r 152 CLUBNIEUWS V. DEK A. F. C. AJAX FRITS SCHOEVAART WEER NAAR INDIË. J\ niet doenlijk. Het begon met den man uit Zutfen, die mij in her innering bracht, dat wij samen op een Kerstfeest van Be-Quick in Zutfen, 's morgens vroeg ons iets in den fontein hadden laten ont vallen. Ik was te beleefd om dat tegen te spreken en het geval was al verjaard. Inmiddels liet de man der bonden naast mij de verzuchting hooren, dat als het zoo voortging met schenken, hij desnoods van den Bond ging houden. Mijn vis a vis was een gezellig prater en met den zeer geestigen heer Berrier, een fijnproever per excellence, ontlokte hij ons meer dan eens een schaterlach. Mijn rechter-buurman, H.D.V.S., vroolijkte mijn geheugen wat op met diverse D.V.S. her inneringen, dat zij bij ons met 34 hun kampioenkansen in het niet zagen verdwijnen en van de weeromstuit het ons lapte in het oude Stadion 2—3. Het verschil in Ajax was ongeveer twintig jaar, maar wat zegt tijd. Toen vond hij het noodig met Hollander te klinken als hoogstaande bezoeker op den wedstrijd in het Stadion, wat gaarne geaccepteerd werd. Maar U ziet, hoe gevaarlijk dat ook kan wezen, want het A.V.R.O.-huisje stond niet boven, maar in de Marathon-tribune, niets veranderlijker dan een mensch. Zoo tusschen deze regels door miste ik eerst den Gooi-man, daarna den Zutfenaar. Deze bleek na een half uur weer in staat voedsel en dranken in te nemen, het laatste vooral. De Gooi-man bleek ge sneuveld. Toen vonden een paar Zuidelijke jongelui het noodig bij ons te informeeren, of Berrier zich netjes gedroeg. Wij gaven hun de geruststellende verklaring, waarna zij tevreden huns weegs gingen. Ik kan U de verzekering geven, dat hoe prettig men ook tafelt, het toch wenschelijk blijkt om af en toe te absenteeren. En nu geachte lezer, moet ik een protest, een dringend protest, laten hooren, dat elke feest-commissie, hoe gul zij ook laat schenken, daaraan niet ontkomt. Als zij op circa 500 mannelijke gasten maar drie, zegge 3, fontein-bakken voor de gasten beschikbaar stelt. U begrijpt, dat was een consideration, ook al werden de bakken broederlijk gedeeld. Er waren menschen, die daar niet weg te slaan bleken, o.a. een vertegenwoordiger van N.A.C. en deze liet bepaald zijn eten in den steek, maar zijn drinken werd gebracht, dat was in orde en hij kon wat missen, dat moet gezegd worden. Zijn bezigheid bestond in kampioens-candidaten te vormen. Eiken keer, dat naar zijn inziens een candidaat zich kwam melden, formeerde hij een nieuwe combinatie. Ofschoon reeds le luitenant, bleek hij niet ongevoelig voor pro motie en toen uw vertegenwoordiger hem als zoodanig als Generaal huldigde, bleek onze vereeniging vasten voet in de kam- pioens-competitie gekregen te hebben, wat naar ik hoop, als een gunstig teeken beschouwd mag worden. Tusschen twee haakjes. Bij de compie zoo'n luit en het is in orde. Aan tafel teruggekomen, bleken wij aan den gebraden zeerug te zijn gekomen, het was hier, dat de heer Berrier zijn Fransche afkomst eer aandeed. Tusschen deze bedrijven was er aan tafel ook nog gesproken en Monsieur Rimet van de F. I. F. A. had zijn rede beëindigd, Waarna de muziek de Marseillaise speelde en ik de opmerking maakte, dat dat een kolfje naar zijn mond was. Hij zong keurig mede, werd sentimenteel en gezellig keuvelende deelde hij mij mede, dat zijn voorouders in 1730, als vluchtelingen uit Frankrijk, zich hier ves tigden. Onder