A J A X CLUBNIEUWS - PAG. 51
taat te komen, zich veel meer inspannen dan Ajax.
Zoo'n extra rust is dan in zoo'n geval een mooie ge
legenheid om weer op adem te komen.
Toen het spel dan ook weer hervat werd, boden
de K.F.C.'ers opnieuw geestdriftigen tegenstand.
Een fraai staaltje individueel spel van v. Reen en
bracht juist in deze periode van wisselende kansen
schijnbaar de beslissing.
Met den bal nu eens niet op z'n schoen, doch op z'n
hoofd, passeerde Piet op fraaie wijze de Koogsche ver
dediging en joeg met een laatsten forschen hoofdknik
den bal langs van 't Hoff.
We schreven het reeds:
Deze goal scheen de beslissing te brengen.
Ook de opnieuw vergrootten achterstand kon het
Koogsche vuur evenmin blusschen als het overtollige
hemelwater.
Enkele minuten later had de Zaansche ploeg opnieuw
den Ajax-aanhang in onzekerheid gebracht door haar
tweede tegenpunt te scoren.
Cor Jurriaans viel toen uit en werd vervangen door
Ten Have, die Cor op keurige wijze verving.
Doon legde op een wijze als reeds hierboven om
schreven den grondslag voor onze vierde doelpunt en
toen bleek inderdaad de beslissing gevallen te zijn.
In snel tempo volgden nog drie doelpunten, waarvan
vooral het laatste, een v. ReenenVolkers-produkt,
'n juweeltje was.
Zoo hier en daar hoorden en lazen we, dat de
Koogsche ploeg tegenviel.
Deze meening werd waarschijnlijk veroorzaakt door
het verloop, dat de AjaxK.F.C.-wedstrijd het vorig
seizoen had.
We wonnen toen vrij gelukkig met 32, doch men
vergete niet, dat er toen geen Wim Anderiesen \vas,
die in den vorm, waarin hij tegen K.F.C. speelde, stellig
in ons land z'n weerga niet vindt.
Wij voor ons vonden K.F.C. zeker niet minder sterk
spelen dan het vorig seizoen en voor hun wilskracht
en geestdrift nemen we ons petje af, vooral ook omdat
het spel, ondanks deze twee factoren, steeds volkomen
correct bleef.
HAARLEM—AJAX.
Hoe is het mogelijk, dat hetzelfde elftal als dat de
vorige week speelde, zóó falen kan, zei Delsen zuchtend
na afloop van Haarlem-Ajax.
Velen zullen dezelfde verzuchting geslaakt hebben
en het dient erkend: de roodbroeken hebben 'n ge-
voeligen deuk in onzen juist weer opkomenden pres-
tige-knobbel geslagen.
Het groote verschil tusschen het spel van 23 en
30 October was, dat tegen K.F.C. een elftal in het veld
kwam, dat wilde winnen en tegen Haarlem de over
tuiging, dat gewonnen zou worden, al te voren aan
wezig was.
Tegen K.F.C. nam Ajax het initiatief en in Haarlem
werd het eerste kwartier zoo kalm aan gespeeld, dat
de roodbroeken geleidelijk het spelbeeld konden gaan
beheerschen.
Toen het eenmaal zoover was, kwam de Haarlem
voorhoede, uitmuntend door Oldenburg gesteund, uit
stekend op dreef, slaagde er in drie mooie goals te
maken en had daarmee een solide basis voor de over
winning gelegd.
Eerst toen zagen onze menschen den ernst van den
toestand in en werd er harder aangepakt.
Het laatste kwartier vóór de rust beheerschte Ajax
het spel. In deze periode heeft de Haarlem-achterhoede
het 't zwaarst te verantwoorden gehad.
De eene hoekschop volgde de andere op en vooral
W. Anderiesen bracht met z'n kopballen het Haarlem-
doel in groot gevaar.
Eens belandde de bal van z'n, hoofd op de deklat.
Verder dan een flink veldoverwicht en een serie
hoekschoppen kwamen we echter niet en zoo ging de
rust in met den voor ons weinig bemoedigenden stand:
30 voor Haarlem.
Na de hervatting bleek direct, dat Haarlem niet van
plan was het initiatief uit handen te geven.
'n Felle aanval over den rechtervleugel geleid volgde,
waarbij ons doel ternauwernood aan een vierde door
boring ontsnapte.
Haarlem bleef ons doel belagen en eerst nadat W.
Anderiesen uit een strafschop ons eerste tegenpunt ge
scoord had, begonnen de roodbroeken meer verdedi
gend te spelen.
De snelle Haarlem-aanval bleef echter uitermate ge
vaarlijk en feitelijk zijn ook in het laatste half uur de
beste kansen voor Haarlem geweest, ondanks het veld
overwicht van Ajax.
Uit één der snelle uitvallen maakte Haarlem na een
missen van onze verdediging haar vierde goal en daar
mee was de laatste hoop van rood-wit om tenminste
nog één puntje uit den strijd te sleepen, den bodem
ingeslagen.
Beide partijen scoorden nog éénmaal, doch dat was
slechts franje". Reeds met 41 was de strijd beslist.
Haarlem's voorhoede speelde een aantrekkelijke en
intelligente partij voetbal en was stellig het sterkste
deel van de ploeg.