188
CLUBNIEUWS DER A.F.C. AJAX.
hebben een gering voordeel voor de doelen, hetgeen
Feuz aanleiding geeft het publiek te laten applaudi-
seeren.
Op de andere speelhelft strandt alles op de mach
tige achterhoede.
Bij de hervatting: bloemen, gelukwenschen en
men begint weer. Het spel is hetzelfde: na 10 minu
ten. spelens moet Feuz, niettegenstaande hij nog
tracht weg te duiken den gelijkmaker toestaan.
Er wordt weer verder gespeeld, een aanval van
Grettler, Truan en ten slotte is het Lehmann, die het
tweede doelpunt scoort.
In het Lausansche kamp hoopt men op een over
winning, maar ook de gasten verwachten, haar. Zij
ploeteren met allen ijver, en de geheele verdediging
van Racing" is aan het werk.
Een schuine bal raakt de paal, vervolgens de doel
lijn en Feuz vliegt er heen om er zich meester van
te maken, als de onverwacht komende Sigrist on
willekeurig den bal in het net werkt.
De strijd wordt voortgezet en eenigen tijd later
blaast scheidsrechter Dupuis d'Yverdor het- einde.
NACHTFEEST OP HET MEER VAN GENÈVE.
's Avonds werd ons door de Racing-club een nacht
feest op het meer van Genève aangeboden.
Met een fraai verlichte salonboot, voorzien van
muziek, maakten we dansend en zingend een tocht
over het mooie meer, waar tegen de oevers de talrijke
stadjes en dorpjes hun aanwezigheid verraden door
een zee van flonkerende lichtjes en boven ons hoofd
flonkeren de sterren met Zuidelijke helderheid aan het
firmament. Een sprookjesavond!
DE LAATSTE DAG IN MONTREUX.
Nog eenmaal gingen we terug naar Montreux, nog
eenmaal doken we in het meer van Genève, lieten ons
per waterrutschbaan er in glijden, kano-den, roeiden en
toen namen we met 'n zucht afscheid van den Dent
du Midi, die z'n forsche besneeuwde top zoo fier
boven de samenglooiing van de Chablais en Freiburger
alpenketen verheft.
Henri Delsen ontlokte aan de van het nachtfeest
overgehouden speelgoed-saxofoon 'n smartelijk ,,Ze
zijn voorbij, die wonderschoone dagen" en per
MontreuxBerner Oberland Bahn, vertrokken we naat
Zweisimmen en vandaar naar het allerliefst gelegene
Spiesz.
Daar hadden we als men er heel erg op aangedron
gen had, nog wel een weekje willen blijven. Op reis zijn
we nu eenmaal de beroerdsten niet!
De korte boottocht van Spiesz naar Thun was prac-
tisch het einde van onze vacantie.
Het was een kort doch waardig slot. Op den achter
grond van het Thunermeer hadden we het uitzicht op
den Eiger, der Mönch en die Jungfrau, de laatste was
ietwat in de wolken. Geen wonder, het gebeurt niet alle
dagen, dat de Kampioen van Nederland naar je kijkt!
Van Thun naar Bazel en daarvandaan naar Amsterdam.
Onderweg werd Oudheusden nog 'n souvenir aange-
De laatste uren in Montreux Plage.