PAG. 52 - AJAX CLUBNIEUWS IN-GOOIEN. ZONDAG A.S. AJAX-FEIJENOOMO. Ons „Eerste" komt voor een harer moeilijkste wedstrijden te staan. We treffen het niet, dat we nu juist in dezen be? langrijken kamp, het nog zonder den steun van v. Reenen en Schubert moeten stellen. Gelukkig zal echter v. Deijck zeker en Puttelaar waarschijn? lijk weer van de partij zijn. Het elftal is als volgt samengesteld: Keizer Diepenbeek Puttelaar v. Deyck Anderiessen Jurriaans ten Have Volkers Oudendijk Mulders v. Wijngaarden Een opwekking aan onze spelers is overbodig, zij zullen even als Zondag j.l. in Schiedam, hun volle energie en al hun voetbalkunnen in de schaal werpen, om ondanks de onvolledigheid Ajax kans op den eeretitel te handhaven. Voor liefhebbers van jeugdvoetbal is de wed? strijd Ajax K.N.V.B. jun.?Z.F.C. op het voormalige Zeeburgia?terrein aan te bevelen, aanvang 12 uur. ENQUÊTE-GOMMEN AANGENOMEN S Werkend lid. H. Natkiel. J. de Ruiter. W. Posthuma. Junior-lid. H. v. d. Woude. P. Hesp. Q. Blok. C. Niemans. Adspirant-lid. W. Prins. W. J. Nyland. C. A. Welling. Q. Koch. P. C. Keizer. J. J. Bulté. Q. S. H. Gieschler. J. E. Meyer. J. A. Schotting. B. Huinink. D. Helman. H. Damsma. A. C. Gomes. A. E. Bakker. A. F. de Boer. Geachte Redactie. AAR aanleiding van de ingezonden stukken van James en C. E. d. V. wil ik gaarne nog een en ander verduidelijken in mijn artikel op blz. 27 en 28 van het I Ajax?Clubnieuws. In mijn bijdrage zette ik uiteen: lo. hoe men moet oefenen om vèr ingooien te leeren; 2o. op welke wetenschappelijke regels 't vèr?in? gooien berust. Ik ben mij er zéér wel van bewust, dat vèr ingooien volstrekt niet het belangrijkste punt van ons spel is, doch meen, dat elk onderdeel waard is om goed beoefend te worden. Een speler, die vèr kan ingooien, zou natuurlijk al heel dom zijn als hij dit altijd deed. Ik wees er reeds op, dat men steeds voor variatie moet zorgen. Brengt men nu den tegenstander door een aantal kleine worpen in den waan, dat men den bal niet verder kan krijgen dan enkele meters, en wacht men zijn kans af tot men b.v. op den rand van het strafschop?gebied der tegenpartij moet ingooien, dan kan een onverwachte verre worp wonderen doen, gezien het feit, dat de medespelers niet buitenspel kunnen staan, op 't moment van in? gooien. Het is daarvoor natuurlijk noodig, dat men zich vooraf in vèr?ingooien oefene. Zeer geschikt kan dit geschieden als men bij de training de beschik? king heeft over een standaard, waarin een houten paal bevestigd is, die op hoofd?hoogte een zij?arm draagt, welke zuiver onder een hoek van 45° met den horizon gesteld is, dus eenigszins als een signaabarm bij de spoorwegen. Bij het oefenen heeft men dan, behalve naar achteren doorbuigen, niets anders te doen dan te zorgen, dat de bal zuiver evenwijdig met den „signaal?arm" de lucht ingaat; de natuur zorgt dan voor de rest. Mij dunkt dat de kosten voor 't aanschaffen van enkele dezer standaards zóó gering zijn, dat er geen financieel bezwaar tegen bestaan kan. Dat men, zoo noodig, ook buiten het veld staande moet ingooien, indien de spebsituatie dit meebrengt, acht ik vanzelfsprekend; men moet zich echter uitsluitend tot diè gevallen beperken en er geen regel van maken. Met dankzegging aan James en C. E. d. V. voor hun opmerkingen, teeken ik, Uw dw. A. K.

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1933 | | pagina 4