VOOR EN NADEELEN VAN HET „WEENSCHE" SPELTYPE. AJAX—HAARLEM. PAG. 114 - A J A X CLUBNIEUWS Hugo Meisl heeft eens gezegd, dat het kenmerk van het Weensche voetbal daarin ligt, dat de voor hoede haar acties voltallig onderneemt, met de mid denlinie en vooral den spil als steunpunt. Als deze definitie juist is kunnen we zeggen, dat Ajax tegen Haarlem een Weensch partijtje heeft gespeeld. ,,Wien bleibt Wien", zeggen ze in de Donaustad en in navolging daarvan kunnen we hier, aan de boorden van den Amstel, zeggen: ,,Ajax blijft Ajax!" Dat was weer 'n spelletje vol van souplesse en technische vaardigheid, dat onze menschen te aan schouwen gaven tegen Haarlem. Vooral onze middenlinie was in grootschen vorm en Wim Anderiessen speelde 'n partij van dergelijke hoogte, dat zelfs de zuurste Rotterdamsche ingezon den stukkenschrijver die onlangs z'n hart nog eens in „De Sportkroniek" luchtte er door in vervoering zou geraakt zijn. Doch dergelijke penne- ridders komen natuurlijk niet naar Wim's spel kij ken, die schrijven alléén maar ingezonden stukken achter hun schrijfbureau als het Nederlandsch elftal verloren heeft! Speelde onze halflinie puik, ook in de andere linies viel veel te waardeeren, achter speelde Diepenbeek 'n resolute partij met het devies, dat voorkomen beter is als genezen. Vóór de Haar lemmers tot het opzetten van een aanval kwamen, zat Jan reeds als spelbreker er tusschen. Gras stond hem waardig terzijde in dezen wedstrijd, dien on danks, of dat is misschien beter uitgedrukt, juist door het groote Ajax-ovei xcht, voor de backs lang geen gemakkelijke was. De snelle Haarlem-aanvallen, die onze periodes van groot overwicht afwisselden, brachten Diepenbeek en Gras immers vaak tegen over numerieke meerderheid. In onze voorhoede onderscheidde zich vooral onze linkervleugel. Mulders en Schubert speelden keurig en scoorden beiden een pracht goal. Ook Volkers was er ouderwetsch in en zorgde, naast technisch superieure, ook voor humoristische momenten, door de Haarlem-verdedigers eenige malen in de luren te leggen. Tusschen v. Reenen en Blom vliet boterde het niet, het kwam nog al eens voor, dat zij elkaar in den weg liepen, wat jammer was. Bij goede samenwer king zou onze overwinning nog grooter geweest zijn. Blomvliet moet niet vergeten, dat z'n taak rechts binnen is en niet sub-middenvoor. Piet v. Reenen deed enkele malen verrassende dingen, o.a. vóór de rust, toen hij een schitterende kopbal gaf uit een hoekschop van Mulders, doch van Piet verwachten we altijd véél, omdat we weten waartoe hij in staat is. Bij de Haarlemmers blonk vooral de doelman uit en het bleek reeds in de eerste vijf minuten geen ,,Kaan"tje te zijn het ronde ding in diens net te werken. Na de vijf minuten Ajax overwicht, waarmee den strijd ingezet werd, volgde een snellen uitval van den roodgebroekten linksbuiten en met een raken pil vloog de bal in ons doel. Het Ajax-offensief werd nadien onverzwakt voort gezet, doch doelman Kaan bleek een geweldig strui kelblok en eerst bij een breed offensief, waarin ach tereenvolgens Mulders en Volkers den bal voor het doel plaatsten, kwam de gelijkmaker, door Blom- vliet's voet ter wereld. Ook de Haarlemmers zaten niet stil en na 'n in gooi op onze linker verdedigingshelft moest Diepen beek met een keurigen kopbal het gevaar afwenden, waarna het roodblauwe doel weer aan een belege ring onderworpen werd. Schubert bracht den bal op, plaatste naar Volkers en uit diens boogbal op doel kopte v. Reenen nr. 2 in de touwen. Na de rust bleek het spoedig dat de Haarlemmers te veel van hun krachten gevergd hadden. Onze menschen hielden het hooge tempo vol en toen Mul ders met een prachtschot nr. 3 langs Kaan had ge zonden waren de roodbroeken geslagen. Tenslotte werd ons overwicht zóó groot, dat zelfs Gras 'n kansje waagde om Kaan te passeeren. Ondanks de groote eenzijdigheid bleef de wedstrijd door het fraaie Ajaxsppl boeien. Mulders gaf v. Ree nen de kans nr. 4 te scoren en Volkers stelde Mul ders in de gelegenheid nr. 5 in het Haarlem-doel te plaatsen. Onze zesde goal was als 't ware de kroon op het werk, fraai van opzet en afwerking, v. Deijck gleed eenige roodbroeken voorbij en gaf door aan Volkers. Onze rechtbuiten dribbelde naar binnen, een hooge „trekbal" en Schubert's hoofd deed de rest.

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1933 | | pagina 2