PAG. 32 - A J AX CLUBNIEUWS ENKELE ALGEMEENHEDEN OVER HET HART IN VERBAND MET HET SPORTBEDRIJVEN I. door Dr. F. J. Haverkamp, Keurend medicus van het SportïkeuringszBureau. In ons physische leven speelt het circulatieap? paraat een allerbelangrijksten rol, de geringste stoornis in de functie van onzen bloedsomloop doet zich voor als een algem. functiestoornis. Vandaar de groote aandacht, die de psysiologen en medici in den loop der tijden aan het circulatie? apparaat hebben besteed. Hippocrates sprak al over een kringloop, maar liet zich niet uit over de plaats hiervan in het lichaam; volgens hem bevonden zich in dezen kringloop drie vloeistoffen, en wel lucht in de slag? aders (waarschijnlijk kwam hij hiertoe, omdat in het doode lichaam de slagader zich heeft saamge? trokken en dus geen bloed bevat), bloed in de aders en een zenuwvloeistof in de zenuwen. Galenus toonde al aan, dat in de slagaders ook bloed aan? wezig was; hij sprak al van een speciaal soort bloed, ander bloed dan in de aders. Later werd pas bekend hoe de adbrs en de slagaders met het hart in verbinding staan, en nog veel later hoe het circulatie?apparaat functioneerde. Nu zal ook het circulatie?apparaat en wel spe? ciaal het hart door de sport beïnvloed worden. De algemeenheden, die voor de ontwikkeling van het individu als zoodanig, en voor de ontwik? keling van de sport gelden, zijn ook van toepassing op het hart. Men ziet de functie het aangelegde orgaan vor? men, de verandering van functie het hart om? vormen, een te lange en een te sterke functie het orgaan verzwakken, maar ook het constant onge? bruikt laten van het orgaan, het orgaan minder? waardig doen worden. Met deze algemeenheden hebben de sportbe? oefenaars rekening te houden, immers alleen een gezond hart kan de mogelijkheid tot een prestatie leveren, op welk sportgebied dan ook. Dat de erfelijkheid zijn rol bij den aanleg van het hart speelt, kan men gemakkelijk uit enkele ge? tallen zien. In de veterinaire geneeskunde bleek, dat het ge? wicht van het hart van een renpaard gemiddeld 6 K.G. woog, daarentegen het hart van een zwaar Belgisch karrepaard gemiddeld 5 K.G., hoewel de spiermassa's van het karrepaard gemiddeld veel zwaarder waren, dan die van het renpaard. Rekent men nu het -hartgewicht t.o.v., het lichaamsgewicht om, dan krijgt men een beeld, hoe het hart van het renpaard gespierder en zwaarder is, dan dat van het karrepaard. Toch ontbreekt het, het karrepaard niet aan lichamelijke oefening. Het meest stappende karre? paard, stelt geringe eischen aan het hart, zijn kracht ligt hoofdzakelijk in het lichaamsgewicht, maar het hart, dat zich aanpaste aan het stappende werk is niet in staat het karrepaard te doen rennen. Zoo maakt de hartaanleg, die zich aan het werk van het karrepaard door de generaties heen heeft aangepast, het karrepaard ook ondanks training ongeschikt tot rennen. Alleen door de aanpassing van het hart aan de vereischte functie, van de verworven, door erfelijk? heid verkregen, en de door het fokken voort? durend verhoogde reneigenschappen, heeft het renpaard door de generaties een zoo sterke muscu? leus hart gekregen. Vergelijkt men de verschillende diersoorten, dan ziet men een verschil in vorming van het hart. Vergelijkt men het hartgewicht in grammen met het lichaamsgewicht in grammen dan vindt men b.v. de volgende gemiddelden: Een tam konijn bezit 2.4 gr. p. 1000 gr. lichaamsgewicht. Een wild 2.76 1000 Een tamme eend 6.78 1000 Een wilde 11.02 1000 De mensch pl.m5 1000 Hoe sterker nu een hart door aanleg en vorming, des te sterker eischen zijn er aan te stellen maar. Men kan dus het hart ook trainen, maar een ge? ringe overbelasting van het hart bij de training voelt men niet, het hart verraadt zich niet als een skelet? spier die moe wordt, door een moe gevoel. Bovendien kan de overbelasting van het hart op verschillende manieren tot stand komen, en nu be? zit het hart de eigenschap van summatie van al deze factoren. De meest gewone vorm van hartoverbelasting is het forceeren van de skeletspieren. Immers worden cr spieren in beweging gezet, dan volgt een sterkere doorbloeding van dezen, dit beteekent een ver? hoogde prestatie van het hart, maar ook zal de bloedsdruk door het spel der spieren veranderen, ook dit beteekent een vergrooting van de eischen aan het hart gesteld. Aan deze eischen nu kan het hart voldoen tot een zekere grens, overschrijdt men die, dan volgen onaangename verschijnselen van den kant van het hart. Deze grens nu is bepaald door aanleg en training.

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1933 | | pagina 12