PAG. 12 A A X CLUBNIEUWS
Wie heeft Kampioensmedaille Junioren
1924/25 verloren?
INDRUKKEN VAN EEN LEEK.
Lach er om, zoo gij verstandig zijt.
(Seneca.)
Ergens aan de zee ligt het brave land Koekebakkeranda. Het is
een geluk, dat het aan de zee ligt, anders hadden zij op de atlassen
geen ruimte gehad om de naam te zetten.
In- oude tijden zaten de jonge Koekebakkerandeezen onder de
plaatselijke lindeboom en dronken zooveel van de nationale drank,
dat zij een tikje wild werden, een beetje gingen knokken en andere
lui lastig vallen.
Tot er op een goede dag een vreemdeling aanspoelde, die ze een
nieuw spel leerde; hij duwde een groote bruine knikker met zijn
voet vooruit, tot hij tusschen twee palen doorging en als dat lukte,
was de vreemde man heel blij en sprong in de lucht. In het begin
dachten de inwoners van Koekebakkeranda, dat de man door een
wesp of door de zon gestoken was, maar toen hij steeds zoo bleef,
probeerden ze het zelf ook eens en ziet, ook zij werden blij en
sprongen in de lucht. In een minimum van tijd verrezen overal
palen en zag men jongelingen bezig met de knikker tusschen die
palen door te werken; de ouden van dagen, die zich hielden aan de
nationale drank, zeiden, dat het land naar de haaien ging, maar
niemand trok zich daar iets van aan.
Steeds meer jonge mannen speelden met de knikker en er kwam
een Bond, die de heele zaak regelde; tot op een goede dag een
ondernemend Koekebakkerandees met primitief economisch inzicht
begreep, dat de zaak nog beter zou gaan wanneer al de lui die
stonden te kijken een beetje geld moesten betalen, want iets dat
geld kost is altijd beter dan iets dat je voor niets krijgt. Aldus vroeg
hij aan de kijkers een beetje geld en nog een beetje meer geld en
een heeleboel geld, wat deze graag gaven, want zij vonden dat
spel met die knikker verbazend opwindend. De groote knikkerbond
werd rijk en op zijn balans vond men vele reserves met velerlei
namen.
Maar het spel bleef hoofdzaak, jawel meneer. Geld was bijzaak,
daar ging het niet om, o nee, hoor, het ging om de lichamelijke
ontwikkeling van het volk van Koekebakkeranda.
Toen plotseling vond een meneer in het verre Amerika iets uit;
hij had al meer uitgevonden, maar daar hadden zij in Koekebak
keranda niet zoo'n last van gehad. Maar nu ging 't een beetje te
ver; die meneer in Amerika vond een duivelsding uit, zoodat het
mogelijk werd, dat iemand, die op het veld naar het knikkerspel
zat te kijken, vertelde wat er gebeurde en dan konden thuis een
heeleboel menschen begrijpen, wat er aan de hand was.
De groote Knikkerbond begreep, dat dat duivelsding een pracht-
middel was om menschen, die anders nooit naar het knikkeren
gekeken zouden hebben, toch te bereiken en hun belangstelling op
te wekken, zoodat wanneer de Bond een wedstrijd liet spelen, het
duivelsding de zieken en de teleurgestelden, die geen kaartje hadden
kunnen koopen, vertelde hoe het spel verliep.
Maar toen vroeg een van de groote knikkerclubs of zij, als zij
een belangrijke wedstrijd hadden, waarin veel menschen belang
stelden, ook dat duivelsding niet mochten gebruiken.
Ho, ho! zei toen de Knikkerbond, dat gaat niet, quod licet Jovi,
non licet bovi, wat zooveel zeggen wil als: wat wij magge dat
magge jullie niet. Want als jullie dat ding gaan gebruiken, gaan
onze kleine Koekebakkers aan het schreeuwen, dat hun klanten
wegblijven.
En inderdaad schreeuwden de kleine Koekebakkers, dat dat zog
maar niet ging, want, zeiden zij, dat kost ons geld.
Er was. een enkele onnoozele, die mummelde, dat hij dacht, dat
geld maar bijzaak en de lichamelijke ontwikkeling etc., hoofdzaak
was, maar die werd direct onder de voet geloopen. Enkele aller
akeligst moderne luidjes zeiden, dat je de ontwikkeling toch niet
tegen kon houden en dat 't een mooie propaganda voor het knikker
spel was en dat vele menschen, die vroeger nooit kwamen kijken,
nu door dat duivelsding belang waren gaan stellen in het spel.
Maar op de jaarlijksche bijeenkomst van de Knikkerbond klaag
den de kleine Koekebakkers, dat het hun geld zou kosten en aan
hun geld moest je niet komen; geen een sprak er van de lichamelijke
enzoovoorts. Dus namen zij het besluit, dat- dat nieuwe duivelsding
op de Koekebakkerandeesche knikkervelden niet gebruikt mocht
worden.
Maar op diezelfde bijeenkomst spraken zij er over, dat zekere
lieden, die jonge Koekebakkerandeezen opleidden in het spel, daar
voor geld kregen en toch zelf wilden blijven knikkeren;
Bah, riepen zij uit, geld, schande, het gaat toch om de lichame
lijke u-weet-wel; geld is toch zeker bijzaak, foei, laat ons dat
woord nooit meer hooren. En toen namen zij een besluit, dat dat
vooral niet meer mocht. Omdat zij amateurs zijn en spel, spel-
verbetering en propaganda hoofdzaak zijn, en geld geen rol speelt.
En toen lachte er niemand. Dat kwam waarschijnlijk, omdat het
in Koekebakkeranda gebeurde. v. d. B.
(overgenomen uit De Sportkroniek).
IIIII1IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIH
DIPLOMA'S NIEUWE SEIZOEN
Wij vestigen nogmaals de aandacwt van onze leden er op dat
de diploma's voor het komende seizoen deze week ter beschikking
liggen bij Drukkerij Jesse, N.Z. Voorburgwal 160.
Terug te bekomen Middenweg 61, C. E. de Vlieger.
VAN DE REDACTIE.
Ons volgend nummer zal verschijnen Donderdag 24 September.
Copie liefst zoo vroeg mogelijk, doch uiterlijk 22 September 8 uur
aan het redactie-adres: Brederodestraat 75.
Opstelling van het Fortuna-elftal voor a.s. Zondag:
Pesch
Trautwein, Bornefeld
Gottschall, Bender, Breucx
Albrecht, Janes, Hochgesang, Kohier, Kobierski