VERfLAGEN. CLUBNIEUWS DER A. F. C. AJAX "N Ik geloof werkelijk, dat het wel de moeite waard is dat alsnog te doen. Men heeft in de middenlinie van Z.F.C. reeds een goede j kern. Ook de beide vleugelspelers van de Zaandamsche club zou den voor zoo'n proef-elftal in aanmerking komen. Terwille van de eenheid zou men er de binnenspelers uit den aanval ook kunnen opnemen. Van 't Kaar is voor dit spel als het ware geknipt en Admiraal van P.E.C. zou een waardig partner zijn. Voelen de spelers voor zoo'n wedstrijd iets, dan kan het een belangrijke proef worden. In ieder geval zal de nieuwe keuze commissie toch wel overtuigd zijn, dat ze tegen de robuste Duit- schers de middenlinie van Feyenoord niet in het veld zal kunnen zenden! C. J. GROOTHOFF. Bovenstaand artikel, ontleend aan de Revue der Sporten, leek ons belangrijk genoeg om het geheel over te nemen. Met genoegen constateeren we en hebben het met vette letters laten drukken, dat ook Groothof tenslotte niet aan de superioriteit van de techniek twijfelt. Ook voor ons staat vast dat we op den goeden weg zijn en dat het zwaartepunt voor onze spelontwikkeling ook in de toe komst in de techniek moet liggen. Het opschrift van Groothof's artikel waarin naast techniek ook de waarde van snelheid en geestdrift worden naar voren gehaald, willen we nog even bespreken. Dat de snelheid door technisch wel doordacht spel wat minder wordt is juist. Een back, die getrouw de leuze: „weg is weg" het leder direct retourneert, wint het in snelheid van een die den bal eerst vrijspeelt en dan zuiver plaatst. Dat echter geestdrift door techniek geschaad wordt, gelooven we niet en o.i. zal de combinatie techniek en geestdrift de juiste zijn. Meermalen ziet men dat technisch betere ploegen eerst in den wedstrijd als de tegenstander zeer zwaar blijkt te zijn, geestdrift in hun spel gaan leggen. Dan heeft de krachtige snelle ploeg zich echter inmiddels ingespeeld en haar speelwijze aan den tegenstander opgedrongen. In -zulke gevallen komt de geestdrift te laat. Wanneer echter 'n technisch geschoold elftal zich vanaf den eersten trap met geestdrift in den strijd werpt, dan zal de schaal altijd ter harer gunste overslaan. We herinneren ons bijv. uit de vorige competitie den wedstrijd AjaxV.S.V. De Velseroorders, zooals die toen speelden tegen Ajax nog veel ongunstiger als Z.F.C. Ajax liep echter met zoo'n overdonderend élan van stapel dat V.S.V. geen gelegenheid tot herstel kreeg en in 10 minuten tijd een 20 achterstand te boeken kreeg, van welken moreelen klap zij zich den heelen wedstrijd niet meer heeft kunnen herstellen. Zulke voorbeelden zijn er méér geweest. De hoofdzaak is dat men het initiatief neemt en weet te behouden. In dit verband is onderstaand stukje ontleend aan de Sport kroniek lezenswaard: VERSCHIL IN STIJL. Juist in de laatste weken is heel veel geschreven en gesproken over het verschil in stijl van verschillende ploegen. In dit verband is het wel eens interessant te lezen wat Kleiner, de kundige voet- bal-redacteur van „Sport" (Zürich) over het spel van Adam's club, de Grasshoppers, bekend om haar aantrekkelijk spel, schrijft, na de overwinning van de Grasshoppers op de grover spelende F.Z. Zürich: De Grasshoppers hebben de volle 90 minuten goed stand ge houden. Dat is voor de Grasshoppers een belangrijk ding. Hoe 109 vaak reeds zijn zij niet „in schoonheid onder gegaan", terwijl zij toch hadden moeten en hadden kunnen winnen. Maar zelden kwam ook het goede spel van allen zoo tot zijn recht als ditmaal en dan brengt de superiere techniek de overwinning. De fout al is zij wel te verklaren van de Grasshoppers is in het algemeen, dat zij zich door grof spel laten overdonderen. Het is niet de be doeling van het voetbalspel, dat men zijn gezonde ledematen ris- keeren moeten, doch men kan zich toch beter aanpassen dan de Grasshoppers vaak tegen al te forsche en onbesuisde tegenstan ders doen. Juistr tegen fijne, doch licht gebouwde spelers als Grassi, Adam en de Abegglens wordt veelvuldig grof geschut ge bezigd, omdat men hen niet met dezelfde wapens bestrijden kan. Van twee kwade dingen moet men dan maar het minst kwade kiezen en dat is in zoo'n geval niet op dezelfde wijze reageeren, noch minder vertwijfelen en het maar opgeven, doch den tegen stander ontwijken en hem overtreffen in tempo en detailwerk. Laten we het voorbeeld door onze Zwitsersche collega's gegeven volgen! AJAX VI—J. K. H. II 4—3. Beide partijen wegen goed tegen elkaar op, wat echter niet ver hindert, dat J.H.K. na een half uur spelen toch een 2O-voorsprong heeft. Als Jutte uitvalt en een Junior het elftal komt completeeren, ziet het er werkelijk somber voor ons uit. Dit blijkt echter alleen in theorie zoo te zijn, want practisch gooien de Ajacieden er een schepje op, we maken een gelukkig doelpunt, direct gevolgd door twee zeer goede, en met een 32-voorsprong gaan we theedrinken. Na de rust spelen we slechts met 10 menschen, het deelnemen van een reserve voor Jutte scheen niet eerst aan den J.H.K.-aan- voerder gevraagd te zijn, met als resultaat dat deze „sportsman" den wedstrijd liever tegen 10 tegenstanders voortzette. Toch duurt het nog vrij lang, voordat zijn strategische zet succes heeft en J.H.K. gelijk weet te maken. Tot een halve minuut voor het einde blijft het 33, dan nog een laatste Ajax-aanval, een „op hoop van zegen "-schot van Schrama, en het Indianengehuil dat weer klinkt, bewijst dat het een „voltreffer" is geworden. Het was net op tijd. Gingen alle verwenschingen welke wij te slikken kregen in vervulling, Elzenga behoefde dan geen zorg meer voor een 6e elftal te hebben. Nog één verzoek aan een paar spelers en wel, geeft eerder af, het tempo wordt sneller, en waar ons elftal hoofd zakelijk uit spelers „onder de maat" bestaat, krijgen onze zwaardere tegenstanders niet zoo veel kans meer om „op den man" te spelen. Lotte, spreek voortaan af of invallers worden toegestaan, ieder aan voerder is niet zoo sportief als jij, dat heb je vandaag zeker wel gemerkt. En ten slotte v. Praag bedankt voor je wekelijkschen „schlager", als ik een pathéfoontje noodig heb, schrijf ik je wel. JAMES. -J,

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1931 | | pagina 7