r~ 4 CLUBNIEUWS DER A. F. C. AJAX We hopen spoedig weer eens 'n Belgisch elftal op ons veld te zien. Ondanks het feit dat hun voorhoede met drie invallers speelde, waren de Belgen ons over alle linies de baas. Vooral spil, rechtshalf, rechtsback en doelman waren van bijzondere kwaliteit en ware de afwerking van de aanvallen van gelijke kwaliteit ge weest als den opzet, dan zouden we 'n fiksche neder laag hebben moeten incasseeren. Dat we het spel van de Stormvogels lang niet zoo kunnen waardeeren als van Mechelen, zal ieder die den wedstrijd heeft bijgewoond, duidelijk zijn. Mogelijk dat hét harde veld 'n kolfje naar de hand voor de IJmuidenaren met als gevolg 'n ,,levendigen" bal die als 't ware het spelen met de voeten op borst en kophoogte stimuleerde, onze meening ongunstig beïn vloedt. In ieder geval vinden we het spelen tegen dergelijke tegenstanders geen genoegen en we meenen ons toch nog vaag te herinneren, dat we juist daarvoor zijn gaan voetballen. Opvallend weinig lieten onze spelers zich in dezen kamp door het forsche tegenspel intimideeren en zoo behaalden we ondanks de ongunstige omstandigheden en het uitnemend doelverdedigen van de Waard 'n kleine nuttige 21 zege. Het talrijk opgekomen publiek heeft in ieder geval drie fraaie goals te zien gekregen. Vooral die van Plok- ker en Volkers waren bijzonder mooi. Onze reserves zagen we Zondag j.l. van E.D.O. 2 met 82 winnen. De 8 goals waren nog slechts 'n matige belooning voor het werkelijke eerste klasse aanvalsspel van de voorhoede Twelker Addicks Vogel Jurriaans Heins. Verschillende malen ontkwam het Haarlemsche doel op gelukkige wijze aan 'n doorboring en vier maal een keer zelfs bij 'n penalty verleende het doelhout aan E.D.O.'s keeper assistentie. Het goede steunen van de halflinie was intusschen aan het succes van de voorhoede niet vreemd, wat, als men weet dat deze uit Fijen - Vunderink - den Boer bestond, geen verwondering zal wekken. De twee Haar lemsche doelpunten waren gelegenheids-goals direct en indirect veroorzaakt door verdedigingsfouten. Vooral het begin van den wedstrijd was zeer fraai. In korten tijd had ons aanvalsquintet met afwisselend kort en lang samenspel vier doelpunten laten noteeren. Toen volgden de twee E.D.O.-doelpunten en brak de rust met 42 aan. Na de hervatting volgde weer 'n stevig Ajax-over- wicht, waardoor de stand tot 62 opgevoerd werd. Hierna zakte het spelpeil aanmerkelijk. AJAX 2—E.D.O. 2 Het moment vóór het scoren van onze tweede goal. Slechts de momenten dat onze voorhoede weer eens aanpakte gaven kleur aan den strijd. Nog twee goede doelpunten volgden en met 'n fraaie 82 zege is Ajax 2 weer een stap verder op den kam- pioensweg gekomen. AJAX 3 WEER EENS KAMPIOEN! Natuurlijk laat elk behaald kampioenschap ons redac tioneel hart sneller kloppen, doch vooral het feit dat Ajax 3 weer eens als no. 1 in haar competitie geëindigd is, is voor ons een buitengewone voldoening. Ajax 1 en 2 zijn zoo'n beetje geabonneerd op den eeretitel, Ajax 4 en 5 eindigen ook dikwijls op de eerste plaats. Ajax 3 echter zat de laatste jaren zoo'n beetje in 't hoekje waar de slagen vielen. De laatste drie seizoenen brachten Ajax 3 tweemaal de vierde en eenmaal de zesde plaats en we moeten tot 1926/'27 teruggaan om ons elftal aan den kop te vinden. Vergelijken we den eersten wedstrijd dien we van Ajax 3 in dit seizoen zagen met den laatsten Ajax 3- Bl. Wit 3 dan doet het ons genoegen te constateeren dat het elftal flink vooruitgegaan is. Happel toonde zich 'n zeer goed doelverdediger en in de voorhoede consta teerden we flinken vooruitgang in Schubert's spel. Van zijn beide doelpunten was vooral het tweede 'n juweeltje. Diverse veelbelovende jonge krachten zijn in Ajax 3 ondergebracht, we noemen hier bijv. v. Rooy, Doon, Blomvliet en Japie v. Leeuwen, die het ongetwijfeld verder dan het derde zullen brengen. Ajax 4 en 5 houden den kampioensstap er flink in. Beiden wonnen ook Zondag j.l. weer resp. met 41 en 32 van Spartaan 3 en Z.S.G.O. 2. Ook Ajax 7 smaakte weer het zoet der overwinning; met 101 werd R.C.A. 3 geklopt.

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1931 | | pagina 4