INDRUKKEN VAN DE CUP FINAL
146 CLUBNIEUWS DER A.F.C. AJAX.
Het bewijst, dat hier eigenlijk 'n leemte is in het reglement en dat
er behoefte bestaat aan twee maten van straf voor overtredingen
vóór het doel. Eén de zwaarste tegen vergrijpen, die 'n
goede scoringskans verhinderen en een lichtere straf voor ver
grijpen, die wel is waar gestraft moeten worden, doch geen wezen
lijken invloed op het spel hadden. In het laatste zou bijv. een
gewone vrije schop van den rand van het strafschopgebied be
hoorlijk voorzien.
Ik zag zoo'n geval nog kort geleden op ons tweede veld. Adé
floot 'n wedstrijd tusschen Ajax en V.V.A.-jeugd.
In de rood-zwarte strafschopruimte werd Wimpie Schoevaart
onbehoorlijk ten val gebracht, echter op 'n moment, dat de keeper
van V. V. A. veilig en wel den bal in z'n handen had. We hoorden
Adé denken: Ja, dat kunnen wij deklatten, in tegenstelling met
de menschen, wat trouwens maar gelukkig is! Het is zonder
twijfel 'n overtreding en ik zou in het veld zonder meer straffen,
doch nu 'n penalty geven op 'n moment dat Ajax niet de minste
scoringskans heeft, dat is te zwaar.
Intusschen is dit laatste gedeelte van m'n brief niet meer dan
voetbalphilosofie en wij deklatten hebben er niets in te vertellen.
Nu, amice, mocht je nog iets onduidelijk zijn, dan schrijf je het
me maar en dan zal ik het aan de hand van verschillende voor
beelden nog beter in je houten kop trachten te timmeren.
Je vriend
DEKLAT.
Roelof Vunderink, één der leden van het
Ajax-reisgezelschap dat ter bijwoning van
het grootsche sportgebeuren naar Engeland
toog, vertelt.
Bij onze aankomst in Londen kon men al dadelijk
bemerken, dat het de dag der cup final was. Overal
ontmoetten wij supporters van de Birmingham-clubs,
getooid met groote rosetten of in de clubkleuren. Velen
echter hadden een blauwwitte muts op het hoofd of
waren zelfs geheel en al gekleed in de clubkleuren.
Hier doet men gek, maar in Engeland doet men het
toch nog een beetje erger! Ondertusschen begon het
knap te regenen en na een kort bezoek aan St. Pauls
Cathedral en de Bank of England werd er besloten het
Bedford-hotel te gaan opzoeken. Na een angstwekkend
gescharrel met de underground kwamen we ten slotte
met een man te kort in het Bedford-hotel aan. Het
verloren schaap kwam zich een half uur later echter
weer present melden. De hall van het hotel was geheel
en al gevuld met county-men, maar gezellig vond ik het
er overigens niet, aangezien er alleen door de Hollan
ders gesmoesd werd. Eigenaardig volk, die Engelschen!
Ongeveer één uur begon de uittocht naar het ge
weldige stadion. Vanaf het Euston-station gingen we
per spoor naar Wembley. Een ontzaggelijke menigte
verzamelde zich op de perrons, waarvan elke 5 minuten
een extratrein vertrok. De coupé's werden letterlijk vol-
gestampt en de atmosfeer was inderdaad overheerlijk.
&lle ramen gesloten voor den regen en dan maar
Engelsche sigaretten rooken. Heerlijk, jongens!
Om twaalf uur begonnen we aan de lunch., maar het
einde was spoedig in zicht. Nu mag men roemen over
een Engelsche lunch, maar bij mij gaat er niets boven
Heek!
De indruk, dien het stadion op mij maakte, was
overweldigend. Een ontzettende menschenmassa, die
met nauwgezetheid de aanwijzingen en radio-mede-
deelingen volgde van den leider der community singing.
De samenzang was inderdaad indrukwekkend. Vooral
het Abide with me" (een religieus gezang van drie
coupletten) vlak voor den aanvang van den wedstrijd
werd door een menigte van 95.000 menschen met ont
bloot hoofd gezongen. Dit laatste evenwel was met den
stroomenden regen minder aangenaam voor degenen,
die onoverdekt zaten, waaronder ik mij ook bevond.
De wedstrijd zelf was van te voren door insiders als
een slechte final gedoodverfd. Hoe geheel anders is dit
evenwel uitgekomen. Van begin tot einde werd prachtig
hard voetbal gespeeld. De manier, waarop de spelers
zich aan de omstandigheden aanpasten, was verbluf
fend. Het veld was glad. De bal werd evenwel steeds
laag bij den grond gehouden en vooral het stoppen en
onder controle brengen was af. Vooral de rechterwing
van W. Bromwich gaf hierin een prachtvoorbeeld. De
lange rechtsbinnen Carter speelde m. i. het beste in de
voorhoede der Albions. Bijna iedere bal werd door hem
prachtig vrijgemaakt en met groote lange trappen naar
den linksbuiten gespeeld. Prachtige verrassende aan
vallen waren hiervan het gevolg. Slechts zeer sporadisch
speelde hij met zijn rechtsbuiten. De middenvoor,
Richardson, een jongeling van 18 jaar, speelde zuiver
en alleen voor het maken van doelpunten. Den geheelen
wedstrijd stond hij zoo scherp mogelijk opgesteld, wat
hij ten slotte beloond zag met twee goede doelpunten.
Hoe geheel anders was het gesteld met Bradford, den
beroemden centervoor van Birmingham. Deze speler
had het twijfelachtig genoegen een speciale bewaking
te genieten. De centerhalf van de Albion is den ge
heelen wedstrijd niet van hem vandaan geweest. Dat
de Albion hem vreesden, bleek nog duidelijker uit het
feit, dat zij in tegenstelling met Birmingham de buiten
spelers lieten bewaken door de kanthalfs, opdat iedere
doorbraak van Bradford onmiddellijk kon worden ge
stuit door één der backs. Zijn doelpunt, wat hij even
na de rust scoorde, bewees ten volle, dat het het beste
was om hem niet te veel kansen te geven. It was a
beauty! Wat mij verder het meest opviel, was het op
winst spelen. Raakte de een of andere speler in een
moeilijke positie, dan werd er niet gedraald, maar
direct buiten de lijnen getrapt of gekopt. Risico werd