ZONDAG 7 JULI 1931, 163 CLUBNIEUWS DER A.F.C. AJAX. Wat een slot, wat een slot. Tempotempois tegenwoordig de eisch van den modernen tijd en dat we in dit opzicht niet achterlijk zijn, is op zichzelf al een verdienste. Dat Ajax bovendien alles in het werk gesteld heeft om van zweetvoetbalverschoond te blijven, is een dubbel compliment waard. Zonde, eeuwig zonde, dat Vrouwe Fcrtuna ons tegen Feyenoord zoo leelijk in den steek liet en hare gaven, lonkjes en lachjes in zoo ruime mate alleen aan de tegenpartij schonk, andersja anderssodemerammel ik moet er niet aan denken. Maar misschien waren we dan wel van vreugde in een zekere inrichting gekomen, enwe houden in ieder geval toch nog een prachtkans op den titel. Drie zware wedstrijden in acht dagenhet blijft een rrreuzen-prestatie mannen en met Dr. Terwen zeg ik: héél sportlievend Amsterdam is trotsch op jullie. HULDE. Het feit dat de honderdste competitie-goal in ,,de Stad van Philips" gescoord werd, was voor onze Dames- supportsters aanleiding den maker hiervan, een aardig souvenir aan te bieden. Wim Volkers was de gelukkige schutter, en een mooi schemerlampje werd hem als herinnering aan zijn historische-treffer in de lichtstad over handigd. Dat er tijdens het diner stemmingwas, behoef ik zeker niet te memoreeren, het was „knallend Zelfs vond ik nog gelegenheid onderstaand „epos" te fabriceeren: het refrein werd zóó lustig door allen meegebruld, dat de Philips-fabrieken op hun grondvesten schudden. Neurie het ook even mee, als een kleine hulde aan ons kranig elftal. Wijze: De Gilde viert. We wonnen fijn van P.S.V., En zitten vroolijk aan 't diner, Een groote Pils te drinken, We staan vandaag weer aan de top, Daar drinken we een borrel op, Kom laat de glazen klinken, Wij eeren Majesteit den Bal, Dat doen ze trouwens overal, Het blijft eendonkerbruin-geval, Hóóg het glas, Hóóg het hart, Hóóg het lied. Waarom geprutteld of gekniesd, Als Feyenoord een punt verliest, Ze heeft een zware dobber, Dan nemen we beslist revanche, Al won Van Heel de eerste manche, Ons Ajax wint de robber, Wij eeren Majesteit den Bal, Dat doen ze trouwens overal, Het blijft een dónkerbruin-geval, Hóóg het glas, Komt Feyenoord er echter wel, Dan staan we leelijk buitenspel", Dan valt er niets te kletsen, Dan rest ons nog één schrale troost, En als oud-sportsman zeg ik proost, De Titel komt in 't Westen, W^ij eeren Majesteit den Bal, Dat doen ze trouwens overal, Het blijft een donkerbruin-geval, Hóóg het glas, Hóóg het hart, Hóóg het lied. Hóóg het hart, Hóóg het lied. SCHOfl/AADT 1 TRIC-TRAC.

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1931 | | pagina 3