A J A X CLUBNIEUWS - PAG. 71
dedigingshelft Diepenbeek*v. Deyck sloot beter
als vóór de rust.
Ons geheele spel werd zelfbewuster en met
Anderiesen als centraal punt, zoowel defensief als
offensief, kwam Ajax sterk in den aanval.
Een paar verkeerde buitenspel beslissingen van
den heer Wolff deden verder succes voorloopig
nog uitblijven en bij een feilen aanval van 't Gooi's
linkervleugel voorkwam Keizer op uitstekende
wijze een tweede tegenpunt. De poging, om onzen
doelman daarbij in het net te loopen, werd door
Wolff met een vrijen schop bestraft.
Direct daarop maakte een energieken Ajax*aan*
val aan de kleine onzekerheid, die een 31 voor?
sprong toch altijd biedt, een einde. Een schot van
Oudendijk ging van den paal langs en achter den
keeper, voor het doel langs naar ten Have, wiens
voorzet door Volkers in de touwen gejaagd werd.
Goede schoten van Anderiesen en Schubert
stopte Cohen en bij een snellen uitval van 't Gooi
redde Keizer prachtig, door zich met een zweef*
sprong meester van den bal te maken vóór den
toestellenden Gooischen rechterwing.
Ons vijfde doelpunt leek op komst, doch
Schubert's schot stuitte van den binnenkant van
den paal en rolde langs het onbeschermde doel.
Het was echter slechts uitstel, want toen een mis*
lukt schot van Oudendijk in den linkerveldhoek
terecht kwam, was Mulders er als de kippen bij en
scoorde ons vijfde en laatste doelpunt. Campman
probeerde nog kort voor het einde, met een inder*
daad goed en hard geplaatst schot Keizer te pas*
seeren, doch onze doelman verijdelde met een
prachtigen uitval ook deze poging en tipte den bal
tot een hoekschop, welke zonder resultaat bleef.
Kort hierop klonk Wolff's eindsignaal en waren
er méér zwarte gezichten in Hilversum te vinden
dan alleen van den Gooischen rechtsbinnen.
Zondag a.s. naar de Spanjaardslaan, denk aan
de 30 van H.F.C. op V.S.V., lui! Jullie hebt het
tegen Haarlem en 't Gooi kunnen merken, het is
weer als van ouds, als Ajax op bezoek komt spant
elke tegenpartij zich tot het uiterste in en ondanks
dat tóch te winnen, maakt de sportieve voldoening
nog grooter!
ONZE RESERVES.
Van ons tweede hier alleen de nuchtere en voor
ons harde cijfers: Haarlem 2*Ajax 2 52 en Ajax 2*
Stormvogels 2 25.
Den slechten indruk, dien we van ons reserve*
team kregen in den match tegen Hilversum 2,
blijkt dus wel niet op toeval te berusten.
Zoo mogelijk zullen we trachten van een der
E.c.deden een verslag te krijgen.
ONS DERDE.
72, 42, 50, 52 en 91 waren de opeen*
volgende resultaten geweest van ons derde.
Deze keurige cijferreeks wekte begrijpelijker*
wijze onze nieuwsgierigheid. Zou daar zoo
stiekumweg een „wonderteam" geboren zijn? Dat
zou goed van pas komen, want we lazen onlangs in
de Weensche kranten klaagzangen, als: „Es wahr
einmal ein Wunderteam" en Hugo Meisl schreef,
dat ze nog slechts de beschikking hadden over
een „50%" iges team. Als we dus een gloednieuw
wonderteam zouden ontdekken en Hugo Meisl
een tip gaven, zou er wellicht iets te verdienen zijn
en zelfs in onze eigen club zou men het ons niet ten
euvel duiden, gezien het feit, dat we toch reeds een
IV2 eerste elftal hebben en onze elftallen*com*
missie al kopzorg genoeg heeft, om uit een stuk of
16 besten de elf allerbesten te zoeken.
Doch Hugo Meisl grijpt er naast, ons derde is
nog zoo ver niet, dat er Sindelar's en Vogl's uit te
visschen zijn. Ze vielen me eerlijk gezegd een
beetje tegen.
We hadden de wedstrijden Ajax*V.S.V. en
Ajax*Bl. Wit jun. er voor laten staan, om in
Utrecht U.V.V. 2*Ajax 3 te zien en de ruil leek ons
achteraf niet voordeelig. Of onze jongens last
hadden van het nazomersche zonnetje weet ik
niet, doch een feit was het, dat er iets mats over
hun spel lag, er zat geen dash en geen verrassing in.
Als we de situatie goed aanvoelen, dan meenen
we de oorzaak te moeten zoeken in het feit, dat het
tot dusver te gemakkelijk gegaan is. En, dat heb*
ben we vooral met onze jeugdelftallen dikwijls
meegemaakt, het spelen van een serie wedstrijden
tegen te zwakke tegenstanders, doet dikwijls vele
onjuistheden in de spelmethode sluipen. Zoo was
bijv. de rechts halfback Nieuwenhuyzen geregeld,
als zesde voorwaarts tusschen den rechtsbinnen
en rechtsbuiten te vinden en moest de achter hem
spelende v. Rooy tegen U.V.V.'s linkerwing,
alleen z'n boontjes doppen. Het binnentrio schoot
niet op, dribbelde te veel en bracht te weinig afwis*
seling in de spelwijze.
Dat ondanks dat alles U.V.V. met 51 verloor,
wijst er wel op, dat het roodwitte reserve team veel
tekortkomingen had. We zij er dan ook van over*
mmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmm