Wedstrijd. Verflagen CLUBNIEUWS DER A. F. C. AJAX _^J 24 BIG BOY VERTELT Dear Bill, Amsterdam, 5 Maart 1931. aar mijn laatste brief op den 12 uit. in den „pillar-boy" verdween en jij sinds dien tijd niets meer van mij vernam, heb ik zoo'n flauw vermoeden, dat je met een traan en een blik vol weemoed in je oogen naar „something new" uit het Ajax-kamp zit uit te staren. Maar ,,wipe the tears from your eyes, old fellow", je vriend Big Boy heeft de pen, of liever de typewriter van z'n employer weer eens ter hand genomen en zijnlunchuur terwille van zijn zoo langzamerhand traditioneel ge worden Ajax-krabbel opgeofferd. De hoofdoorzaak van mijn tijdelijk stilzwijgen lag in het feit, dat door verschillende omstandigheden van het groene (lees modder) taipijt betrekkelijk weinig nieuws te vertellen viel. We zijn hier de laatste weken zoo rijkelijk met Hemelsche gaven bedeeld, dat er voor een luchtzakken-trapper, mitsgaders een amateur-voetbal- journalist bijna geen werk aan den winkel was. Toch is er nog wel het een en ander te vermelden. Zooals b.v. „the story" van den Ajacied, die den raad, welke in het spreekwoord „niet over één nacht ijs gaan" opgesloten ligt, in den wind sloeg en deze stoutmoe digheid met een nat pak bekocht, waarna hij het record „snel naar je schoonmoeder loopen" met stukken verbeterde. Vervolgens zal het je misschien interesseeren, dat het eerste elftal op twee moreele nederlagen na kampioen is, dat het tweede, vierde en vijfde elftal er nog steeds schitterend voor staan en „last etcnu komt het Bill, dus „laugh your sunny smile", dat AJAX 3 DE EERSTE KAMPIOEN der Ajax-kampioenen is. Hoe dat gebeurd is? Eenvoudig als goodbye. Wij klopten D.E.C. 2 met 41, onze concurrenten verspeelden een punt enreken de rest maar uit. Over den wedstrijd tegen D.E.C. nog het volgende: Onze captain won den toss, zoodat de D.E.C.-midvoor den brui nen knikker den eersten trap mocht geven. Men behoefde in het geheel geen expert op voetbalgebied te zijn om alras te constateeren.» dat op het buitengewoon zwaar te bespelen veld, het -woord uit houdingsvermogen een stevig woordje mee zou spreken en dat het, op dit punt, best getrainde elftal, een goede gooi naar de overwin ning deed. De D.E.C.-ers waren schijnbaar van plan hun huid zoo duur mogelijk te verkoopen, want zij wierpen zich vol vuur in den strijd. Onze achterhoede, bestaande uit Happel, van Rooy en Pater- notte, was echter paraat en sloeg alle aanvallen af, terwijl van Leeuwen en invaller Gras, die een aardig partijtje rechtshalf ver tolkte, hierbij telkenmale hun gewaardeerden steun verleenden. Toch gelukte het D.E.C. de leiding te nemen, doch hun vreugde over dit feit was slechts van korten duur, daar Schubert al spoe dig uit een door Kuipers goed voor doel geplaatsten corner, gelijk maakte en even later uit een scrimmage de balans in ons voordeel deed overslaan. Na de thee stelden onze tegenstanders verwoede pogingen in het werk om op te halen, doch toen succes uitbleef en de vemoeidheid zijn rechten zoo langzamerhand deed gelden, nam Ajax de overhand en bleef nog slechts de vraag, hoe de eindstand zou worden. Kuipers, die een prima partij ten beste gaf, baande zich een weg naar het vijandelijk doel en deponeerde nummer drie in de touwen, terwijl Kant na goed doorzetten van Blomvliet voor nummer vier zorg droeg, waarmede het einde kwam. Zij nog ver meld, dat van Leeuwen niettegenstaande hij eenigszins „griepig" was, weer fijn voetbal vertoonde en dat vriend Reiss vermoedelijk vergeten had zijn tong achter zijn kiezen te stoppen, want zijn schot was niet zoo doodelijk als voorheen. Kind regards, BIG BOY. Amsterdam, 9 Maart 1930. Dear Bill, We schrijven Zondag 8 Maart. Door de gebroken ruiten en de tochtgaten van het Kruislaan- stadion klinken vaag de tonen van de blaaskapel en het geroeze moes der duizenden, die gekomen zijn om te kijken. In de kleed-box heerscht een gezellige stemming. Wij zijn kampioen en spelen vandaag een wedstrijd tegen Bl.- Wit, om de eer. Een heer in 't zwart men zegt de referee komt vertellen dat het tijd is. Ik vraag me af, waarom zoo'n fluitman bijna altijd in de rouw op 't veld komt en nu nooit in „plus fours" of lange broek en sporthemd. Dit lijkt me veel sportiever en doelmatiger. Vooral als de temperatuur meer dan frisch is. Veel tijd om hierover na te denken wordt me niet gelaten, want als bij tooverslag stormt het geheele elftal naar buiten en ik storm mee. Een storm van toejuichingen daalt op onze hoofden neer onwillekeurig greep ik naar m'n regenscherm terwijl de Har monie van de Gem. Tram met onzen vriend dikke Groen of is het onze dikke vriend Groen van lijn 9, voorop, het Ajax- Wilhelmus speelt. We staan als aan den grond genageld op een rijtje. Het valt me op, dat me zoo opvallend veel opvalt. Zooals b.v., dat alléén Schubert prachtig in de houding staat. pink op den naaden zoo kaarsje kan wel zien, dat hij in 't leger geweest is. Reiss staat alsof hij er niet bijhoortechte schoolmeester, bril een pietsie scheef. Kant z'n haar zit zeer slordig, terwijl Japie zijn kousen, zooals altijd buitengewoon schoon zijn. Het dringt tot me door, dat er ook leden van het zwakke ge slacht aanwezig zijn en ik voel of mijn das recht zit, hetgeen mij achteraf overbodig bleek. We worden op de gevoelige plaat vastgelegd en het officieele gedoe is gedaan. Dank U! We mogen voetballen. Het publiek juicht en brult, het wil neen niet zijn koning een doelpunt zien. Schubert laaft den doelpunt-hongerigen en de ex-Ajacied Heeswijk keert ons z'n rug toe, hetgeen me dezen keer niets spijt. De stem des volks spreekt nogmaals, Schubert krijgt wederom een open doekje en we gaan teaen. Na de rust zet Kant het stadion op z'n kop en krijgt een groot- sche ovatie als dank voor een diamant van een doelpunt. De roestige spijker, die in den muur van m'n slaapkamer zit of liever zat laat los en het beroemde schilderij „De Pier van Stotter" valt boven op m'n hoofd. Ik ben meteen klaar wakker. Hoe kan het, zou je zeggen. Ik heb dus gedroomd en men fluistert, dat dergelijke dingen be drog zijn Bill, maar toch hebben we van Bl.-Wit met 30 ge wonnen en maakten Schubert en Kant de doelpunten. Het leven is soms zoo zonderling Billzoo zonderling. Kind regards, Biq-Boy.

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1931 | | pagina 24