CLUBNIEUWS DER A.F.C. AJAX. 173 ;s^L NAKLANKEN VAN DUITSCHLAND—OOSTENRIJK. E verpletterende nederlaag tegen hun Zuidelijke buren is den Duitschers, zooals te begrijpen, „in die Glieder i gefahren". Toen scheidsrechter Ohlsen het eindsignaal liet weer- 1 klinken, bleven de 40.000 toeschouwers in het Grüne- wald Stadion eerst nog 'n wijle verstomd zitten en toenbrak de kritiek los! En 'n kritiek zonder genade, niet alleen van „Der Mann in der Strasse", maar ook en niet minder heftig, van de pers. Zware woorden zijn er gevallen; van de spil wordt gezegd, dat hij zoo'n volledige mislukking was, als slechts eenigszins mogelijk, van een ander, dat hij zich tot op het been geblameerd heeft. Zelfs Knöpfle, den kanthalf, die hier tegen Hol land zoo'n uitstekende pers kreeg, is volkomen in ongenade. Links back Weber is zoo ongeveer de eenige wien woorden van waar- déering ten beurt vallen. DE DUITSCHE KEUZE COMMISSIE. Natuurlijk krijgt ook de elftal-commissie 'n pil te slikken. In „Der Kicker" schrijft Redacteur Bensemann: „Zes goals tegen, mijne Heeren, dat is geen nederlaag meer doch 'n katastrophe". Dezelfde schrijver legt den Duitschen Voetbalbond de vraag voor of het niet beter zou zijn de keuze-commissie met groot verlof te zenden en in navolging van het Oostenrijksche voorbeeld, waar Hugo Meisl het elftal samenstelt, ook zoo'n „Bundeskapitan aan te stellen. De Heer Bensemann vergeet hierbij, dat de toestanden in Duitsch- land en Oostenrijk zéér uiteenloopen. In Oostenrijk is bijna het geheele voetbalwezen d.w.z. de spelers van klasse in Ween en gecentraliseerd, waar de geheele Oostenrijksche prof liga, gemakkelijk door één persoon waargenomen kan worden. Begin daar echter in Duitschland eens aan! BEWONDERING VOOR HET SPEL DER WEENERS. Naast alle kritiek over het eigen elftal is men bij onze buren echter een en al bewondering voor hetgeen de Weensche voetbal- artisten getoond hebben. Dr. Martin Schröder schrijft: Alles te zarnen kan men zeggen dat nog nooit een buitenlandsch elftal op Duitschen bodem zóó over tuigend, zóó boven alle begrippen gaande schitterend gespeeld heeft als het Oostenrijksche keurelftal op den 2en Pinksterdag. Ieder op zich zelf 'n uitblinker en allen te zamen als eenheid schitterend, toonden zij voetbal in" 'n schoonheid, zoóals we ons nooit beter wenschen kunnen. En met Dr. Martin Schröder erkennen ook alle anderen: Zelfs met de sterkste bezetting, bijv. Kresz in doel, Kund als linksbuiten, Leinberger als spil, zou Duitschland niet in staat ge weest zijn tegen de Weensche profs méér te bereiken dan 'n eer volle nederlaag. MEENINGEN VAN BUITENLANDERS. Ook de aanwezige buitenlanders waren vol lof over het Oosten rijksche spel. Zoo luidde bijvoorbeeld het oordeel van Jacksan, Chelsea's voorhoedespeler: Een wedstrijd, zooals men slechts in 'n paar jaar 'n enkele ziet, beter voetbalspelen is onmogelijk. De Zweedsche scheidsrechter Ohlsen verklaarde na afloop: De Oosten rijkers spelen het beste voetbal ter wereld: Zij zijn zulke virtuosen, dat men het moeilijke van hun kunst nog maar juist begrijpt. Daarbij spelen zij absoluut fair Thans willen we even in herinnering brengen hetgeen we na afloop van onzen midden Europeeschen tour van het vorig jaar in ons reisnummer schreven: Wij hebben nooit sterker en sportiever voetbal gezien dan in Weenen. Het spel, zooals wij het in Weenen zagen, is werkelijk voetbal. Het spelen van den bal met den voet en niet het botsen van lichamen tegen elkaar. Dat is tevens ook als men het zoo noemen wil het zwakke punt. Duitschland heeft waarschijnlijk geen poging in die richting ge daan, doch een pootig spelende ploeg kan o.i. elke technisch brillant spelende ploeg beletten haar spel te ontwikkelen. Niet dat Oostenrijkers zulke tengere knapen zijn, doch ook al kunnen zij tegen 'n stevigen duw, het brengt hun uit hun spel, zij gaan dan temperamentvol als zij zijn, oog om oog en tand om tand toepassen en vergeten hun „kunstvoetbal" te spelen. Kunst voetbal is het juiste woord. In technisch opzicht zal menige Duitscher of Hollander en zeker alle Engélsche profs hun evenaren. Er is echter naast techniek en positie kiezen iets specifieks in het Oostenrijksche spel, dat zich moeilijk onder woorden laat bren gen. Wij zouden het willen noemen: Fantasie. Zij hebben in hun aanvalsspel iets onberekenbaars, krijgen midden in hun actie 'n origineelen inval en zetten deze direct in de daad om. Zoo herinner ik mij 'n staaltje van Rapid's linkervleugel tegen ons. De linksbinnen dreef den bal in den linkerveldhoek even buiten het strafschopgebied in de richting van ons doel. Plotseling liep hij zonder bal door en achter hem spurtte linksbuiten Wessely toe en schoot achter en langs den wegloopenden linksbinnen den bal kei hard in ons doel, waar Jan de Boer volkomen verrast werd. DE MEENING VAN DEN HEER HIRSGHMAN. Bij den wedstrijd AjaxGo Ahead hadden we nog even ge legenheid den Heer Hirschman, de Nederlandsche afgevaardigde op het F.I.F.A.-congres, welke den wedstrijd DuitschlandOosten rijk hééft bijgewoond, even naar z'n meening te vragen. De Heer Hirsohmann qualificeerde den wedstrijd in één woord als schitterend en roemde het fijne spel der Oostenrijkers, die elke onnoodige botsing vermeden. Niet alleen in Berlijn was het succes der Weeners groot. Gelijk tijdig met den landenkamp vonden nog twee stedenwedstrijden plaats, n.l. KeulenWeenen en DuisburgWeenen, beide eindig den in overwinningen voor de Oostenrijkers, met resp. 6-1 en 62 werden de Duitsche broeders in de pan gehakt! Als men dan bovendien nog constateert dat op dezelfde Pinkster dagen, tal van wedstrijden in Weenen gespeeld werden en Rapid 'n compleet Pinkstertournooi had georganiseerd waarbij de Weeners o.a. WackerMünchen met 31 klopten, dan moet men wel onder den indruk komen van de geweldige kracht die er van het Weensche voetbal uitgaat.

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1931 | | pagina 13