CLUBNIEUWS DER A. F. C. AJAX 7 26 V Ji ten onzent ternauwernood voor mogelijk zou houden: waar de politie schietwapenen vond, gaf zij deze terug, maar confiskeerde de kogels. Bij ons zou men de menschen een paar dagen in de kast gezet hebben, vanwege het dragen van verboden wapenen. Hier is wapen- dragen óók verboden. Maar niemand stoort zich eraan. Thans had een tragedie kunnen ontstaan. Maar de wijze Uruguaysche politie nam de kogels in beslag, en gaf de revolvers terug. We zullen afstappen van deze schilderachtige nootjes, die de stemming teekenen. De wedstrijd om het kampioenschap is afge- loopen; een der partijen heeft gewonnen, de andere heeft verloren, en troost zich, naar gebruikelijk, met te zeggen, dat de scheids rechter partijdig was, en de tegenstanders ruw speelden. Wel, de Zuid-Amerikaansche voetballers hebben een reputatie van ruw spel te spelen en slechte verliezers te zijn. Hoe hoog de hartstochten gingen, heeft men gezien uit de citaten. Men mengt er een idioot nationalisme in, en steenigt de vensters van een vreemd consulaat. En men slaat menschen, die een voetbalvlag niet willen groeten, de hoeden af. Maar is voetbal dan verkeerd? Geenszins: het is een van de gezondste sporten, die er bestaan. Zoolang het sport blijft. Zoodra 'het wordt tot een gladiatoren-vertooning van tot op een haar getrainde specialiteiten, ter stichting van tienduizenden grooten- deels niet-voetbalspelende toeschouwers, wordt het iets anders. Financieele belangen, groeiende uit hcoge recettes aan de kassen der stadia, maken er een speculatief bedrijf van. Het feit, dat ten slotte de belangstelling voor het spel vermengd wordt met een nationalisme, in zijn gevaarlijkste, meest onbeheerschte uitingen, maakt van het geheel een gevaar. Dear Bill, Amsterdam, 18 September 1930. Heden werd ik door „Tante Pos" verrast met je brief uit de „Far West" en haast ik mij om aan je verzoek, je op de hoogte te houden van de gebeurtenissen in onzen Ajax-kring, te voldoen. Zooals je wel begrijpen zult, hebben cricket en baseball alweer plaats moeten maken voor King Soccer. Hendrik heeft tenminste de pitch en de stumps, tot groot verdriet van vriend Exman, in het rommelhok gestopt, terwijl Daan, de manager der baseball-afdeeling, nu zijn krachten wijdt aan het samenstellen van diverse elftallen en des Zaterdags bij Ma Sweering aan ex-pokeraars e.a. bridgelessen geeft. Zooals je ziet Bill, we gaan hard vooruit. De voetbal-training is alweer in vollen gang en Jack's bekende expressions, zooals „teruk op je half" en „is that ball zoo heet" zijn niet van de lucht. De fresh fruit- en rags dealers van Bree- street en Waterloosquare geven avond aan avond „acte de pré- sence" en afgaande op hun sappige gesprekken, kan treasurer Oud- heusden aan 't einde van het seizoen weer diep in zijn Ajax-purse tasten. Zondag j.l. is het competitie-rad aan het tollen gegaan en hebben Ajax 2, 3 en 4 de eerste punten in den wacht gesleept. Geen slecht begin Bill. Over het derde, waar je uit den aard der zaak altijd veel belang in gesteld hebt, zal ik je wat naders vertellen. We kwamen met het volgende elftal in het veld: Landzaat '1 van Rooyen Klaver Dukker de Bruyn Doon Kant Heinz Haentjes Dekker Schubert Reis Zcoals je ziet een team van oude en nieuwe gezichten, waarmede naar ik vermoed wel succes te behalen zal zijn. Het partijtje, wat we Zondag ten beste gaven, was nog niet wat men noemt „bright football", maar zooals je weet Aix-la-Chapelle is niet in één dag gebouwd, dus eerst de kat nog maar eens uit den boom gekeken. Over den wedstrijd nog het volgende: We kwamen door een zeer aanvechtbaren penalty met 1—-0 achter te staan, doch een D.E.C.-er vond dit schijnbaar zoo onge motiveerd, dat hij met een geweldig hard schot de partijen weer op gelijken voet bracht. We waren voor dit cadeautje natuurlijk zeer erkentelijk en de man met de twee namen bracht dit tot uitdrukking, door al gauw nummer twee in hun net te deponeeren. Na de ge bruikelijke thee in de cosy-corner zorgde onze nieuwe aanwinst Schubert voor nummer drie, zoodat we met 31 victory aan het langste eind trokken. Nu Bill, ik Ben bang dat de redactie mijn epistel te lang zal vinden, dus zal ik maar eindigen met de belofte, je spoedig weer eens te schrijven. King regards, BIG BOY. Amsterdam, 28 Sept. '30. Dear Bill, Zooals je weet, heb ik in mijn vorig schrijven beloofd, je zoo nu en dan eenige regels te schrijven, met betrekking tot het wel en wee van je oude club Ajax. „Promise is debt". Bill, dus zie hier number 2. Over belofte gesproken, zooals je je misschien nog wel zult herinneren, waren het vorig seizoen verscheidene elftallen kampioen. Mocht onverhoopt je geheugen niet zoo sterk meer zijn, zie dan de Telegraaf, de Bezem of één der andere vooraanstaande groote dagbladen in handen te krijgen, daarin zal je in kleuren en geuren deze heldenfeiten vermeld vinden. Nu Bill, Zondagavond loop ik in de City en daar kom ik een stel Ajacieden in feeststemming tegen. Op zichzelf is dit nu niet zoo n bijzonder feit, want je weet onze club telt heel wat fuifnum mers (wie lacht daar?). Maar wat me frappeerde was, dat het spelers waren, die nooit verder reizen dan Buiksloot, Nieuwendam en dergelijke wereldsteden, dus onmogelijk zoo laat terug gekomen konden zijn. Je begrijpt, daar moest ik het mijne van hebben en wat bleek, Bill! Het waren spelers van Ajax 4, 5 en junioren, die als belooning voor het behaalde kampioenschap een trip hadden ge maakt naar Nergenshuizen. Vermoedelijk zal het je wel bekend zijn, dat dit de stad is, waar Uncle Kees, altijd een smoesie bij de pomp met z'n buren houdt, als hij water gaat halen. Nu, Bill, zij hadden er cm de blgeen water gedronken, ze waren tenminste in „edele vochten" stemming. Ze vertelden mij, dat ze te N. door B. W. aan de statie waren verwelkoiïid en door het bestuur in open hooi wagens, met muziek voorop, naar het terrein gebracht waren ge worden. Kortom, ze hadden een reuzen dag gehad en staken dit dan ook niet onder stoelen of banken, want de Ajax-yells, songs en speeches aan 't adres van de mannen achter de groene tafel waren niet van de lucht. Bill, met mijn hand op 't hart, ik voor mij persoonlijk gun iemand graag een pretje, maar als kréntenweger vind ik, dat we dergelijke uitspattingen niet moesten tolereeren. Het kost maar dik geld en de jongens worden veel te luxieus. Sterker Billsterkerde I heeren maakten al plannen voor het volgend jaar. Je moet maar lef hebben. Ik voor mijach neen. Bill, laat ik maar zwijgen

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1930 | | pagina 8