'mmmmmmmmmmmmw/mmaz PAG. 96 - A J AX CLUBNIEUWS L zullen vele zakenmenschen met het oog op Ma Laise 1931 hartgrondig naar den volmaakt verleden tijd gewenscht hebben, ons oude Ajax heeft in stilte 'n traan weggepinkt bij het verscheiden van het oude jaar. Anno 1931 zal bij ons in dankbare herinnering blijven, zij bracht ons weer eens den felbegeerden Nederlandschen Kampioenstitel en daarnaast ter onderstreeping van het feit, dat het geheele Ajax lichaam zich in 'n prima ge zondheidstoestand mag verheugen, nog 7 andere kam pioenselftallen. Na het vele goede wat 1931 ons gaf, zorgde zij bovendien nog voor 'n Lucky End in den vorm van de opheffing van Jan Diepenbeek's schorsing. Het is 'n onaangename en onverdiende geschiedenis voor je geweest Jan, doch 'n lichtzijde zat er toch ook weer aan en wel in den vorm van de uitbundige sym^ phatiebewijzen die je, zoowel van pers, publiek, als medespelers mocht ontvangen. Zelfs door den aether heeft men tegen je schorsing geprotesteerd. Intusschen is het leed geleden en heeft de Commissie de voorloopige schorsing een voldoende straf gevonden en daarnaast volstaan met nog drie onzer spe!ers een berisping te geven. Laten allen daaruit de wijze les putten, dat zelf^ beheersching, zelfs onder de meest ongunstige omstandige heden, zoowel 'n eigen als 'n clubbelang is. Zeer vaak tracht men nu eenmaal het technische spel van Ajax en dat geldt niet alleen voor het eerste te breken door onnoodige forschheid. Wij adviseeren al onze leden ,,Ga er niet op in, blijf voetballen in den goeden zin des woords en zorg er voor dat de naam Ajax, evenals tot dusver bijna altijd het geval geweest is, nimmer op de straflijst voorkomt." Het debuut van 1932 kunnen we niet roemen. Nog zijn er geen 3 weken verloopen of onze laatste twee kansen op ongeslagen kampioenschappen zijn naar de maan. Ajax 1 en de Jun. B kunnen de schoone droom van 'n definitieve 0 onder de rubriek verloren wedstrijden vaarwel zeggen. Laten we evenwel niet van den hak op den tak springen en ons overzicht van het Ajax=gebeuren in de afgeloopen weken beginnen met 'T GOOI—AJAX. Tegen 't Gooi werd voor de eerste maal van dit seizoen op 'n zeer zwaar veld gespeeld en dat bleek ook voor onze menschen, nu ze zoo'n tijd achtereen op goede velden gespeeld hebben, een handicap. We kunnen het over dezen wedstrijd niet met ons zelf eens worden of de 9—2 te gunstig dan wel te on= gunstig voor ons geweest is. Roepen we het levendige, met voetbaLintelligentie doorkneede tegenspel van de Hilversummers in onze gedachte terug, dan neigen we te zeggen, dat de neder laag voor hun te zwaar was. Denken we daarentegen weer aan de geweldige hoe veelheid werk die Cohen in het Gooi doel te doen kreeg en daartegenover de weinige malen dat Bonne- veld de handen uit de mouwen moest steken, dan meenen we weer te moeten concludeeren dat 't Gooi met 9—2 de handen dicht mag knijpen. In ieder geval mogen we onze tegenstanders een woord van lof niet onthouden. Zij bevestigden volkomen den goeden indruk, dien wij in Hilversum reeds van hun kregen. Zelfs de zware nederlaag, na het aanvankelijk hoopvolle begin, bracht geen der Gooiers ertoe, door ruw of zelfs maar te forsch tegenspel, het normale wedstrijdverloop te trachten te stuiten. 't Gooi maakt 'n typische overgangsperiode door, van het pootig opportuniteitsvoetbal, naar het technisch wetenschappelijke. Die weg gaat niet over rozen, dat zullen de Gooiers wel reeds bemerkt hebben. Als zij echter de kracht tot doorgaan op den een^ maal ingeslagen weg kunnen vinden, dan zal op den duur succes niet uitblijven. De wijze, waarop nu reeds diverse Gooispelers zich door hun goede balbehandeling, aan de moeilijke terreins omstandigheden aanpasten, was veelbelovend. Doelman Cohen was de held van den dag, deed alsof er geen modder bestond en stopte tal van schoten, die reeds voorbestemd schenen doelpunten op te leveren. Het hartelijke applaus, dat zoowel na beëindiging van de eerste, als de tweede helft, bij zijn gang naar de kleedkamer weerklonk, was 'n welverdiende belooning. Het ontbreken van den Dolder en Wentink was verder 'n ernstige handicap voor de Hilversummers. Dat zij het niet verder dan twee doelpunten wisten te brengen, was wel grootendeels te wijten aan het sublieme backspel van Diepenbeek en van Kol.

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1932 | | pagina 2