PAG. 178 - A J A X CLUBNIEUWS passeeren wij, even later de planten- en boomkwee- kerijen en dan die aardige rij van houten villatjes. Verscholen liggen ze in groen en versierd zijn ze met prachtige bloemen. Nu rijden wij wat langzamer en zoo komen wij op den ouden weg naar Laren, vlak achter Naarden. Even recht door en dan links af, de lanen door. En wat voor lanen. Hooge boomen rechts van ons en links ligt diep beneden den weg, een heuvelachtig weiland, met hier en daar een boschje, waardoor wij soms een beekje zien stroomen. Schit terend is het. Zoo naderen wij Huizen en zien reeds in de verte de masten van het zendstation. We kron kelen nog een beetje en zitten even later midden in het dorp. Nu 't veld? Even vragen. ,,Het voetbalveld? O, recht maar aan houden, naar de haven." Een minuut of wat later zijn wij bij het veld en daar zien wij een massa menschen, waar je van omvalt. Vier groote vlaggen op de hoeken van het veld, terwijl het zendstation een paar honderd meter achter één der doelen blijkt te liggen. Wij rijden even door, manoevreeren langs men schen en ijskarren en stoppen vlak achter het kleed lokaal. Allen zijn nu present. Na enkele minuten gaan onze jongens, laat ik liever mannen zeggen, wat intrappen. Het is een vreeselijk ongelijk veld, zande rig en toch glad. Het lijkt wel of er mos groeit. Ze zijn nog niet eens allen in het veld of daar komt het Huizer fanfarecorps, met volle muziek uit één der straatjes, recht op het veld af. Het corps wordt door de jeugd tegemoet geloopen en onder gejuich nemen de heeren musici plaats voor de kleedkamers. Het lijkt wel feest. Eenige bestuursleden vertellen, dat speciaal voor dezen wedstrijd, het veld omrasterd is en weer van andere heeren vernemen wij, dat de laatste dagen in Huizen over niets anders gesproken werd, als over dezen wedstrijd. Intusschen heeft men stoelen voor ons gehaald en neemt de wedstrijd een aanvang. Het elftal van onze „ouwe mannen", stelt zich als volgt op: Rous Kuipers de Wit Bakker de Kruiff de Jong Roodenburgh J. de Boer T. v. Os Brink K. de Boer Excelsior, de tegenpartij, is op het hobbelig veld natuurlijk beter thuis als Ajax. Na eenig heen en weer getrap, waarbij de Ajacieden nog al eens mis sen door het vele effect, komt Excelsior goed opzet ten en mist reeds direct een opgelegde kans voor open doel als de bal wegstuiterd op een heuveltje. Even later geeft Brink een goed schot, maar het wordt even goed door den keeper gehouden. De bal gaat weer naar den anderen kant en Rous krijgt een applausje als hij een hard schot goed wegwerkt. Enkele onzer gaan een andere speelwijze volgen, het stoppen van den bal wordt vergeten en alles, gezien het veld, meteen weggewerkt. André geeft dan een goede pass naar voren, Toon stormt er op in en schiet keihard tegen de lat. Direct daarop krijgt Rous de bal, hij redt goed en zoo terloops werkt hij de Wit tegen den grond. Reeds nu blijkt, dat de buitenspe lers van Excelsior goed zijn, vooral de linksbuiten, terwijl de spil het spel keurig verdeeld. Ook de kee per en midvoor zijn lang niet slecht. Dan krijgt de linksbuiten op een moment de bal te pakken, rent naar binnen en schiet hard in. Rous ziet schijnbaar niets, de bal komt tenminste hard tegen z'n buik terecht, stuiterd het veld in en de Wit redt. Een minuut hierna houd hij een hard ingekopten bal schitterend. Dan krijgen de onzen weer een bevlie ging, maar als Brink wil schieten, werpt de Excelsior- keeper zich boven op den bal en de kans is verloren. Zoo wordt dan doorgespeeld tot de rust met Excel sior in de meerderheid. Rust 00. Als de spelers nog niet eens in de kleedkamer zijn, zet de muziek reeds een marsch in en als men twee nummers gespeeld heeft, komen twee heeren met een groot aantal flesschen bier aanzetten, waarop de muzikanten een wijle pauseeren. Onze mannen spre ken intusschen af, uit een ander vaatje te zullen tappen, hier wordt natuurlijk de tweede helft van den wedstrijd mee bedoeld en als dan ook even later de fluit weerklinkt, zijn wij vol verwachting en goe den moed. Uit alles blijkt echter al gauw dat ze op het onge lijke veld niet terecht kunnen, terwijl Excelsior steeds beter gaat spelen. Het duurt dan ook niet lang of de linksbuiten rent door alles heen en kogelt de bal on houdbaar in doel, welk doelpunt met een donderend gejuich wordt begroet. Daan zorgt dan voor een lach salvo, als hij bij een toegespeelden bal, over een on effenheid struikelt en met zijn armen uitgespreid over den bal heenzweeft. Dan worden wij, de sup porters, langs de lijn gestoord, door twee heeren, die de toeschouwers met enthousiaste bewoordingen aansporen, iets te offeren voor de vereeniging. Zelf heb ik no. 1193 en op het papiertje staat verder ge drukt: Steunbon welke wij U beleefd aanbevelen. In het veld gaat het bij ons steeds meer bergafwaarts en het duurt niet lang of het is 40 voor Excelsior, waarmede het einde komt. JACK.

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1932 | | pagina 8