OUD EN NIEUW.
A} AX CLUBNIEUWS - PAG. 125
Soccer: Zoo Ajax, hoe ging het met je in 1933?
Een tijd niet gezien. Ik zou je bij het verlaten van
'33 nog wel wat willen vragen.
Ajax: Dat 's best. Wat wil je, een intervieuw, of
zoo iets? Of misschien een soort Thomasvaer en
Pieternel, zooals wij op 1 Januari altijd in onzen
Stadsschouwburg hebben? Zeg het maar, en je
zult op je wenken bediend worden.
Soccer: Nu je 't zoo vraagt. Aan die intervieuws
heb ik het land. Maar zoo iets als bij jullie in den
schouwburg lijkt me beter, maar dan niet op rijm.
Ajax: Ik maak je er even op attent, dat zooiets
altijd komt na het Vondelstuk: „Gijsbrecht van
Aemstel". En om dan maar meteen van wal te
steken: „Waer werd ter wereld opreghter trouw
gezworen dan tusschen bal en veld?
Soccer: Nu, dat is nog al makkelijk. Natuurlijk
op het Ajaxveld. Maar laten wij die Oud?Hol?
landsche schrijfwijze maar achterwege laten, dat
is beter!
Ajax: Daar heb je gelijk in. Er wordt bij ons
„merakel" hard getraind. Het is zelfs zoo, dat wij
voor de jeugdelftallen nog een zekere meneer van
Hout, pardon, de Bois, erbij hebben genomen zoo
groot was de toeloop.
Soccer: Dat is tenminste flink, maar hoe staat
het met de andere spelers? Komen die ook ge*
regeld?
Ajax: Ja, wat zal ik zeggen! Dat kon beter.
Soccer: Beter, zeg je. Dat begrijp ik niet. Ik
schuim wel eens verschillende terreinen af. Maar
ik moet nog zoo'n „service" ergens anders vinden.
Ajax: Dat zullen wij in onze krant zetten. Die
gratis aanbeveling zal vele wegblijvers van onze
trainingsavonden zeker inspireeren vanaf heden
geregeld te komen.
Soccer: Dat zullen wij dan maar hopen. Maar
wat hoor ik, hebben jullie ook een eigen krant?
Ajax: Zeker! Het Bestuur spaart moeite nog
kosten om 't den leden zoo aangenaam en gezellig
mogelijk te maken. Helaas wordt het niet altijd
geapprecieerd. Je moet weten, dat onze krant
„door en voor" de leden is. Slechts weinigen zen?
den hun artikelen in. Er zijn echter, wat je noemt
nog een aantal prima „auteurs", van wie we zelden
of nooit een artikel ontvangen.
Soccer: Ja, dat is niet leuk. Die luidjes beginnen
echter vast morgen reeds hun pennevruchten in te
zenden. Je zult zien het volgend nummer is twee?
maal zoo dik als gewoonlijk. Maar hoe heeft het er
verleden jaar bij jullie gestaan?
Ajax: Wat zal ik zeggen, in 't begin van 1933
stond ons eerste er niet slecht voor. We stonden
toen nummer twee achter de Stormpieten. En aan
het einde der competitie stonden wij even vér.
Soccer: Konden jullie nog niet een plaatsje
hooger? Dat behoefde toch niet zooveel moeite te
kosten?
Ajax: Maar vergeet vooral niet, dat voetbal nog
altijd voetbal is. En dat is maar gelukkig ook, want
anders zou er niet veel aan zijn. Je weet het zelf
het best. Je bent bol en rond en zóó'n ronde knik?
ker wil niet altijd zooals men wil.
Socper: Trainen, jong, trainen! Kijk maar eens
naar de Engelschen en Oostenrijkers, die kennen
dat dan toch wel beter.
Ajax: Over Oostenrijkers gesproken. Weet je,
dat wij met Paschen „Admira" uit Weenen bij ons
te gast hadden? Van het spel van die Wieners
hebben we genoten. Het leek „geregeld" wel een
„Wiener Wals". Wat een elegance, wat een brio, in
een woord phenomenaal. We kregen dan ook flink
klop.
Soccer: Dat is niet erg, als je er tenminste maar
wat uit geleerd hebt.
Ajax: Een beetje wel. Verschillende onzer
spelers trokken reeds de aandacht van de Tech.
Commissie.
Anderiessen staat geregeld op de spilplaats van
ons nationale elftal, terwijl van Reenen, Diepen?
beek en Mulders ook reeds verschillende malen
het Oranje?shirt droegen.
Soccer: Dat is ongetwijfeld een mooi resultaat.
Ja jong, technische voetballers blijken op den duur
toch meer waard. Maar, apropos, wij praten maar
steeds over het eerste, hoe staat het met de
andere elftallen?
Ajax: Werkelijk, Soccer, dat kon, wat het tweede
en derde elftal betreft wel wat beter. Het vierde
eindigde op de tweede plaats, evenals het vijfde.
Zes en zeven werden kampioen.
Soccer! Dat is tenminste nog eens werk zie je.
Twee kampioenen! En de jeugdelftallen?