PAG. 78
A J A X CLUBNIEUWS
meestal heel verdienstelijk. Broekman is een speler met een goed
begrip van zijn taak en zijn vrienden stonden hem goed terzijde.
Vooral van den rechterkant komt voor Sparta dan ook het ge
vaar. Als Broekman al een paar maal goed heeft voorgezet, stuurt
hij weer eens een scherpen voorzet naar binnen en de Bruijn, die
het leder in eens wil intrappen, plaatst het onhoudbaar voor van
Priel in het net.
Een buitenkansje voor Ajax!
De Rotterdammers blijven voortdurend in de minderheid, al doen
ze ook nog zoo hun best. Van der Meulen zwoegt zoo hard als
hij kan, maar als spil heeft hij het meest te maken met de slechtste
plekken van het terrein, wat voor z'n zware lichaam een groot
nadeel beteekent.
De rust komt met 10 voor de Amsterdammers. De spelers
krijgen nu de kans zich even van het allervuilste te reinigen. Als
Van Driel zich een weg baant naar het kleedlokaal, wijken we
allemaal verschrikt terug. Hij is een wandelende modderkluit.
Toen begonnen we aan de tweede helft, die de grootste débacle
zou brengen, die Sparta ooit heeft meegemaakt.
M'n hart bloedt, nu ik genaderd ben aan dit allersomberste deel
deel van mijn geschiedenis. Ik moet me zelf geweld aandoen.
Nu dan, na 5 minuten had Ajax een tweede doelpunt, gemaakt
door Prins uit een hoekschop.
We schrokken.
Toen een korte opleving voor Sparta. Vooral Piet van der Wolk
speelde op zijn best. De Ajax-verdediging kreeg het benauwd,
Gillissen en Swarttouw bijten allervinnigst van zich af. De Groot
licht telkens het zware rechterbeen op, maar tot trappen komt
het niet.
Plotseling een ren van Prins. Een schot, Van Driel valt uit.
Tevergeefs: 30. Da's na 14 minuten.
We kijken ontdaan.
Pal daarop weer haast Prins. Een prachtkans, maar zijn beenen
kunnen de weelde niet dragen ennaast gaat de bal.
Dan houdt Van Driel een paar lastige ballen. Prins loopt in,
dat z'n Hamburger ribben kraken, maar ditmaal lukt het niet.
De Sparta-verdediging is hopeloos uit vorm. De middenmoot
waar is de roem van Sparta? kan het gevaar niet keeren en
achterspelers bestaan er niet meer. Dat zou je tenminste zoo zeg
gen, want na 25 minuten loopt de heele Ajax-voorhoede onge
hinderd tot bij Van Driel en de verbaasde Buwalda maakt kalm
no. 4.
Op de populaire tribune zijn er die weenen.
Er heerscht wanhoop rond het veld.
We staren naar den bal, die weer aan het rollen is. Van tijd tot
tijd ploft het team als 'n vaatdoek in een plas.
De vernietiging door het glorieuse Ajax wordt voortgezet.
Buwalda brengt weer op. De bal gaat naar Prins. Zendt een
schot in. Van Driel houdt den lastigen schuiver, maar werkt niet
ver genoeg weg. Dan komt Hartigh gij ook Brutus? in een
vluggen ren en duwt het ronde ding behendig naast den paal aan
den goeden kant. 05! 05!
Dan moeten er nog 12 minuten gespeeld worden.
Lamgeslagen blijven we kijken.
De Groot gooit het sterke lichaam in den strijd, maar men ont
neemt hem telkens het leder. De andere binnenspelers durven niet
te schieten. Trappen zenuwachtig.
Een modderbad zal me goed doen denkt v. Leeuwen en hij wen
telt zich in den diepsten plas. Hartigh houdt hem gezelschap,
oude vrienden! Het publiek begint te lachen. Dat is het leelijkste.
Het teeken van de diepste ellende.
Ajax krijgt nog verschilende kansen. Maakt nog een buitenspel-
doelpunt, dan nadert het einde.
Mutters fluit, 't is uit.
Nu ik m'n plicht gedaan heb, u het treurige verteld heb, lust
het me niet u verdere bespiegelingen voor te zetten.
Aan de tribune waren mooie wapenborden opgehangen, een
nieuwe inventie van de Sparta regisseur Jan Wolff. De wapens
van alle provincies en van alle landen, waartegen Sparta ooit
gespeeld heeft.
Die dingen deden het heel aardig met hunne wapperende vaantjes.
In het voorbijgaan zag ik het wapen van Zeeland „Luctor et
Emergo". Dat vertalen ze tegenwoordig bij Sparta door: „ik knoei
en ga naar onder".
JAN VAN BUITEN.
Toen de eerste berichten van Ajax zege in Mokum doordrongen,
was het resultaat komisch. Geen mensch durfde de uitslag als juist
aan te nemen.
Vergeet niet, het was in den ouden tijd. Aethergolven waren
nog niet uitgevonden, althans niet door Vaz Dias geëxploiteerd.
We hadden nog niet onze „zesdaagsche" en ook niet onze eigen
aardbeving. En dat er eens 'n verkeerde uitslag doorgegeven werd,
kwam méér voor.
De eerste gedachte was: Ze hebben de cijfers omgedraaid, het
moet 50 voor Sparta zijn.
Doch toen elk bulletin, dat men bij de diverse sigarenwinkeliers
raadpleegde, onverandert 50 voor Ajax verkondigde, ging men
twijfelen: je kon nooit weten!
Eindelijk werd de laatste twijfel weggenomen. De eerste sup
porters, de menschen die het „zelf gezien" hadden keerden met
schorre stemmen terug uit de Maasstad en de Mokummers jubelden,
'n luxe die ze zich in die jaren slechts spaarzaam konden per-
miteeren!