(T CLUBNIEUWS DER A. F. C. AJAX IV. 149 een scheidsrechter, die een „slorrie" van een penalty toekende, en ,,het gros" zou me voor een uitnemenden verslaggever houden, die een goed kansje maakte op de volgende „Algemeene" geprolon geerd te worden. Gedachtig aan een fragment uit „De Jantjes", waarin zooals U weet eenige malen „De Waerheid Scheele" gede biteerd wordt, moet m'n eversharp helaas uit een ander vaatje tappen. Op een zéér zwaar D.F.C.-terrein wordt begonnen, en al zeer vlug blijkt, dat onze voorhoede en halflinie er niet in zijn. Alleen Martens en ten Have spelen voor wat zij waard zijn, en als onze verdediging niet zoo puik gespeeld had, had het er leelijk voor ons uitgezien. Vermelding verdient een geweldige pil van den D.F.C.- spil, die echter net naast den paal ging. Van Dijk schutterde als rechtsbuiten in dubbele beteekenis, vier of vijf maal probeerde hij een schot te lossen, terwijl het zijn taak was den bal vóór te zetten. Eén keer belandde een knal in den linkerhoek van het D.F.C.-doel; keeper Born stopte dit ^chot uitstekend en het applaus maakte onzen rechtsbuiten zóó van streek, dat hij voor de rust éénmaal den bal meer voorzette. Wat zegt U, ja zeker het is een jonge veelbelovende speler, sterk, vlug en lang, hij trapt links en rechts en het is pas de eerste maal, dat ie op den vleugel staat. Dit neemt echter niet weg, dat als hij centervoor had ge staan. héél leelijke woorden aan het adres van „dien stommen rechtsbuiten" geadresseerd had, en als hij vier of vijf maal den bal „getrokken" had, om in voetbaljargon te blijven, hadden we na twintig minuten spelen vrij zeker met twee of drie goals voor gestaan. Nu had D.F.C. voor de rust steeds het beste van het spel. Alleen verdient aan de Ajax-zijde een verknoeide „geheide" kans van Van Os en een pracht schot van Ten Have vermelding, dat even mooi door Born gestopt werd. In de rust zou er net braaf met kankeren zijn begonnen, als Anderiessen en mijn persoontje schuchter opmerken, dat dit nooit de goede manier kan zijn om betere resultaten te behalen. Rustig gaan zitten, kalm je thee opdrinken en afspreken je uiterste best te gaan doen, zijn beter factoren om te komen. En zoo waar, na de rust gaat het véél beter. Anderiessen krijgt zijn oude vorm weer te pakken, de voorhoede gaat zich ook roeren en diverse goede Ajax-aanvallen zijn er het gevolg van. Van Reenen schiet eenmaal zéér mooi in, we brullen al voor goal, maar Born stopt. Het blijkt echter uitstel van executie, Van Dijk zet den bal scherp voor, Strijbosch mist jammerlijk, maarTen Have staat er gelukkig ook, en met een mooi geplaatst schot vliegt de bal in de touwen. Nu komt D.F.C. geweldig opzetten, vooral de rechtervleugel „Van DamRuisch", zeer slap door den Boer bewaakt, komt herhaal delijk in actie, en geeft van Kol, Diepenbeek en Jan de Boer handen vol werk, wat hun echter uitstekend afgaat. Van Dijk is nu rechts binnen gaan spelen, wat zéér slecht gezien was, daar op dat moment een paar snelle Ajax-uitvallen, de steeds opdringende D.F.C.-achterhoede wel tot inkeer gebracht zou hebben. Nu werden we hoe langer hoe meer ingesloten, en wordt het achter een angstige boel. Nog tien minuten zijn er te spelen, als Martens een voorzet van links onderscheppen wil, en den bal tegen z'n hand aankomt. Gelukkig buiten het strafschopgebied. Zóó is hij overtuigd, dat het buiten de beruchte lijnen geschiedt, dat hij als een paal op de plaats blijft staan. De scheidsrechter (de Heer Vrugt) wijst echter resoluut naar het strafschoppunt, daar hij, „zooals hij ons later verklaarde", geconstateerd had, dat Martens een sprong naar voren had gemaakt, en dus net in het penalty-gebied hands gemaakt had. Als Martens met den bal weggeloopen was, had hij (alweer volgens zijn verklaring) geen. penalty kunnen geven. Enfin de strafschop wordt uitstekend genomen, (de bal belandde in den uitersten rech terhoek), en het is 11. Nu volgen nog diverse D.F.C.