Al CLUBNIEUWS DER A. F. C. AJAX 18 AJAX ONGENAAKBAAR. Velen dachten dat het hoogste punt nu bereikt was, vooral omdat de oefenwedstrijden voor het seizoen 1919/ 1920 niet zulke schitterende resultaten afwierpen. Toen de competitie evenwel eenige weken aan den gang was kwam voetbal Holland in steeds stijgende ver bazing. AjaxBlauw Wit 30, QuickAjax 04, Sparta Ajax 13, AjaxHercules 51, AjaxH.F.C. 40, D.F.C.Ajax 04, AjaxU.V.V. 50 En dat waren elftallen die Ajax te bekampen kreeg! H.V.V. nog met Feith en de Keslers, Sparta met de Korver, v. d. Wolk, Ruffelse, U.V.V. met Jan Vos en de Buitenwegjes, die nu nog goed zijn, vraag dus niet, hoe ze toen waren! Ajax triomfeerde week op week. Slechts 3 clubs kon den op eigen veld een puntloos gelijk spel bereiken, Hercules, Haarlem en H.B.S. Het slot was 'n ongeslagen kampioenschap met de volgende cijfers: 22 gesp., 19 gew., 3 gel., 0 verl., 70 goals vóór en 11 tegen. Ook in de kampioenscompetitie bleef Ajax ongesla gen: 8 gesp., 5 gew., 3 gel., 0 versl., 16 goals vóór en 6 tegen. Ongeslagen afdeelingskampioen en ongeslagen Kampioen van T^ederlandT)at wil zeggen dat de minimumprestatie van Ajax nog boven bet maximum van de tegenstanders lag I Hoe buitenstaanders over Ajax oordeelden blijkt wel uit het volgende artikel ontleend aan ,,De Sportkroniek AJAX EN HET NEDERLANDSCH ELFTAL Onderschatting van de Amsterdamsche ploeg. Ik ga het even hebben over Ajax, of liever over het eerste elftal van Ajax en in verband daarmede, over het Nederlandsche elftal. Het onderwerp is niet nieuw, maar wat ik er over zeggen zal, lijkt toch wel eenigszins op een nog niet vernomen klank. Dit, n.l., is mijn opinie (en die van velen met mij): de kracht en de capaciteit van het Ajax-elftal wordt verre onderschat. Het Nederlandsche voetbal heeft in dit Amsterdamsche elftal een paarl, waarvan men de waarde niet, althans niet algemeen, inziet. Een kind dat een diamant in den goot ziet liggen, vindt het schit terende steentje heel mooi, maar van de waarde heeft 't geen be grip. Voetbal-Nederland is het kind, Ajax is het schitterende steentje. Men beseft niet dat een dergelijk elftal nog nimmer op onze velden gespeeld heeft, dat het vasteland van Europa nooit zulk een ploeg heeft voortgebracht. Er zijn menschen die dit inzien, die dit weten, maar ze durven voor die opinie in haar vollen omvang niet uitkomen, omdat zij niet met allerlei coterietjes in botsing willen komen. Holland is het land van de minimum-belangen en kleine zielen. 90 pCt. van ons brave volk heeft geen oogen voor de groote lijn, noch voor de beteekenis van eenig massaal gebeuren. Men staart zich blind op de kleine dingen, de aangename, de streelende gebeurtenissen, de peuter-evenementjes die den graad van ontroe- I ring beïnvloeden, in allerlei petits-cercles. Voor wat grotesque is, heeft men vrees. Welnu, het spel van Ajax is grotesque. Men heeft gezegd dat het Ajax-elftal een klasse op zich zelf vormt. Het was, meen ik, Meerum Terwogt in de „N. R. Ct." die het heeft durven bestaan die opinie neer te schrijven. Met het ge volg dat na iederen wedstrijd allerlei spotblad-medewerkertjes, club- verknochte stumpers, op hun stom-idiote manier die „klasse-op- zichzelf" een speldeprik gaven. „Met eenig geluk'' had hun elftal immers gelijk gespeeld, of op 't kantje af verloren van de kampi oenen, en dus benaderde hun club de kracht van de Ajax-elf! Quia absurdum! Kippige heeren met Uw club-bril op, het verschil tusschen Uw club en Ajax is niet één, maar zeker twee klassen. Ajax behoort in hare competitie in 't geheel niet thuis. Het zwak ke spel van de tegenstanders oefent een nadeeligen invloed uit op het Ajax- team; elftallen als Sparta, H.B.S.Blauw-Wit, Haarlem, die naar Hollandschen maatstaf zeer goed voetbal leveren, kunnen in de verste verte niet tegen Ajax op. Met uiterste inspanning ge lukt het die elftallen een eenigszins dragelijk figuur tegen Ajax te slaan en daarmee uit. Nooit nog is zulk een kracht op onze velden vertoond, nooit nog is eenig elftal in de Westelijke eerste klasse ongeslagen kampioen geworden met bijna geen doelpunten tegen! Het verschil tusschen Ajax en andere Hollandsche elftallen is een voudig verbluffend. Als een ander-elftal-speler overlegt wat hij zal doen met den bal, is de Ajax-speler reeds twee handelingen verder. Ziedaar het verschil dat de nooit-vertoonde prestaties van het Ajax-elftal verklaart. Te meenen dat zulk een meerderheid krachts inspanning van het Ajax-team overbodig zou maken, is nochtans zeer naïef. Voetbal is een spel waarin good fortune, en vooral „zwoegen" twee beduidende factoren zijn. En aangezien ieder Elf tal dat tegen Ajax speelt, de eigen kracht tot ver boven het nor- 1 male weet op te voeren, moet men zich niet verbazen dat Ajax niet iederen wedstrijd met dubbele cijfers wint. Bovendien is de maxi mum kracht door geen team ter wereld volle 90 minuten vol te houden. Op iedere daad volgt reactie, ook op het voetbalveld. Heeft het Ajax-elftal bijv. 15 minuten het hoogst-bereikbare laten zien, en in dien tijd een paar doelpunten gemaakt, dan moet wel stroom verminderd worden, het tempo „slackens off". Ik her- haal nogmaals: het Ajax-team wordt verve onderschat. Men erkent de Ajax-suprematie slechts schoorvoetend en mij is uit persoonlijke verklaringen van den hoofdredacteur van één cnzer sportbladen (niet van de „Sportkroniek"!) bekend, dat hij het volle licht op de kwaliteiten der Ajax-spelers niet durft laten vaUen in zijn blad, omdat daardoor het blad in de provincie finantieele schade zou ondervinden. Het werd niet in even zoovele woorden gezegd, maar dat was j toch de quintessence van de zaak! Ziedaar ons volk! Het wordt geheel beheerscht door kleine jaloezietjes en ziet niet verder dan het eigen enge cirkeltje. Vandaar dan ook dat men in de talloos vele flodder-milieutjes van de voetbalwereld lang niet te spreken is over een verheffing van Ajax tot Nederlandsch elftal, een plan dat iedereen die belang stelt in de verrichtingen van een nationale ploeg met warmte moest voorstaan. Zeker, ik kan begrijpen dat een H. F. C.-supporter Ben Verwije, een Spartaman Ruffelse, een H. V. V.'er De Kessler een plaats waardig keurt in het oranje-team. Maar men zie toch in dat men met passen en meten nooit een Ne derlandsch elftal samen kan stellen zoo homogeen, zoo sluitend in alle onderdeelen als het Ajax-elftal, dat hoe langer hoe meer blijkt te zijn van „ongeëvenaarde kwraliteit", om het in de commestibles-

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1931 | | pagina 18