AcRcOcLc^BEKER IMPRESSIES» PAG. 28 - A J A X CLUBNIEUWS willen geven geregeld het soepel ingooien te beoefenen, waarbij het lichaam meewerkt. Buig zoo ver mogelijk achterover, richt je snel op en geef den bal aldus een extra Schwing. Laat ons nu overgaan tot den tweeden regel. Wij weten allemaal dat, als wij een steen vèr willen gooien, wij niet tè hoog moeten richten, want dan gaat de steen wél hoog, maar niet ver. Ook moeten we niet te laag richten, want dan raakt de steen direct den grond. Om een steen zoo ver mogelijk weg te krijgen moet men hem zóó gooien, dat hij onder een hoek van 45° met den horizon wordt losgelaten. En toch is het zoo eenvoudig; de training van een speer werper of een kogelstooter zijn op hetzelfde beginsel gebaseerd, zij het meestal onbewust. Geloof mij, waarde lezer, als je er de moeite voor over hebt zul je zien dat het niet zoo'n kunst is om den bal vóór of in den goal te werpen, vanaf de zijlijn. Op den eersten wedstrijd voor het kampioenschap van Nederland, in 1897, heb ik Lief- tinck zóó een goal zien maken; hij wierp den bal in den goal; de keeper der tegenpartij trachtte den bal weg te stompen, raakte den bal half ende bal zat! Misschien mag ik de vraag stellen of de goal geldig geweest zou zijn, als de keeper den bal niet had aangeraakt? Wie het niet weet, leze de spel regels er eens op na! Resumeerend zijn er dus 2 dingen noodig voor goed in werpen: le. je lichaam laten meewerken en niet alleen je handen gebruiken. 2e. Scherp letten op den hoek waaronder de bal wordt losgelaten. Door den hoek op 't laatste moment te veranderen kun je de tegenpartij in den waan brengen dat je heel ver gaat ingooien, en het voor de verandering nu eens lekker niet doen; daardoor breng je voor de tegenpartij de onzekerheid in het spel, die zij liever niet heeft! Ten slotte dring ik er op aan, dat ingooien voortaan een vast punt op het programma zal worden bij de training en bij onderlinge wedstrijden! Ik heb dit punt op Koninginnedag noode gemist! Ik eindig met den wensch dat het volgend jaar moge blijken dat ook bij ingooien de noodige en gewenschte vooruitgang verkregen is door stelselmatige oefening, op de wijze als hier boven is aangegeven. A. K. Daar zaten wij weer op het gezellige A.F.C.-terrein, temidden van vele oude bekenden, menschen die wij een paar maanden uit het oog verloren hadden, maar die op het eerste commando van Koning Voetbal, weer als trouwe volgelingen in het gelid stonden. Daar stonden zij weer in het groene veld, de roodhemden, de zwarthemden, de withemden en de blauwhemden, verschil lende kleuren, die elkaar fel gingen bestrijden, echter niet als vijanden, maar als sportvrienden, als echte „Cupfighters", waarvoor het woord sportiviteit heilig was. Dat N.A.C. van D.W.S. won, was voor ons nog niet zoo belangrijk, wel echter hoe H.B.S. tegen onze jongens zou uit pakken; en met angst dachten wij terug aan twee jaar geleden op Houtrust; H.B.S. is nooit zoo gemakkelijk voor Ajax geweest. Tot rust ging het echter prachtig, het klopte in onze ge lederen en Rood-Wit had de leiding. „Het loopt gesmeerd", fluisterde Jack in mijn oor. Verdikkie, Jack, dat is lang ge leden, dat ik je zoo spontaan hoorde, dat had de geheele Ajax- familie even moeten hooren. Na de thee bracht een kleine noodzakelijke omzetting eenige stagnatie in den regelmatigen motor, maar het gewenschte resultaat, de groote finale werd toch bereikt. Nadat de H.B.S.Junioren en A.F.C.-Junioren elkaar be streden hadden, kwam voor ons het groote moment. Ajax N.A.C. Wat onze jongens hier te zien hebben gegeven, kan ik niet beschrijven. Misschien ben ik niet veel gewend, of misschien zit het zomerseizoen nog in mijn hoofd, maar zeker is het, dat ik zeer ver terug moet gaan, om mij zulk Ajax-spel te herinneren. Zwakke of sterke punten in het elftal zou ik niet aan kunnen wijzen, hier was een ploeg aan het strijden, een machtig ge heel, een schitterenden motor vol tempo en regelmaat. Dat onze jongens met 61 over het Zuiden zegevierden, zegt nog niet alles, met wat geluk had het ook 81 of 101 kunnen zijn. Voor ons spreekt hoofdzakelijk de geest en het spel van onze jongens; door jullie voorbeeld kunnen wij de toekomst vol vertrouwen inzien, en durven wij zonder clubchauvinisme te zeggen, dat Ajax dit jaar een pracht gooi maakt naar het kampioenschap. Alleen van meet af aan aanpakken. Geheel Amsterdam en de Ajax-familie in het bijzonder kan gerust zijn, ons rood-wit for-ever. Na afloop zijn wij tot heel laat gezellig bij elkaar gebleven, en is ons gebleken, dat wij voor de goede stemming in het komende seizoen ook niet bang behoeven te zijn. Het was een waardig besluit van een prachtigen dag, een dag, dien wij Ajacieden niet zoo licht zullen vergeten. Aangezien ik mij door omstandigheden eerst-zeer laat naar het Ajax-terrein kon begeven, is het mij tot mijn spijt niet mogelijk U een uitgebreid relaas van het touwtrekkende- en hardloopende gedeelte te geven. In hoofdzaak wil ik mij hierdoor bepalen tot den traditioneelen wedstrijd: GetrouwdOngetrouwd. Reeds bij het begin was men het niet over de opstelling eens, het elftal der „broekjes" was veel te sterk, en men hoorde reeds fantastische uitslagen voorspellen. Weliswaar waren de „oude bokken" aangevuld met een paar adspirant huwelijk-plegers, maar dit werd nu niet onverdeeld als een versterking beschouwd. Hoe geheel anders zou echter de wedstrijd verloopen; de getrouwden voelden, dat zij hun vrouwen en kinderen iets schuldig waren en wentelden zich met een bovenmenschelijk enthousiasme in het strijdperk. Beide partijen wisten voor rust éénmaal te scoren; dat men op de tribune mompelde van fatale inzinkingen, verkrampingen en andere ouderdomsverschijnselen, kon aan de geleverde prestatie der „oude bokken" niets af doen. Een kwartier na de thee, kregen de Getrouwden een penalty toegewezen, welke Wim Debois keurig inschoot; de afbraak defensie kreeg het nog even hard te verantwoorden, doch hield moedig stand. Toen de doelman der vrouwloozen zelfs nog eenmaal het leder liet glippen, was het pleit beslecht en konden de Gehuwden zich even later in de armen van hun juichende geliefden werpen. Met 3—1 had deze geanimeerde wedstrijd een ongedachten uitslag verkregen. Rest mij nog te zeggen, dat de belangstelling der Ajax-leden niet zoo groot was als vorige jaren; iets wat voor ons actieve Bestuur niet zoo prettig moet zijn, gezien de vele beslomme ringen, welke voor hun aan een dergelijken dag vastkleven. JAMES.

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1933 | | pagina 8