ons voor, dat spelers in het Junioren?elftal worden ingedeeld, of door omstandigheden force majeur moeten wor? den ingedeeld, welke daarvoor niet rijp zijn, terwijl anderen in het 3e of 4e elftal, waarvoor zij niet mogen uitkomen, meer nuttig werk zouden kunnen verrichten. En we hebben zoo'n vermoeden, dat de verschijnselen, welke zich bij ons voordoen, ook bij andere vereenigingen voorkomen. Al is het te vroeg om te oordeelen, toch zal het aan gegronde twijfel onderhevig zijn of we deze eerste proef moeten doorzetten. Intusschen hebben de vereenigingen N.A.C. en H.V.V. hun junioren reeds uit de competitie te? ruggetrokken, zoodat de vrees gegrond is, dat de slechts enkele weken bestaande K.N.V.B. ju? nioren?competitie reeds nu in haar bestaan be? dreigd wordt. De bezwaren door Verlegh naar voren gebracht, zijn er velen en van zeer verschillenden aard. In de eerste plaats het spelkarakter. Natuurlijk hopen ook wij, dat vooral aan dit onderdeel sterk de aandacht zal geschonken wor? den. Doch daar is méér voor noodig dan alleen goede scheidsrechters, ook op de clubleiding rust hier de zware verantwoording, de jongens op te voeden tot sportieve goede voetballers. Als we onze gedachten even langs de in en buiten competitie?verband gespeelde wedstrijden terug laten gaan, dan zijn we niet ontevreden. Slechts in één wedstrijd waren gedeelfen, die te ruw waren, doch daar nam de leider terdege notitie van. Een ander spelbederf, waartegen een scheidsrechter machteloos staat en die op reke? ning van de clubleiding komt, is het buitenspel zetten als systeem toegepast. We zagen van een vereeniging in korte opvolging het junioren en het eerste elftal spelen en bij beide elftallen was de verdediging er geregeld op uit met behulp van den buitenspel?val meester van het terrein te blijven. Het systeem faalde tot onze vreugde volkomen en we hopen, dat dit de aanleiding voor de be? doelde clubleiders zal zijn op de dwalingen huns weegs terug te komen. Een tweede belangrijke vraag, welke Verlegh opwerpt, is of de junioren?competitie nut voor de clubs als zoodanig zal afwerpen. Verlegh doelt daarbij op de moeilijkheden, die ontstaan doordat men jeugdige spelers, rijp voor een tweede of derde elftal, daaraan moet onttrekken en daar? door deze elftallen verzwakt. In dit argument zit inderdaad iets waars en om een voorbeeld uit eigen milieu te nemen, wijzen we bijvoorbeeld op het gedeeltelijk falen van onze K.N.V.B.?elftallen. Doch dat dit bezwaar zóó ge?

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1933 | | pagina 6