\r
IV
clubnieuws der a. f. c. ajax
"SI
bij Prettige Sympathieke Vrienden
in het donkere zuiden
25
Zondag bij aankomst in de anders zoo rustige lichtstad was al
dadelijk te zien, dat er iets bijzonder te doen was. Voor Hotel
Nypels had zich de Philips~Harmonie opgesteld om het kranige
Elftal van P. S. V. een serenade te brengen.
In het hotel was een keurige receptiezaal ingericht. Vele afge
vaardigden van zustervereenigingen kwamen getuigenis afleggen
van hun groote sympathie voor de lampjesmenschen, en wenschten
P. S. V. toe, dat het haar zou gelukken het Kampioenschap van
Nederland in Eindhoven te brengen. Ondergeteekende wees op de
goede verstandhouding, die tusschen Ajax en P. S. V. bestond en
overhandigde namens Ajax een keurig uitgevoerd schild als herin
nering aan het behaalde „Zuidelijke' kampioenschap. Den wensch
van de vorige sprekers, betreffende een eventueel landskampioen
schap, meende ik niet te mogen onderstrepen, bang zijnde door de
vele aanwezigen voor een „huichelaar" gehouden te worden.
De Heeren Otten en Staal, onderdirecteuren der Philipsfabrieken,
bleven niet achter om de kranige P. S. V.-ploeg te huldigen en
wezen er op, dat tusschen de Philips Sportvereeniging en de Naam-
looze Vennootschap geene andere band bestond dan de sportieve.
Prettig toch, dat dergelijke menschen nog zoo enthousiast met de
verceniging meeleven.
Na de receptie werd plaats genomen in de gereedstaande auto's
en voorafgegaan door muziek van de Philipsharmonie gingen we
met de spelers en de officials naar het keurige P. S. V.-terrein,
voor den wedstrijd P. S. V.Willem II. Hoewel de P. S. V.-ers
met 53 door de rood-wit-blauwe hemden werden ingemaakt,
meen ik ons elftal te moeten waarschuwen: „onderschat de man
nen van Ligthart niet". Zij kunnen beslist beter en roepen om
wraak voor de groote 102 nederlaag op ons veld.
Na afloop van den wedstrijd was Ligthart zoo vriendelijk eens
naar den uitslag van Z. F. C.V. LI. C. te informeeren. Met
groote vreugde kwam hij mij vertellen, dat er hedenavond aan
het Philipsdiner twee kampioenen zouden aanzitten, daar V. U. C.
gelijk gespeeld had. Ik wilde het niet gelooven en vroeg direct
49510 Amsterdam aan. Onnoodig U te vertellen dat ik de telefoon
juffrouw een mispunt vond omdat ze me zoo lang in spanning liet.
Eindelijk rinkelt de bel „met Swaap". Hoe is het.wel gefeli
citeerd met het kampioenschap.was het aan den anderen kant
van de lijn. Vol vreugde begaf ik mij weer naar de gereedstaande
auto's, vergezeld van Pa, Ma en dochter Ligthart, blijde, dat ook
onze jongens mede mochten strijden om den gouden plak.
In Nijpels was een keurige feestdisch aangericht en kon men
genieten van de spontane vroolijkheid en gulle gastvrijheid van
de Zuidelijke broeders en zusters. Aan de bittertafel meende Ligt
hart, dat de uitslag van Z. F. C.V. U. C. (44) in borrels moest
worden omgezet. Ik maakte me al ongerust, dat hij de 53 neder
laag tegen Willem II ook wilde vieren! Gelukkig is het zoover
niet gekomen, daar de Voorzitter van de Huldigings-commissie
de deelnemers met hun meiskes aan tafel noodigde. Mijn vriend
Jan van Bel beweerde, dat wij ons best konden uitgeven als be
zorgers van bruiloften en begrafenissen. (Waarom of hij me dat
vertelde, is me nog niet duidelijk!!!)
