V
f
14
RADIOLEED
Neen, geachte lezer, schrik niet, ons blad wordt
niet omgezet in 'n tijdschrift voor radio en aanver
wante aethersporten.
Ik zal niet klagen over luchtstoringen, over lampen
die te spoedig hun emissie verloren hebben of iets der
gelijks. Ik wil U alleen waarschuwen: „Luister niet op
Brussel", tenminste niet als het Nederlandsch elftal
daar speelt.
Zondag na Ajax 2BI. Wit 2 met spoed naar huis,
onderweg geloerd bij de sigarenwinkeliers, doch nog
niets bekend.
Eerste daad na binnentreden in m'n huiskamer was
m'n Telefunken afstemmen op 590 Kilo cycles.
Direct hooren we de namen van Hellemans en Strij-
bosch. Even daarna klinkt een Hollandsch geluid tot
de microfoon door: „Sjouwen dan" hoor ik roepen en
vlak daarop volgt: „Allez Belgique". 'n Wirwar van
namen komt uit den luidspreker en dan plotseling:
„Goal pour la Hollande". Hij vertelde er niet bij, dat
Piet hem maakte, als ik dat geweten had, zou m'n
vrouw 'n zoen gekregen hebben, want mijn ega zat in-
tusschen ook aan den luidspreker gekleefd.
De Belgen laten het er blijkbaar niet bij zitten, angst
vallig veel hooren we de namen v. d. Meulen, Bastin,
v. d. Bouwhede en v. Kol.
Dan zwelt de stem van den man voor de microfoon
plots aan: „Goal pour la Belgique", une a une.
Even later is het rust. De Radio Belgique laat voor
afwisseling 'n plaatje draaien, doch we luisteren niet,
maar zitten te piekeren: Hoe zullen onze jongens het
er af brengen, 3 clubgenooten in Oranje trui en een
reserve?
Meer dan ooit hopen we op 'n overwinning van
Holland.
Het spel wordt hervat en al ras krijgen we in de
gaten, dat het „knudde" wordt.
Bijna steeds hooren we v. d. Meulen, v. Heel, 'n
enkele maal Landaal. Waar zijn Tap en onze twee
Pieten gebleven?
Dan komt het angstig verwachte moment, 'n vreugde-
gebrul dringt tot ons door en de omroeper vertelt, dat
Moeschal gescoord heeft uit 'n corner van Versijp.
We blijven hopen. Als onze Piet 'm nu nog eens
goed op z'n rechterslof kreeg?!
De tijd verstrijkt en dan komt de debacle 3-1, 4-1. Finil
Ik luister voorloopig niet meer naar Brussel!
31 AUGUSTUS TUSSCHEN9EN 10 UUR 'S AVONDS.
Feest! Hossen, herrie, vuurwerk. Vrijwel alle Mokummers doen
hier aan mee of kijken er na.
Het Ajax-bestuur vond hossen schijnbaar slecht voor de training
en huurde voor de Ajax-familie een gelegenheid, waar allen bij
elkaar zouden kunnen komen en dezen avond met muziek en dans
zouden doorbrengen.
Om half acht vertrok dan ook een boot vol menschen naar die
gelegenheid, terwijl nog verschillende leden per auto of loopend
kwamen. Als er dan eenigen tijd gedanst is, hooren wij achter elkaar
twee harde klappen, hetgeen het teeken is, dat het groote Amster-
damsche vuurwerk, 't welk bij ons in de buurt wordt afgestoken,
een aanvang neemt. Maar voor we kunnen wegloopen om te gaan
kijken, springt één der bestuursleden op een stoel en verkondigt
met luide stem, dat Marius Koolhaas op een weiland achter het
bosch ook vuurwerk zal afsteken, hetgeen met gejuich wordt ont
vangen.
Allen gaan kijken, loopen een bosch door en worden met behulp
van schijnwerpers over een sloot geleid en komen dan op het
weiland. We zien de eerste Amsterdamsche pijlen reeds de lucht
in gaan, maar de Ajax-belangstelling gaat geheel naar de 3 paaltjes,
welke in de wei gezet zijn. Marius begint te vertellen, dat hij een
amateur is, dus wij kijkers, moeten er het beste maar van hopen.
Vier heeren springen om de paaltjes heen. Hebben het erg druk.
Dan wordt er geroepen: „Geef even een beetje licht" en een
groote schijnwerper wordt op het doosje lucifers gericht van één
hunner. Even later zien we een stok de hoogte in gaan en: „We
beginnen" wordt er geroepen.
Het is een zonnetje. SssssssssssHet draait twee
of driemaal rond en dan verdwijnt de zon met een lang gesis als een
meteoor in een molshoop.
Een daverend gejuich stijgt op. De vier paalheeren loopen naar
den molshoop en één wil er gaan graven. De anderen vinden het de
moeite niet, want reeds wordt er een nieuwe zon tegen één der
paaltjes gespijkerd.
SsssssssssssWaarachtig, het draait! Maar weer
stijgt een gejuich op, want wij krijgen de rook en het zonnetje kijkt
den anderen kant op. Het paaltje had meer als één kant. Ever,
wachten we en dan blijkt dat men het met pijlen gaat probeeren.
De eerste pijl gaat af. Een roode bal komt tusschen het publiek
terecht: eèn blauwe ergens in de sloot. De derde bal komt met een
zucht uit den cartonnen koker en smoort op één meter hoogte.
Allen vinden dit nummer beter als het vorige. We verwachten
het beste. Plotseling een groot vuur. Bengaalsch vuur. Steeds wor
den er meer pakjes in gegooid en roode, groene en blauwe vlammen,
alles zien we door elkaar. Het wordt door ons zeer mooi gevonden
en we begroeten het met handgeklap. Dan denken de organisators,
dat ze nog meer van dit vuurwerk vinden. Een hunner zal het
vasthouden en een ander zal het aansteken. Het vlammetje gaat
er naar toe, maar daneen knal. Het was een bom. Drie paal
heeren rennen als hazen weg over de wei in verschillende richtingen
en de vierde blijft staan als de vrouw van wijlen Lot. Er barst een
daverend gejuich los, want het was een komisch gezicht. Echter niet
voor den held, die de bom vasthield. Zooals later bleek had hij z'n
hand gebrand. Na nog verschillende experimenten met zonnen,
manen en ballen aanschouwd te hebben, gaan we terug naar den
dansvloer. Als we dan even zitten komt er een neger, die wittebrood
verkoopt, naar ons toe wandelen. Als ober. Hij draagt een bak vol
etenswaar en roept eentonig: „Sandwichs ham!" met een buiten-
landsch accent, waardoor we denken dat het een echte neger is.
Enkele dames en heeren koopen een sandwich. Zeker lang niet
genoeg naar z'n zin, want als hij doorloopt, zegt hij: „Als het zoo