-aanvallen, maar onze achterhoede is waterdicht, en onder grooten D.F.C.-druk komt het einde. De referee leidde, (behoudens dit laatste incident) perfect. Over onze spelers nog het volgende. Jan de Boer, Diepen beek, van Kol, Martens en ten Have waren de uitblinkers. Ande riessen kwam er na de rust weer aardig in, een zware nachtdienst was blijkbaar een groote handicap. De Boer als linkshalf onvol doende, al zijn een lange rust en vreemde plaats remmende fac toren. Als van Dijk op de vleugel blijft spelen, moet hij z'n lijntje houden, geregeld voorzetten en sporadisch schieten; nu gebruikte hij de verkeerde volgorde. Van Os had zijn dag heelemal niet, hij had echter zes weken niet gespeeld en als hij geregeld in het tweede gaat spelen, dan komt hij er m.i. zeker. Hij is snel, niet egoistisch en een echte club-speler. Van Reenen en Strijbosch kun nen beiden veel beter, kom jongelui denk aan de training-avonden en volmaak je spel. We staan nu nog wel op de bovenste plaats, maar als we daar willen blijven moet er heel anders aangepakt worden. Ik wil niet eindigen, alvorens Henk Anderiessen een pluim te geven voor z'n hulp als eeuwige reserve. J. SCH. AJAX II—E.D.O. II. Deze wedstrijd, die onder stroomenden regen gespeeld is, heeft ons wederom twee punten opgeleverd. Om twee uur wordt afgetrapt en het blijkt, dat ondanks het slechte weer een groot aantal Ajax-getrouwen aanwezig is om ons aan te moedigen. Met Ajax iets meer in den aanval, blijven voorloopig de weder- zijdsche verdedigingen de aanvallers den baas. Maar, na circa een kwartier geeft Ingebleek een mooien voorzet, een schermutseling volgt, eenige malen wordt het schot gekeerd, totdat Moorman er een eind aan maakt, door keurig in te schieten. Spoedig hierna volgt ons tweede doelpunt, als Mulder een schuiver afvuurt, die door een Edo-back van richting veranderd wordt en zoodoende den doelman geen kans geeft. De Edo-voorhoede zit ook niet stil, en als een onzer backs den bal tegen zijn hand krijgt, weten zij den toegestanen strafschop te benutten. Even lijkt het nu spannend te worden, maar een penalty, netjes ingeschoten door Ingebleek en een goeden vierden goal door Mulder, geven ons een veiligen voorsprong en kort hierna is het rust. Nu een kop thee, na aldie nattigheid, smaakt goed, maar met het oog op de spoedig invallende duisternis, wordt wederom spoedig begonnen. De tweede helft was niet zoo interessant als de eerste, de groote voorsprong en het lastig bespeelbaar terrein, waren oorzaak, dat de meesten kalmpjes aan speelden. Edo was dan ook aanvankelijk sterker, maar onze achterhoede bleef de baas. Wel kwamen onze voorhoede-spelers geleidelijk wat meer in actie, maar slaagden er niet in den Edo-doelman te doen visschen. Als de scheidsrechter, die goed voldeed, voor het laatst fluit, zijn wij tevreden met de overwinning, maar blij dat het afgeloopen is. Vlug de modderige natte spullen uitgedaan en een duik in de familie- kuip, met lekkere douche na, doen dan alle nattigheid spoedig vergeten. Vasthouden jongens. W. de B.

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1930 | | pagina 9