ONS PAASGHTOURNOOL PAG. 142 - A J A X CLUBNIEUWS In z'n geheel beschouwd is het Paaschtournooi ons niet meegevallen. Zeker is er door Admira voetbal vertoond van 'n klasse, zoo hoog als we hier nog nimmer zagen, doch daar stond tegenover dat het spelverloop in twee van de vier wedstrijden min der interessant was door het geweldige overwicht der Weensche gasten. Daarnaast misten we de ge zellige en vooral sportieve sfeer, die aan ons Paasch tournooi altijd verbonden was. Er kwamen momenten voor, die zelfs voor com petitiewedstrijden erg genoeg waren, laat staan voor een vriendschappelijke internationale voetbalkracht- meting. Men kan onze menschen verwijten, dat zij de grootste nederlaag in dit tournooi te incasseeren kregen, doch daarnaast moet ieder erkennen, dat Ajax de eenige verliezer was, die z'n lot sportief onderging en niet trachtte door andere dan geoor loofde middelen het eindresultaat te beïnvloeden. Een bespreking in verslagstijl en dat over vier wed strijden lijkt ons uit den booze, daarom zullen we volstaan met eenige losse opmerkingen over spel en spelers. De eerste dag was een tegenvaller. Het begon al met het Hongaarsche volkslied, dat inplaats van vurig en hartstochtelijk nog langzamer van tempo was dan het Hollandsche. Ook onze ballenjongens schenen op meer tempera ment gerekend te hebben, één kwam er ten minste voor den wedstrijd vragen of we hem niet aan 'n paar scheenbeschermers konden helpen! Het spel der Hongaren viel bar tegen. Deze Profs moeten van Reijnolds nog leeren: ,,Dat de lucht voor Fokker is", steeds zweefde de bal hoog in de lucht en het correcte samenspel langs den grond, iets wat we onverbrekelijk verbonden achten met het begrip „Prof voetbal" bleef uitzondering. Dit hoog in de lucht spelletje, was voor de Hon garen allerminst de aangewezen taktiek tegenover de Liersche Sportclub, wier vertegenwoordigers 'n kor daat en pootig spelletje speelden. Juist bij de scher mutselingen om een neerkomenden bal te bemachti gen, zijn de in Kilo's uitgedrukte argumenten van groote waarde. Zoo kregen we een heel ander spel- beeld te zien dan wat we verwacht hadden. De Lier sche was zeker niet de mindere van Keruleti en voor doel veel doortastender. Meinders de pseudo Hon gaar -kreeg dan ook heel wat meer te doen dan de keeper der Liersche. Beiden verstonden hun vak in dezen wedstrijd goed en zoo gebeurde het, dat er slechts één normale goal gescoord werd en twee uit strafschoppen. Die ééne heusche goal mocht er intusschen wezen. Na een hoekschop op het Hon gaarsche doel rees Voorhoof omhoog en Voorhoofs voorhoofd plaatste den bal onhoudbaar langs Mein ders. Dat was de gelijkmaker, want de Hongaren hadden vóórdien door een penalty de leiding genomen. Met gelijken stand kwam het einde der 90 minuten en dus werd er verlengd, In den feilen en incidentvollen strijd, gedurende de verlenging, viel de tweede penalty, nu wegens hands van een der Hongaren, aan de Belgen ten deel en daarmee was het lot van Keruleti bezegeld. Groot- meijer's fluitje blies het verhaaltje uit en de twee partijen vertrokken, de één jubelend en de ander ruziemakend, kleedkamerwaartsch. Het Oostenrijksche volkslied, waarmee Admira verwelkomd werd, bleef ook beneden onze verwach ting. We hadden iets ,,Strauss"-achtigs gedacht. Tus- schen twee haakjes: een land met zóó'n linksbuiten moest eigenlijk ,,Es kommt ein Vog'l geflogen" tot nationale hymne hebben! Dat waren geboren voetballers die Weeners, op Schall en Vogl na, die moeten de kunst al vóór hun geboorte verstaan hebben. Voor we goed en wel wisten, dat het spel begon nen. was, stonden we al met 03 achter. Alle drie Schall-Vogl produkten. v. Deyck was vergeten, dat we in den tijd van de Willem de Zwijger-herdenking leven en Diepenbeek stond tegenover de voetbalartisten op Admira's lin- kerwing bijna machteloos. Waren er in de eerste mi nuten althans momenten van serieus aanvalsspel on zerzijds geweest, na het eerste kwartier waren we door de deprimeerende 03 geheel en al uit ons spel. Admira's spelers toonden, dat hun begrip van po sitiespel toch nog iets anders is dan hetgeen wij er onder verstaan. Het was 'n proeve van zuivere Weensche voetbal kunst, aanvallen met een gesloten formatie van vijf voorhoedespelers, waarvan er telkens één als 'n duveltje uit de doos vooruitschoot om den bal zuiver op maat toegespeeld te krijgen. Men spreekt wel eens van de Weensche voetbalwals, doch die ver gelijking gaat o.i, mank. Bij een wals heeft men geen bepaald doel en zooiets kan men van deze Weensche voetbalartisten niet zeggen, die gaan „Schnur ge- rade" op het doel af en hun spel doet meer denken aan de „Schneidige" Radetzky marsch, dan aan een wals van Strauss. Van alle aanvallen werden er zeker 80 pCt. over den linkervleugel geleid en de

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1933 | | pagina 2