PAG. 170 - A J A X CLUBNIEUWS
Evenwel is aan deze, van het standpunt van den
K.N.V.B. bekeken, belangrijke vondst, mijn inziens
een groot gevaar voor de vereenigingen verbonden
en wel speciaal voor die clubs, die over een oefen?
meester beschikken en wier spelers reeds geregeld
samen oefenen. Immers, krijgt een speler uit het
eerste elftal van club X een uitnoodiging van den
Bond om deel te nemen aan de voetbaltraining op
Donderdagavond en aan de gymnastiekoefeningen
op Dinsdagavond, dan zal hij, zoo hij tenminste
eenige eerzucht heeft, hieraan gevolg geven, maar
dan kan men ook, mede met het oog op het gevaar
van overtraining, onmogelijk van hem vergen, dat
hij bovendien nog deelneemt aan de oefeningen
voor zijn clubelftal.
Wat gebeurt er nu? De betrokken speler mag,
zoo hij althans een kans wil behouden op een plaats
in de nationale ploeg, op straffe van uitsluiting geen
verstek laten gaan op een dier trainingsdagen. Hij
oefent dus uitsluitend buiten teamverband en
komt slechts bij wedstrijden met zijn medespelers
in als ik het zoo noemen mag spelcontact, het?
geen ontwijfelbaar afbreuk zal doen aan de eenheid
van zijn elftal.
Op tweeërlei wijze kan het Bestuur nu staan
tegenover dezen nieuwen maatregel der T. C., die
diep ingrijpt in de belangen van de club. Het kan
de zaak op haar beloop laten, zulks ten nadeele van
de homogeniteit van het elftal. Het kan echter ook
het standpunt innemen, dat het clubbelang te allen
tijde voorgaat en de spelers beletten aan de
K.N.V.B.?oefeningen deel te nemen, waarop de
Bond evenwel zal repliceeren met schrapping van
die spelers van de lijst van uitverkorenen. De
spelers van hun kant zullen zich dan ten zeerste
gedupeerd voelen door de handelwijze van hun Be?
stuur, wat wellicht weer tot ontevredenheid en
wrijving aanleiding zal geven.
Mochten de besturen der betrokken vereenigin?
gen in verband met bovenstaande tot de over?
tuiging komen, dat het hier een quaestie betreft,
die dringend om oplossing vraagt, dan is het zaak
hierover spoedig in overleg te treden met de T. C.
(mede in verband met de a.s. zomertraining), ten?
einde tot een regeling te komen, waarbij gelijkelijk
rekening wordt gehouden met de belangen der be?
trokken partijen spelers, club en K.N.V.B. en
welker oplossing, naar mijn gevoelen, gezocht zal
moeten worden in de richting van samen?deelen,
één avond voor de club, één avond voor den
K.N.V.B.
VEER.
Tot zoover het „H.B.S. Clubnieuws".
En bleef het nu alleen maar bij den K.N.V.B., dan
zou in samenwerking met de T. C., het nog wel
mogelijk zijn de bezwaren te overwinnen. Doch
ook de plaatselijke bonden gaan een woordje mee
spreken.
Reeds is eens bij den A.V.B. de wensch naar
voren gekomen, ook speciale oefenavonden voor
het Amsterdamsch elftal in te stellen. Dit is tot
dusverre nog een wensch gebleven, doch zoo ver
zijn we reeds, dat men twee oefenwedstrijden vóór
den stedenwedstrijd Amsterdam?Antwerpen nood?
zakelijk acht. En het absurde van deze geschiedenis
is, dat, waar het Ajaxbestuur in overleg met de
spelers besloot den vrijen Zondag op den 18en Fe?
bruari, niet te benutten voor het spelen van een
friendly game en onze spelers rust te geven, de
A.V.B. onze spelers in 14 dagen tijds drie wed?
strijden wil laten spelen.
In deze periode, met de zware kampioens?com?
petitie voor den boeg, is deze handelwijze niet ge?
schikt om bij velen onzer sympathie voor de steden?
wedstrijden bij te brengen.
We hopen, dat men ook van de zijde der bonden
eens wat meer rekening zal gaan houden met de
clubbelangen, want tenslotte is het voor de voet?
balbonden ook van belang, dat het vele nuttige en
met moeite opgebouwde oefen? en spelsysteem
onzer vereeniging niet noodeloos stuk gemaakt
wordt! ADE.
ZcFoC.—AJAXo
En, wij gaan met z'n allen naar den Zaan,
Waar de wieken van de molens lustig gaan.
Ja, zoo'n mooien dag op 4 Maart, een zonnetje,
'n goede stemming, enfin, om kort te gaan, alles
wat maar verwacht kon worden. Gewapend met
al deze goede kwaliteiten togen wij naar Zaandam,
om onzen laatsten wedstrijd van het competitie?
plan te spelen. Ajax reeds kampioen. Z.F.C. kon
door een overwinning een plaatsje naar boven,
maar ach, dat was niet van zoo groot belang. Alle
factoren waren voorzeker aanwezig om een goeden
wedstrijd te verwachten, hoogst sportief, leuk,
aardig, zonder zenuwen voor kampioenseer of
degradatiegevaar.
Beide partijen konden hier het beste geven van
hun kunnen. Dit waren zoo de gedachten, welke
onwillekeurig bij ieder moesten opkomen. Trou?
wens, eenigen tijd terug waren deze zelfde ge?
dachten reeds aanwezig bij den voorzitter van
Z. F. C.