(r
J
A
110
CLUBNIEUWS DER A. F. C. AJAX
BRIEVEN VAN DEKLAT EN GOALPAAL
WAARDE VRIEND GOALPAAL!
at is 'n stief kwartiertje geleden, dat ik je
in m'n laatsten brief over de spelregels
schreef en trachtte deze in je houten hersens
te stampen.
Ik voor mij geloof trouwens, dat dit werk
boter aan den goalpaal smeren geweest is
en het eenige lichtpunt is, dat er verschillende Ajaxied-
jes onze correspondentie medelezen en er allicht wat
van opsteken.
Dat ik zoo plotseling onze correspondentie hervat,
na eenige jaren zwijgen heeft 'n oorzaak, je moet n.l.
deze serie brieven beschouwen als m'n testament.
Er gebeuren den laatsten tijd dingen, die het bloed
in je houten aderen doen stollen. Daar hebben ze me
waarachtig m'n broer aan den overkant 'n paar maan
den geleden dwars door midden getrokken. Ik moet
zeggen, de behandeling was keurig.
Eerst kwam er 'n professor, die zei: ik snap er niks
van, toen 'n architect die constateerde, dat het aesthe-
tischer geweest zou zijn m'n broer iets verder naar
rechts door te breken, en ten slotte verscheen er 'n
beunhaas-timmerman voor voorloopige reparatie. De
finitief herstel bleek niet meer mogelijk en den volgen
den dag werd m'n broer gecremeerd bij Hendrik in
de kachel.
Je ziet, houten kameraad, hoe kort en wisselvallig
het bestaan eens deklats is en daar ik m'n kennis, die
ik, als hoogstgeplaatste op het Ajax-veld, vergaard
heb, niet mede naar het deklatten-walhalla wil nemen,
heb ik onze correspondentie weer hervat.
Om te beginnen wil ik eens raden hoe lang je bent.
Precies 2.44 M. Hoe ik dat weet? Wel, Vadertje bond
waarom is het geen moedertje bond, of nog beter
schoonmoedertje bond? Op dat laatste lijkt het zoo nu
en dan sprekend! Vadertje bond dan heeft uitdruk
kelijk voorgeschreven, dat jij op den kop af 2.44 M.
lang moet zijn, gemeten tusschen den grond en mijn
benedenkant.
Ik zelf ben tusschen jou en je broer's binnenkanten
7.32 M. En we mogen geen van beiden breeder zijn
dan 12J/2 c.M. Nu gaan we het eens laag bij den grond
zoeken.
Al die witte lijnen hebben natuurlijk een beteekeniè»,