A J A X CLUBNIEUWS - PAG. 37
Nauwelijks was de bal aan het rollen gebracht,
of Volkers en v. Reenen en even later ten Have en
v. Reenen brachten den bal voor het Ado?doel,
waar Schubert door een kopbal van v. Reenen de
eerste schotkans kreeg, welke door den uitloopen?
den doelman Koek nog juist onschadelijk gemaakt
kon worden.
Geen minuut later waren Puttelaar en Vis in
voile actie om een aanval van Ado's rechterwing af
te slaan, waarop v. Reenen het antwoord niet
schuldig bleef en na een door hem geleiden aanval,
een kogel op het Ado?doel loste, welke door Koek
keurig gestopt werd.
Zoo ging het over en weer, doch Ajax voerde
door beter positiespel en grootere variatie in aan?
valsmethoden, den boventoon.
Bij een der Ajax?aanvallen werd v. Reenen door
v. Maren in den rug geloopen en scheidsrechter
Israëls wees naar de witte stip. Ten Have legde den
bal zorgvuldig neer en met een hard laag schot,
zuiver in den hoek, liet hij de eerste Ajax?goal in
de competitie 1933?34 noteeren.
Van toen af, zij het dan eerst nog in bescheiden
mate, begon het wilde spel z'n stempel op dezen
wedstrijd te drukken. Schubert werd door Breitner
onbesuisd in den rug geloopen, waardoor beiden
door de resp. trainers opgeknapt moesten worden.
Toen het spel hervat werd, ondernam Ado een
feilen stormloop op ons doel, waarbij Vis door
moedig uitloopen een tegenpunt kon verhinderen.
Het beste staaltje aanvalsspel volgde nu: v. Reenen
liet listig den bal naar Volkers doorschieten, Koek
sloeg den bal weg, waarna Wim het leder over de
lat joeg. Direct na den uittrap viel Ajax weer heftig
aan, v. Reenen zig?zagde door de Ado?verdediging,
passeerde langs den uitgeloopen doelman naar
Mulders, die den bal ten tweede male in het net
deed verdwijnen. 20.
Hiermee was practisch het einde van den voet?
balwedstrijd gekomen. Puttelaar werd gekraakt en
rekte met moeite z'n voethallersbestaan tot de rust.
Onze voorhoedespelers hadden in deze periode 'n
moeilijke taak, zij moesten oppassen niet de dupe
van het onbesuisde verdedigen der Ado'ers te
worden, voortdurend opletten niet buiten spel ge?
zet te worden en zoo tusschen de bedrijven door,
als de omstandigheden het toelieten, ook nog voet?
ballen.
Ado kwam in het laatste gedeelte voor de rust
steeds meer in den aanval en eenige kogels van
Wim Tap suisden rakelings over de lat.
Na de rust kwam Loois, Puttelaar vervangen.
Het ging toen weer beter, ook wat het soort spel
betrof, doch toen v. Reenen op reeds vermelde
wijze onzen derden goal maakte, was het met voet?
ballen radikaal gedaan, v. Reenen viel uit en werd
vervangen door Stam, die de rechtsbuitenplaats
innam, terwijl ten Have de centervoorplaats ging
bezetten.
Onze aanvalskracht was grootendeels gebroken
en dreef voornamelijk op Mulders, die door snelle
rennen zoo af en toe opluchting bracht voor onze
verdediging, die het toen zeer zwaar te verant?
woorden kreeg. Ado's aanval bleek evenwel niet
tot grootsche dingen in staat. Steeds werd in de
breedte of terug op de halfbacklinie gespeeld en
onze verdediging, waarin in deze periode vooral
Anderiesen uitblonk, wist onheilen te voorkomen.
Slechts eenmaal wist Berg van een misverstand
in onze defensie gebruik te maken en Ado's eenigen
tegen?goal te scoren.
Na dit tegenpunt nam Ado's offensief nog even
aan felheid toe, een serie corners werden genomen,
doch toen het succes voor de Hagenaars uitbleef,
ook vrouwe Fortuna was schijnbaar afkeerig ge?
worden van hun speelwijze, zakten zij af. De ver?
moeidheid deed zich voelen en onze voorhoede
kreeg weer gelegenheid zich te laten gelden, voor?
namelijk door snelle uitvallen van onze vleugels.
Tweemaal brak Mulders door. Eens werd hij met
een vrij veld voor zich gehaakt, de tweede maal
loste Henk een geweldigen kogel, dien Koek met
veel bravour uit den bovenhoek stompte.
Een aanval over onzen anderen vleugel bracht
ons definitief in veiligheid. Stam, Volkers en ten
Have brachten den bal snel voor het Ado?doel,
waar ten slotte Schubert gereed stond er den laat?
sten „voet" aan te leggen. Ook Mulders' tijd bleek
toen gekomen en Henk werd vervangen door
Elzenga.
'n Laatste corner op ons doel kostte ons nog bijna
een tweede tegenpunt, doch kort daarop was het
leed geleden. Israëls laatste fluitsignaal klonk, tot
veler opluchting.
Na afloop won de vreugde het alras van de ver?
ontwaardiging. Men was blij met de puntjes en
spoedig brak het echt Hollandsche gevoel voor
humor baan.
Bij den Ouden Deyl rustte het gezelschap even
uit; v. Deyck ontpopte zich als 'n prima ober?
kellner, die het gezelschap met groote handigheid
bediende. Perl en thee gaven onze kelen weer de
kracht terug en Volkers deed verhalen a la baron