mmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmm
A J A X CLUBNIEUWS
PAG. 135
„We" zijn weer kampioen, nu voor de negende
maal. Met „we" bedoelen we hier onze kranige
spelers: Keizer, Diepenbeek, Puttelaar, v. Deyck,
Wim Anderiesen, Schubert, ten Have, Volkers,
v. Reenen, v. Wijngaarden en Henk Mulders.
Maar ook mogen we niet vergeten, dat bij het
„we" ingeschakeld moeten worden onze kranige
reserves, die in zeer belangrijke, men kan wel zeg*
gen, beslissende wedstrijden, onze kleuren zoo
schitterend mee verdedigd hebben.
Oudendijk, die in den beslissenden wedstrijd
tegen Feijenoord het was toen voor Ajax: „To
be or not to be" vier goals scoorde, Vis,
H. Loois, Jurriaans, Hangard, Koning en Doon,
allen droegen bij tot het behaalde éclatente succes.
Dat ook de driemanschap Brockmann*Couton*
Delsen mitsgaders „Jack" in de hulde deelen moet,
spreekt vanzelf.
We zullen in deze kroniek om niet al te zeer af
te dwalen, eerst de gespeelde wedstrijden memo*
reeren en dus beginnen met:
Het maakte, vóór de wedstrijd begon, een punt
van bespreking uit, wat van tactisch standpunt be*
keken het beste was, vóór de rust wind mee te
nemen of de eerste helft tegen den wind in te
spelen.
Beginnen met wind mee leek allen het voor*
deeligst, want als dan de rust met gelijken stand
bereikt wordt, was men zeker van de overwinning
meende men!
Dat dit standpunt althans in dezen wedstrijd
niet opging, bewijst wel het feit, dat alle vijf doel*
punten tegen den storm in gescoord werden. In*
tusschen werd captain Volkers niet voor de
moeilijkheid gesteld de juiste keuze te doen.
Haarlem koos den goeden kant van den veiligen
Hollandschen gulden en nam het windje in den
rug. Alras bleek, dat onze menschen tegen de
samenwerkende krachten van wind en tegen*
standers ruimschoots opgewassen waren en de ge*
vaarlijke spelmomenten meer voor het rood*
blauwe, dan voor het rood*witte doel plaats
vonden.
Reeds na enkele minuten belaagde onze linker*
vleugel het Haarlem*doel en loste v. Reenen uit
een op maat aangegeven bal van Koning het eerste
schot, dat Voogd slechts ten koste van een corner
uit z'n doel kon houden. Wel slaagde Haarlem er
bij perioden in den bal op onze helft te houden en
geholpen door den enormen wind eenige harde
schoten op ons doel te lossen, doch Keizer plukte
de balletjes op z'n bekende elegante manier uit de
lucht en als dan onze voorhoede met lage en zuiver
aangegeven ballen op het Haarlem*doel afging, kon
slechts goed en gelukkig keeperwerk van Voogd
den stand blank houden tot de 22ste minuut.
v. Reenen ondernam toen een van z'n verras*
sende sprints en knikkerde uit een voorzet van ten
Have den bal langs den uitloopenden doelman in
het net.
Het laatste kwartier voor de rust kregen we
Ajax op z'n best te aanschouwen. Een harden lagen
kogel van Koning kon Voogd slechts wegslaan en
v. Reenen voltrok het vonnis. 20.
Steeds heviger werd het Ajax*offensief; ten
Have kogelde tegen de lat en een volley van
Koning vond de maag van een der Haarlem*backs
op z'n weg. Kort voor de rust ondernam v. Reenen
een solo*ren en de Haarlem*keeper kon slechts als
„toeziende voogd" fungeeren bij den pil die ten
derde male z'n net deed trillen. Met een 30 voor*
sprong verwachtte vrijwel iedereen, dat het met
wind mee, wel in de buurt der dubbele cijfers zou
loopen. Dat dachten onze spelers blijkbaar ook,
want toen het hevige offensief, dat direct na de
hervatting ingezet werd, geen tastbare resultaten
opleverde, verflauwde de animo en zag Haarlem
kans het spelbeeld meer in evenwicht te brengen.
Nu dient opgemerkt te worden, dat Haarlem in
deze periode met veel geluk aan een vierde tegen*
punt ontsnapte, dat wellicht den tegenstand defi*
nitief gebroken zou hebben, toen een kogel van
v. Reenen's voet via keeper en paal nog uit den
doelmond terugsprong.
Na 10 minuten spelens nam Haarlem het initia*
tief over en met twee goed gescoorde doelpunten,
na snelle aanvallen, bracht zij den Ajax*aanhang in
ongerustheid. Gelukkig herstelde ons team zich in
zooverre, dat verder Ajax weer de lakens uit*
deelde en de rest van den wedstrijd zonder nog
grootere emoties verliep.