r CLUBNIEÜWS DER A. F. C. AJAX SCHITTERENDE INZETJIN 1931. AJAX 1, 2, 3, 4, 5 EN DE ]UN. A, B. EN C AAN HOOFD VAN HUN AFDEELING1 AJAX I AAN DEN KOP 1 V P.S.V. OP BEZOEK. DE PERS EN HET AJAX-SPEL. J) 84 MESLOTEN we het laatste Clubnieuwsnummer van het oude jaar met het feit te constateeren dat Ajax nog steeds aan de spits van het Nederlandsche voetbal staat, bij de entree in het nieuwe jaar kun nen we zeggen dat onze voetballers over alle linies getoond hebben de zaak op dezelfde wijze te willen voortzetten. Links en rechts deelden onze elftallen in en buiten competitie-verband stevige klappen uit en de kans op een flink aantal kampioenselftallen in onze club is momenteel zeer reëel. Een voetbalorganisatie is in zekeren zin te vergelijken met een pyramide. Hoe hooger de top is, des te breeder moet de basis zijn om tot een stabielen evenwichtstoestand te geraken. Ajax I heeft den top tot groote hoogte gebracht, doch de reserve elftallen inclusief de vertegenwoordigers van de jeugd zorgen voor een basis die er wezen mag. Buiten ons eerste maken Ajax II, III, IV, V en VI en de Junioren A, B en C 'n fraaie kans om op het eeremetaal beslag te leggen. Ons eerste elftal heeft Z.F.C. van de eerste plaats verdrongen en de wijze waarop dit gebeurd is heeft niet nagelaten alom in den lande indruk te maken. D.F.C. werd in de Meer met^1 de laatste illusie omtrent 'n eventueel Dordtsch kampioenschap ontnomen. Als verheugend feit konden we in dezen wedstrijd constateeren dat in Feyen nu 'n waardig plaatsvervanger van W. Anderiessen gevonden is. Ook 't Gooi bleek, ondanks de geweldige inspanning van haar spelers en grensrechter, Zondag j.l. bij lange na niet opgewassen tegen onze roodwitten. Wel hebben zij door hard en geestdriftig werken een half uur ernstig weerstand geboden, toen door het geraffineerde combinatiespel de Hilversummers murw gemaakt wa ren was het laatste kwartier van de eerste helft geheel voor Ajax en het was meer geluk dan wijsheid voor de geel-zwarten dat de rust met slechts 'n 12 achterstand inging. Naast twee goede goals van Volkers was het Gooi-doel nog eenmaal door Strijbos doorboord, doch scheidsrechter Laarmans had blijkbaar niet geconstateerd dat de back, die achter den gepasseer- den Cohen het leder uit het doel trapte, zulks deed nadat de bal reeds circa een meter de doellijn gepasseerd was. Strijbos was trouwens toch niet gelukkig met z'n schoten, één er van stuitte, nadat hij andermaal Cohen gepasseerd had, van den binnenkant van den paal terug. In de tweede helft speelde slechts één elftal, dat was Ajax en indien de Hilversummers niet in de tweede helft nog meer dan in eerste den naam van hun club daadwerkelijk gedemonstreerd hadden, zou het bij de 51 niet gebleven zijn. Onze spelers kunnen op 'n uitstekenden wedstrijd terugzien, slechts viel op te merken dat over het algemeen het spel wat vlakker gehouden had kunnen worden, waardoor de Gooiers dan meer tot voetballen gedwongen hadden kunnen worden. Het is moeilijk in een homogene, gave ploeg op den voorgrond te treden en desniettegenstaande was onze spil Anderiessen een opvallende figuur. Onvermoeid heeft hij de Gooi-aanvallen onder broken en door met geweldig élan op te dringen onze voorhoede naar het Hilversumsche doel gestuurt. Als intermezzo op het competitie-programma waren op den eersten Kerstdag de leiders en waarschijnlijk a.s. kampioenen van het Zuiden op bezoek. De Philips „Super"-combinatie die ons gedemonstreerd werd, was niet selectief genoeg. De Ajax-aanval ging er doorheen als Radio Milano door onze dierbare 298 M. golf. Neen, dan de Ajax „Super de Super", een voorhoede met hoog frequente beweeglijkheid en trucs, daarachter een spil van groote „steilheid" en enorme versterkingsfactor en twee kanthalfs die voor den tegenspelenden aanval ware smoorspoelen waren. Tenslotte 'n backlinie die werkte als 'n prima detector en die in actie kwam zoodra de vijandelijke aanvallen de drempelwaarde overschreden en last not least in de goal 'n „zware" eindlamp met groot volume vraag het de deklat maar! Doch nu in ernst. Zóó zagen wij in het afgeloopen jaar nog slechts één ploeg spelen, dat was Rapid in Weenen. Ook hier sen ploeg die ondanks den steeds grooter wordenden voorsprong van geen ophouden wist en tot het einde aan de scoreverhooging zwoeg de of er 'n kampioenschap mee te behalen viel. En ook hier 'n terreintoestand die sterk in het voordeel der thuisclub was. Slechts één verschil was aanwezig. Rapid had 'n stevige dosis geluk en dat hadden de onzen niet. Ons elftal sloot als 'n' bus van voor naar achter en van rechts naar links en het was teekenend voor de spelkwaliteit dat ondanks de groote Ajax-voorsprong en ondanks het feit dat het „maar" 'n vriendschappelijke wedstrijd was, de toeschouwers tot den laatsten minuut bleven om ten volle van deze Ajax-voetbal-symphonie te genieten. Van Kol en z'n mannen heb ben weer eens 'n openbare les in wetenschappelijk voetbal gegeven en velen die twijfelen aan Hollandsche voetbalkunst zal het ver toonde spel 'n steen van het hart geweest zijn. Het sublieme Ajax-spel in den wedstrijd tegen P.S.V. zoowel als in de laatste competitie-matches heeft 'n geweldigen indruk naar buiten gemaakt, wat o.m. tot uiting komt in de pers. Na de loftuitingen van Rotterdamsche en Haagsche zijde in de Sportkroniek, welke we reeds gedeeltelijk in ons vorig no. publi ceerden, willen we niet nalaten de volgende uitingen aan de ver getelheid te ontrukken. Zoo qualificeerde „De Telegraaf" Ajax I als 'n homogene en technisch goed spelende ploeg en schreef verder o.m.: De zonder v. Reenen en W. Anderiessen spelende Meer- bewoners demonstreerden een sublieme partij voetbal en het tempo dat zij nog op het zwaar te bespelen veld wisten te ontwikkelen kon P.S.V. bij lange na niet volgen. „Het Volk" schreef na AjaxP.S.V.: „Zelden zagen wij den laatsten tijd zulk een technisch-knappe partij voetbal, zulk fonkelend spel van weergalooze behendigheid en ongekende rapheid! Het was bij wijlen, alsof Ajax in zijn beste jaren aan den gang was, alsof Gupfert en De Natris weer langs de lijnen snorden, zoo vlot, zoo berekend en zoo bijna mathematisch zuiver ging het leder weer van voet tot voet.'"

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1931 | | pagina 2