WEST FRISIA—AJAX.
AJAX CLUBNIEUWS PAG. 115
,,Ajax blijft Ajax", schreven we en dat is ook in
dien zin waar, dat onze menschen onafhankelijk van
den wedstrijduitslag, steeds correct blijven. Dat ge
beurde óók in Haarlem, toen onze menschen aan 't
kortste eind trokken.
Aan Haarlem en in het bijzonder aan Oldenburg en
Bieshaar de opgave, zich aan dat voorbeeld te spie
gelen. Hun spel in de tweede helft was het eenige,
dat den wedstrijd ontsierde.
Inplaats van te zeggen:
,,Ajax speelde 'n Weenscih partijtje", hadden we
ook kunnen zeggen: ,,Ajax speelde systeem 't Gooi",
of juister, het systeem van den Gooi-trainer Löwen-
feldt. Over dat systeem is eenige weken geleden nog
al wat te doen geweest en v. Eetje en Groothoff zijn
elkaar daarover in de journalistieke haren gevlogen.
Het merkwaardige daarvan vonden we, dat de hee-
ren die uitzonderlijke spelmethode der Hilversum
mers eerst thans opmerkten, want reeds in 1931 werd
deze speelwijze door 't Gooi in praktijk gebracht.
Na den wedstrijd 't GooiAjax in September 1931,
schreven we: ,,'t Gooi legde vrijwel al haar kracht in
den aanval, met het innemen van vooruit geschoven
posities, dat was 'n vrij riskante speelwijze".
We willen nu nog eens op deze uitlating terug
komen.
Het voordeel van de „Weensche school", om het
zoo maar eens te noemen, is, dat het speltype vooral
voor de toeschouwers zéér aantrekkelijk is (Ajax
Haarlem was er een bewijs van).
Het blijft echter een riskante speelwijze en feitelijk
alléén toelaatbaar als men ,,z'n tegenstanders in den
zak kan steken", en over een voorhoede beschikt,
die redelijke kansen in doelpunten weet om te zet
ten. Kan aan één van deze voorwaarden niet voldaan
worden, m.a.w. heeft men géén schotvaardige voor
hoedespelers of is de tegenpartij sterker of van ge
lijke kracht, dan is succes met de Weensche methode
al bij voorbaat uitgesloten en is de „W"-formatie
veel aanbevelenswaardiger.
Doch zelfs als men sterker is als de tegenpartij
blijft de Weensche methode gevaarlijk, dat onder
vonden onze menschen Zondag j„l. in Enkhuizen.
Nu zullen zij, die den wedstrijd gezien hebben, mij
tegenwerpen: ,,Maar aan de voorwaarde van 'n
schotvaardige aanvalslinie was ook niet voldaan."
Deze opmerking moge dan achteraf juist zijn, zulks
kon men vóór den wedstrijd niet weten, want onze
voorhoede heeft toch en terecht de reputatie,
dat zij de kunst van doelpunten maken verstaat.
Met deze veronderstelling begon men te spelen en
toen alras bleek, dat de Enkhuizenaren qua voetbal
niet in onze schaduw konden staan, begon onze mid
denlinie evenals tegen Haarlem, de tegenpartij ge
heel op haar eigen speelhelft terug te dringen.
Vrijwel de geheele eerste helft was een belegering
van het West Frisia-doel, doch met het vooral
door het falen van v. Reenen schamele resultaat,
dat er slechts één goal gemaakt werd.
We geven direct toe, we waren verre van fortuin
lijk en waarschijnlijk heeft de heer Israëls die
overigens uitstekend leidde ons een goed doel
punt onthouden. Doch niet weg te cijferen is dat ons
groote veldoverwicht bij lange na niet in doelpunten
tot uitdukking kwam en dan draagt zulk een groot
overwicht de kiem van een nederlaag in zich.
Toen in het begin van de tweede helft Ajax vol
hardde in het ongebruikt laten van mooie scorings
kansen, kregen de Enkhuizenaren den moed het spel
te verplaatsen.
Een zwak moment in onze verdediging werd be
nut, de bal ging langs onzen uitgeloopen doelman en
de poging van v. Deijck om het leder nog in den
doelmond te keeren mislukte.
Met het scoren van den gelijkmaker waren ,,De
roodgele leeuwen", van Artis in Woestijnroofdieren
veranderd en we kregen geen gelegenheid meer ze
in hun kooitje terug te dringen.
Met onweerstaanbaar élan en goed gebruik ma
kend van hun hoofdwapen, snelheid, overspeelden de
West Friezen ons en spoedig was Hoeboer ten
tweede male gepasseerd.
Zoo verloren we een wedstrijd, die we met spre
kende cijfers hadden kunnen winnen, met oneven
goal.
Het was 'n hard gelag, vooral voor den puik en
onvermoeid werkenden Mulders, die met Volkers het
sterke deel van onzen aanval vormde. Schubert kon
zich niet aan de uiterst moeilijke terreingesteldheid
aanpassen en Blomvliet liet slechts sporadisch iets
goeds zien. Doch deze twee hebben althans getracht
ervan te maken wat zij konden. Dat laatste kunnen
we niet van v. Reenen zeggen. Het is betreurens
waardig, dat iemand, die de beste centervoor van ons
land kan zijn, voor wien de oranje trui klaar ligt als
hij speelt voor wat hij waard is, die in en buiten Ajax
tot de meest populaire voetballers zou kunnen be-
hoorenzich geen moeite geeft om dat alles te
bereiken.