Toen na de soep de speeches loskwamen, kreeg ik opnieuw de
overtuiging, dat Ajax in het Zuiden vele vrienden (zetter, zet niet
bij ongeluk vriendinnen) heeft en dat het kampioenschap ons ge
gund werd, bleek wel uit de prettige speeches van Voorzitter
Blanken en den Zuidelijken Districtsbestuurder van Bel. Gaarne
had ik bij de kleine huldiging in de Nieuwe Karseboom aanwezig
geweest, maar de prettige en hartelijke Eindhovenaren zorgden
er wel voor, dat de trein zonder Uwen Secretaris naar Mokum
vertrok.
Rood-Wit heeft met Rood-wit in Eindhoven hun kampioenschap
op waardige wijze gevierd.
Argenta-mannetjes, den avond van den 15den Maart in het
donkere Zuiden zal ik nooit vergeten; dank voor de schitterende
wijze, waarop U den Ajaxvertegenwoordiger hebt ontvangen.
Tot wederziens, maar dan op de Ajaxfuif.kampioen van
Nederland???????
M. J. KOOLHAAS.
BABBELTJES.
„Schrijf je niet meer in het Clubnieuws, Dolly. Is je vulpen
leeg?"
„Dat is het niet, Oom Peter, maar ik heb geen stof."
„Klets, Dolly. Ben jij nou één van the celebrated Dolly-sisters,
zooals Longfellow zegt?"
„Longfellow? Die Amerikaansche dichter?
„Nee, nee. Ik bedoel onze Hollandsche proza-schrijver Big-Boy.
Maar, je hebt geen stof, zei je. Hoe is het mogelijk; ik zit boorde
vol. Neem een block-note, kind en ga mij eens interviewen."
„All right! Daar gaat-ie. Wel, meneer, wat zijn uw opmerkin
gen over de Ajax-clubgeest?"
„Uitmuntend. De kampioensmedailles zullen weer de medaille-
kast binnenrollen. Ze rollen al: een is er al binnen."
„Practhig, meneer. En verder: eensgezindheid, discipline, geen
kliekjesgeest?"
„Hm
„Wat beteekent: hmouwe heer?"
„Hmbeteekent, nou ja: hm."
„Ik snap 'm. Nu wat anders. Je stokpaardje: de jeugdelftallen?"
„Adspiranten middelmatig. Junioren goejd: rollende medailles.
Maar toch: de start is wel goed. Maar de finish
„En ze worden kampioen? Dat is toch een mooie finish!"
„Voor een meisje aardig gezegd. Maar kijk eens verder. Nu
zijn ze junior-lid af. Maar nu moet het beginnen. Ik zou ze nog
een jaar langer junioren willen laten. En dan al die veelbelovende
frissche jongens bij elkaar. Al die 19 -en 20-jarige boys bij elkaar
de beste, wel te verstaan en dit stelletje een heelen zomer
onder de speciale leiding van Reynolds en één van de oudere
leden als aanvoerder. Ik denk b.v. aan William Forest, je kent
hem wel. Hij is nog bestuurslid ook. En die moet het onbereikbare
eischen, dan bereik je het bereikbare, snap je. Een kwestie van
opvoering. Na een jaar het elftal aanvullen met veelbelovende
ontslagen junioren. Zoo krijg je een élite-ploeg. En als ons eerste
elftal te oud wordt en te stijf, dan schuif je dat goed getraine,
jonge, frissche, van strijd blakende, van uitstekende techniek en
taktiek tintelende elftal daarvoor in de plaats. En dan
„Nou wat dari?"
„De gouden plak zal hun deel zijn, mijn kind. Ach, was ik nog
20 jaar jonger, om van zoo'n ploeg leider te mogen zijn. Maar,
vind je het geen pracht-idee?"
„Oom Peter, ik zal hte de redactie schrijven."
DOLLY.