THANS.
PAG. 124
A J AX CLUBNIEUWS
mmmmmm
VOORHEEN EN
Hoe zalig toen het Ajax^shirt,
Nog om je schouders gleed,
Die heerlijk mooie voetbabtijd,
Iets dat je nooit vergeet,
Je zorgen werden weggevaagd,
Je was weer jonggezel,
Je dacht niet aan je schoonmama,
Noch aan je dwangbevel.
Je stapte Zondagsmorgens vroeg,
Al naar de mooie Meer,
Daar was een ieder van de club,
Al danig in de weer,
De één liep met een emmer krijt,
En borstel in de hand,
Een ander joeg met veel misbaar,
De koeien van het land.
C O O O
Daar moesten palen ingeheid,
De deklat was een touw,
Het veld moest duchtig schoongeveegd,
Een koe kijkt nooit zoo nauw,
Het bruine monster moest gevuld,
Door pomp of met je snuit,
Al zat de koeiemmodder ook,
Tot boven aan de tuit.
We hadden géén massagebank,
En kenden geen masseur,
De kleedzaal was een varkenshok,
En 't rooknee geen odeur,
De wind stond nimmer buitenspel,
En lekken een vergiet,
Maardie naar zulke dingen keek,
Dat was geen AJACIED.
Als klokke twee de match begon,
Dan streden tweemaal elf,
Een trainernee die kon men niet,
We leerden het onszelf,
Maar als we scoordenlieve help,
Wat was de vreugde groot,
Na afloop zongen beide teams,
En plasten in de sloot.
Thans krijgt RoodWit een prachUterrein,
Geen koebeest wordt geduld,
Met clubhuis, trainzaal, restaurant,
Enveertig mille schuld,
Het wordtbekijkt de photo's zelf,
Een Ajax^Stadion,
Maar toch,helaas die oude tijd,
Komt nimmermeer weerom.
TRICVTRAC.
