PAG. 128 - A J AX CLUBNIEUWS
mmmmmmmmmmmmmmtmm
mmmmmmmmmmmmm/mmmy/mmmmmm
SOME SENSES AND SOME NONSENSES.
Om zoo veel mogelijk in volgorde te blijven, wil
ik allereerst beginnen over onzen laatsten club*
avond met de dames. Waarschijnlijk staat dit feest
nog versch in uw gedachten en kunt u zich den ge*
heelen avond nog van a tot z voor den geest
roepen.
Het zou dan ook feitelijk nutteloos zijn om in
ons cluborgaan nog eens op dit festijn terug te
komen, ware er niet een buitengewoon heugelijk
feit te memoreeren. En wel, de hergeboorte van
onze Ajax*Band. Nog wat schuchter deed zij haar
intrede in de Ajax*familie, een schuchterheid, die
spoedig oversloeg tot ik zou haast zeggen,
een zekere brutaliteit, toen dat kleine ploeg je rood*
witte musici het klaar speelden een overladen
parket, een herhaaldelijk „bis" af te dwingen.
Ajax*band, play up, helpt nog jarenlang de
vriendschapsband in onze vereeniging versterken,
toont de sportieve wereld, dat Ajax buiten het
groene veld ook in staat is, een eerste viool te be*
spelen.
De kogel is door de kerk. Lang en breed is er
over gesproken en gedacht, maar eindelijk zijn we
dan toch zoo ver. We gaan verhuizen. Onze houten
burcht gaan wij verlaten en voor we een jaar
verder zijn zullen wij troonen in ons eigen Stadion.
Trotsch zullen we zijn, en met opgeheven
borsten zullen wij onze kennissen ons eigen home
binnen loodsen. En met rede, onze voetstappen
zullen manhaftig klinken op onze eigen steenen, en
onze jubelkreten zullen schallen tusschen onze
eigen muren. Maar voor het zoo ver is, zullen wij
ons even bescheiden terug trekken, en onze eer*
biedige hulde brengen aan ons bestuur en aan onze
bouwmeesters Smit en Roodenburgh, die dag en
nacht in touw zijn geweest, om ons ideaal te ver*
wezenlijken. Een hulde, waarin wij gaarne ons
eerste elftal betrekken, zonder hun prachtige
resultaten had het toch een ijdele hoop voor onze
Rood:Witte=Familie gebleven.
Voor de Kerstdagen was er een wildavond, en
daar ik nooit erg gelukkig in het spel ben niet
verder zeggen a.u.b. kocht ik ook nu weer een
kat in den zak.
Hiermede wil ik de Clubavond*Commissie niet
beleedigen en is het misschien duidelijker als ik
zeg, dat ik een „niet" had. Verschillende lieden
kienden het echter zoo uit, dat zij een beest
hadden, en kregen zij zoodoende, dank zij de Ajax*
Winterhilfe, met de feestdagen wild op tafel.
Na afloop zou ondergeteekende en nog een paar
idioten dezen titel ontdekte ik eerst den
volgenden dag met een paar bestuursleden
Beogradski van het station gaan halen.
's Nachts om kwart voor drie zouden de heeren
aankomen en dies moesten wij ons zoolang
frauduleus amuseeren. Buiten verwachting slaagde
dit volkomen, honi soit qui mal y pense, en
kwamen wij opgewekt tijdig aan het C.S. aan, om
hier de eerste desillusie in ontvangst te nemen.
Een slaperige portier opende het hek, om ons mede
te deelen, dat de trein nog niet te Utrecht was
aangekomen en zeker wel met een uur vertraging
in Amsterdam zou arriveeren.
We moesten ons een uur op het Stationsplein
amuseeren, en ook dat lukte, zij het dan ook ten
koste van de hoofddeksels van den heer Koolhaas
en ondergeteekende. Het zou te ver voeren u alles
te vertellen en volsta ik ermede, den doodenrit met
den driewieler van „Suisse" over het Damrak, te
memoreeren. Gelukkig zijn wij geen kennissen
tegengekomen.
Om bij vieren kwam eindelijk de langverwachte
trein binnen en wij juichten, een groote ploeg
menschen steeg uit en onze juichkreet werd
brutaler. Het zou echter voorbarig blijken, want
de groote ploeg was een vermoeid tooneelgezel*
schap. Onze Joego*Slaven waren er echter niet bij,
zij hadden den trein gemist. Om half vijf zocht ik
lichtelijk melig mijn slaapcoupé op.
Eenige van mijn expeditie*genooten verzochten
mij iets over dezen tocht te schrijven. Aangezien
het niet uitgesloten is, dat ik later ook nog eens als
betere helft fungeer, voldoe ik gaarne aan hun
verzoek, echter op voorwaarde enfin, dat komt
later wel.
Den eersten wedstrijd tegen Beogradski vond ik
wel aardig. Ajax speelde een best partijtje en
weerstond de sterke buitenlanders. Als een Beo*
gradskiaan een doelpunt maakte, ontving hij
eenige kussen. Het lieve meisje achter mij, lispelde,
dat zij gaarne de middenvoorplaats in een derge*
lijke ploeg wilde bezetten. Mijn sex appeal kreeg
een gevoeligen deuk. Dien nacht droomde ik, dat
Beogradski een speler miste en dat ik moest in*
vallen. Jan Diepenbeek maakte hands en als