mmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmm
PAG. 158 - A J AX CLUBNIEUWS
EEN SUCCESVOLLE ZONDAG.
De lie Februari was weer eens een ouder*
wetschen Ajaxdag, alle elftallen van Ajax I tot en
met de adspiranten d, wonnen zonder uitzondering.
Ons eerste deed in de afgeloopen twee weken
haar sportieven plicht en klopte H.D.V.S. en
't Gooi, waarmede dus alle degradatiekandidaten
van het oogenblik door Ajax 2 maal geklopt zijn.
AjaxH.D.V.S. was een modderballet, zooals
het zelfs bij ons in de Meer niet dikwijls voorkomt.
Vooral de strafschop*omgevingen voor beide
doelen waren een moeras, waarin heel wat goede
bedoelingen zijn blijven steken. Na een begin*
periode, waarin de spelers de zware problemen,
door den bodem gesteld, zoover dit mogelijk was,
doorgrond hadden, teekende zich een sterk onder*
scheid in speelwijze en speelsterkte af.
Een Ajax*elftal, superieur over alle linies, hield
met matige krachtsinspanning een tegenpartij
onder den duim, die trachtte door hard werken en
een sterk op het defensieve gerichtte speelwijze,
haar technische tekortkomingen aan te vullen.
Lang kon H.D.V.S. de balans niet in evenwicht
houden. Mulders, o.i. in buitenspebpositie, stelde
v. Reenen door een „trekbal" in staat ons eerste
doelpunt te noteeren. Hetzelfde duo verzorgde
ook de twee andere goals, die de eerste wedstrijd*
helft opluisterden. Opluisteren is inderdaad wel de
goede benaming, want de doelpunten waren fraai
van opzet en afwerking.
Het tweede doelpunt was een bravour*staaltje
van v. Reenen, die opspringend een voorzet van
Mulders ineens in de touwen joeg. Het derde doel*
punt wilde Mulders eerst voor eigen rekening
maken. Toen Henk het schieten echter onmogelijk
werd gemaakt, dribbelde hij even naar buiten en
gaf een hoogen voorzet, die door v. Reenen keurig
ingekopt werd.
Tusschen ons tweede en derde doelpunt was
ook H.D.V.S. aan bod geweest en had, zooals later
bleek, haar eenige tegenpunt gescoord.
In de tweede helft had H.D.V.S. vrijwel niets
meer in te brengen.
Het eenige verdienstelijke bestond in het be*
waken van v. Reenen, waarmee de Schiedammers
weinig opschoten, daar Piet nu met listige centers
zijn nevenspelers herhaaldelijk in schotpositie
bracht, en al deed de drassige bodem eenige goede
schotkansen verloren gaan, succes kon niet uit*
blijven. Een actie van v. Reenen op den linker*
vleugel bracht Volkers vrij voor doel, hetgeen ons
het 4e doelpunt opleverde. Een penalty door
v. Deyck ingezet, leverde no. 5 op en al deed de
Schiedamsche doelverdediger kranig werk, Vol*
kers en v. Wijngaarden brachten den eindstand
op 81.
Blomvliet, die de moeilijke taak toevertrouwd
was Diepenbeek te vervangen, sloeg zich keurig
door de moeilijkheden heen. Weliswaar kwam het
eenige tegenpunt op zijn rekening, doch deze ééne
fout werd rijkelijk gecompenseerd door z'n
dikwerf kordaat en juist ingrijpen op andere
momenten.
AJAX-'T GOOI.
Ook 't Gooi heeft, zij het na heftigen tegen*
stand, ten tweede male het hoofd moeten buigen
voor ons team. Dat de Hilversummers de eerste
helft zonder tegenpunten overleefden, dankten zij
naast hun stug verdedigen aan het feit, dat v. Wijn*
gaarden z'n schot in dezen wedstrijd kwijt was en
het de anderen bij ernstige pogingen om Cohen
te passeeren niet lukken wilde.
Dat laatste is echter niet heelemaal juist, beter
konden we schrijven „niet lukken laten wilden",
want v. Reenen zou zeker meer goals hebben
kunnen maken, als hij niet in de eerste plaats
mensch en in de tweede plaats voetballer was ge*
weest. Cohen mag zich gelukkig prijzen een gentle*
man*centervoor tegenover zich te hebben gehad.
Verschillende keeren hebben we geconstateerd,
dat v. Reenen goede scoringskansen op het laatste
nippertje vermeed en door inhouden en zelfs tot
driemaal toe over den keeper heen springen voor*
kwam, dat Cohen z'n keepers*bravour met ernstig
letsel betaalde.
Bravo, Piet! Aan een dergelijke sportopvatting
kan menigeen een voorbeeld nemen. Aan den
anderen kant moeten we zeggen, dat de waaghal*
zerij van Cohen bij ons geen waardeering kan
oogsten, zóó spelen is niet meer moedig, doch
roekeloos.
Om intusschen tot ons verslag terug te keeren,
ook over geluk had Cohen niet te klagen, toen een