mmmmmmmmmmmmmmtrnm
PAG. 176 - A J AX CLUBNIEUWS
EEN AVOND EN EfET MEDISCH SPORT-
KEURENGSBUREAUc
Zendt uw biljet in a. u. b.
door Dr. P. A. Jens, keurend Medicus van het
Sportkeurings Bureau.
(Vervolg).
Zoo zijn armbandhorloge's ook zoo hinderlijk;
gelukkig heeft een mensch, als hij tenminste com?
pleet is, twee polsen en maar één horloge. Maar
wat moet ik zeggen van jonge dames, die beide
polsen „versierd" hebben met een rinkelende
massa armbanden, zoodat zij als boeienkoningin
nog geen slecht figuur zouden maken. Lieve
mensch wat een gerinkel aan zoo'n vlerk. In gods?
naam laat ik ze maar aanhouden, het zou wat een
tijd in beslag nemen, ze één voor één af te doen en
ik zou nog de zorg hebben ze de dames achteraan
te dragen, telkens als die mooie spullen toch nog
vergeten worden.
Het eenvoudige tellen van het aantal polsslagen
moet rustig geschieden, genoteerd worden en dan
gaan wij eens zien in welke mate de pols versnelt
na inspanning.
Is ook dit getal genoteerd, dan wachten wij
2 minuten af, rust dus voor den candidaat, en zien
dan meestal het aantal polsslagen afnemen tot het
getal, dat wij het eerst op de lijst aangaven. Voor
de oefening, die tot inspanning leidt, heeft men ge?
kozen diepe kniebuigingen.
En thans vraag ik mij in gemoede af, of de
samenstellers van het formulier der keuring, waar?
aan ik mij helaas ook heb bezondigd, wel geweten
hebben, welke babylonische spraakverwarring ont?
ketend wordt als men den candidaat vraagt tien
diepe kniebuigingen te maken. In het algemeen be?
grijpt men er niets van; alleen de wat oudere
gymnasten, boven de twintig doen deze oefening
direct goed, zelden geheel correct; ook roeiers zijn
er achter, maar voetballers, korfballers, zwemmers,
athletiekers en kano?maniakken brengen er niet
veel van terecht.
U kunt mij wat ouderwetsch vinden, zelfs voor
achterlijk houden en mij willen overtuigen, dat de
diepe kniebuiging in de moderne opvatting van het
gymnastiek onderwijs niet meer thuis hoort, alles
goed en wel, zullen wij dan voortaan de jongens en
meisjes of een versleten veteraan laten huppelen?
zich telkens klein en groot laten maken? tienmaal
de romp laten buigen? maar ik ben er niet zeker
van of deze lichte inspanningen beter zijn, dan de
oude maar beproefde diepe kniebuiging, waarvoor
ik nu eenmaal een zwak heb.
En zullen wij, nu men algemeen het noodig vindt,
dat het kind zich vrij beweegt en doet wat en hoe
het wil, niet nog mallere carricaturen zien van een
flinke lichaamsbeweging, dan ik thans zie bij
het „verouderde" commando: tien diepe knie?
buigingen?
Ik weet werkelijk niet meer wanneer ik het meest
gelachen heb, den eenen keer toen een jongen
meende mijn bedoeling te snappen door beide
knieën aanééngesloten zoover te buigen, dat ze den
grond raakten het leek wel een of andere
heilige, boeddhistische handeling was op zich
zelf beschouwd een kunststuk en dat tienmaal! Of
den anderen keer, toen een jonge dame, beringd en
„geboeid" als een zwaar gedecolleteerde soubrette
haar entreé maakte, de tafel op elegante wijze met
één hand greep, de knie naast de tafel iets boog en
het andere been gestrekt in zijwaartschen stand
bracht en werkelijk met haar spitsvoet den grond
toucheerde.
Ik ben er nog niet achter, welke ritueele hande?
ling deze manoeuvre voorstelde, in alle geval was
hier sprake van een hinderlijk misverstand. Ik acht
mij gelukkig, voor zoover er nog plaats voor is,
reeds grijze haren te bezitten, ik zou ze er anders
door krijgen.
Neen, dan deed mijn blonde vriendje het veel
beter; armen vooruit omhoog tót schouderhoogte,
teenenstand, doorzakken op beide buitenwaarts
gerichte knieën en den romp gestrekt houden;
terug tot gewonen stand door krachtig de knieën
te strekken, armen omlaag en hielen op den grond.
Hij hield daarbij goed evenwicht en verschoof
geen centimeter noch voor, noch achter of zij?
waarts. Als ik hieraan terugdenk, de herinnering in
mijn oogen licht als een foto, kom ik weer in een
goede bui en zal ik dan maar niet te veel mopperen
over zeer snelle, nerveuse polsen van 130 a 140 per
minuut.
Met een beetje geduld en wat afleiding bedaren
deze nog wel eens een keer, komen echter weer
snel terug wanneer de aandacht op het pols tellen
zich weer concentreert.
(Wordt vervolgd).
Com. Huldeblijk