NUMMER 10
16e JAARGANG 1933
Onder leiding van: A. L. DESMIT, J. KOOMEN en J. L. MELCHERS
r
VERSCHIJNT TWEEWEKELIJKS - DONDERDAG 9 FEBRUARI
IJSFEEST OP BETLEM.
Of er een overeenkomst getroffen was met de
weergoden is mij niet bekend; voor de Ajax-kas
hoop ik echter maar van niet, want zulk weer als op
dien Zondag van ons ijsfeest, is zelfs met goud niet
te betalen.
Genoten hebben wij daar, gezondheid hebben wij
geslikt met eetlepels, ,,das musz ein Stück St. Moritz
sein", zulk ijs, zulk weer, zulk een entourage, dat
zoo iets in ons landje mogelijk was, had ik nooit dur
ven droomen.
Gereden hebben wij in ploegen, vormende een
combinatie van Ajax vriendschap, gereden hebben
wij ook alleen, niet meer wetende of dit alles werke
lijkheid was. Die boschrand daar, was dat wel een
stuk Holland, en die hooge spoordijk daar, was dat
niet de „Jungfrau", en dan nog gezwegen over die
andere „Jungfrauen" in hun veelkleurige sweaters.
„Fabelhaft meine Damen und Herren", heusch het
leven is nog zoo beroerd niet, als je het maar weet
te leven, en als je maar overal naar toegaat, waar
het Ajax Bestuur je uitnoodigt.
Of ons Bestuur zelf genoten heeft, weet ik niet, of
het moet zijn van al die tevreden gezichten, dat gaf
zeker voldoening, maar anders was het een behoor
lijke werkdag op Zondag voor hen.
Tot laat is de Ajax Familie daar op Betlem tezaam
gebleven, genietende van alles wat Moeder Natuur
en. Vader Ajax dien dag tot stand hadden gebracht.
,,Een Zondag die ik niet licht zal vergeten", hoorde
ik een lieftallige jongedame naast mij lispelen; en
kunnen wij ons beter uitten, dan deze woorden vol
komen te onderstreepen?
JAMES.
GLAD IJS»
Gedurende een drietal weken zijn wij door ver
schillende omstandigheden van voetbal gespeend ge
bleven. Om als redacteur van dit blad onder deze
omstandigheden iets over voetbal te moeten schrij
ven, valt niet mee. Wij hebben ons bij den wedstrijd
HollandZwitserland voor den luidspreker gezet, ten
einde het ooggetuigeverslag van Hollander te beluis
teren. Niets bijzonders zult u zeggen. Eigenlijk ook
niet, maar het deed mij eenigszins vreemd aan te
moeten vernemen, dat men een speler in een natio-
nalen ploeg, de keus laat of hij spelen wil ja of neen.
Ik kan mij zoo iets voorstellen als een speler, na een
ziekte of blessure, zulk een keus wordt gelaten. Hij
zal dan zelf het beste kunnen constateereen of hij
,,fit" is. Maar het al of niet meespelen te laten afhan
gen van terreinomstandigheden? Dit gaat boven mijn
pet. Misschien geen voldoende begrip van „concen
tratie". 't Is mogelijk. Maar volgens mij is men voor
een dergelijke taak als voetballer geschikt of men is
het niet. Men is reeds geruimen tijd bezig door inten
sieve training verbetering in de speelwijze van het
Nederlandsch elftal aan te brengen. Heeft men in
dezen tijd geen kans gezien een speler voor den be
roemden centervoorplaats te specialiseeren, die een
dragelijk figuur in onze nationalen ploeg kan slaan?
Met de betrachte intensiviteit en concentratie ware
dit m.i. wel mogelijk geweest.
Het is te hopen dat de Technische Commissie spoe
dig tot de wetenschap zal komen dat „een goed ge
speelde wedstrijd nog niet de ideale middenvoor
brengt."
J. K.