algeheele deelneming der tafel veronderstelde de Zutfenaar, dat hij toen vast en zeker zijn voorvader gezien moest hebben, maar leek ons allen erg onbetrouwbaar zonder nadere gegevens en toen gebeurde, wat mij als voetballer nog niet over kwam, ik verstuikte mijn tong op de Gique de Chreveuil, wat zoo veel als gummihak beteek end, en dat is geen pretje, maar tevens een geschikte aanloop om te eindigen, want onze redacteur scheurt met schrik zijn laatste blad uit zijn bloc. Enfin, toen ik dan in de vestiaire mijn goed in ontvangst wilde nemen, bleek een ander mij voor geweest te zijn. Blootshoofd en in mijn colbertje, ont fermde een doelverdediger van groote reputatie zich over mij en zorgde, dat ik een plaats in zijn wagen kreeg. In Trianon gekomen, had ik eerst moeite met een bondsbestuurder, die mij met alle geweld biggen wou, maar dat verbiedt het reglement van die in stelling en daarna bracht ik een jeugdig Hagenaar tot beter ge dachte, daar die met alle geweld wat van Amsterdam wou zien, voordat de wedstrijd begon. Tenslotte ben ik dan ook nog thuis gekomen en ik besluit deze letteren met een saluut aan mijn tafelgenooten van dezen avond, die wel tot de onvergetelijke zal gaan behooren. Er is heel veel gesproken en wie er geweest zijn kunt U ook in diverse kranten lezen. Wat ik had willen zeggen, indien er tijd voor geweest was, zie hier: Mijnheer de Voorz. Geachte Vergadering. Namens mijn vereeniging A.F.C. Ajax bied ik U onze beste wenschen voor het jubileum van heden en ook voor de toekomst. Bij het vele goede, dat de N.V.B. verrichtte, zullen wij altijd onthouden het gelukkig oogenblik van uw jaarvergadering, gehou den in Utrecht 1917, waarop ons de promotie bij keuze gewerd. Dat de N.V.B. van toen en de K.N.V.B. van heden daar een goede daad mee verrichtte, is gebleken uit het verloop van mijn vereenigingsverrichtingen; 2 maal landskampioen, diverse afdee- Iingskampioenschappen en het hooghouden van het Nederlandsche voetbal in diverse landen van Europa. Een overzicht van onzen populariteit in Nederland en omliggende landen kwam met ons 25-jarig bestaan op zeldzame grootsche wijze tot uiting. De keeren, dat spelers van onze vereeniging verkozen werden tot internationals waren vele. Moge het U gegeven zijn den bond nog vele jaren op deze, aangename succesvolle wijze te besturen. N.B. Met vele personen uit onze voetbalwereld heb ik mij dezen dag onderhouden. Al hun namen te noemen kan voor onze lezers geen interesse hebben, maar zonder onderscheid gaven ze mij hun groote sympathie voor onze vereeniging te kennen. Een uitzondering maak ik met den Go-Ahead-man Stenferd, een groot vriend van onzen, helaas te vroeg ontslapen, vriend Frans Rutte. Onder anderen vertelde hij mij, dat wanneer hij Amsterdam be zocht, Frans hem vaak gezelschap hield. Wij haalden nog eenige staaltjes van zijn sportiviteit en kracht op. Stenford is het type Frans Rutte, recht door zee et son amis sont nos amis. F. S. Donderdagochtend 28 November bevond zich een kleine schare familieleden en oude getrouwen aan het Weesperpoortstation om Frits Schoevaart uitgeleide te doen bij z'n verre reis naar Insulinde. Frits was hier eenige maanden met verlof en toonde dat de 8 jaren reeds in de ,,Oost" doorgebracht, geen afbreuk hadden gedaan aan z'n clubliefde. Moge het hem in z'n tweede Indische periode weer zoo gaan en bij z'n definitieve terugkomst nog dezelfde trouwe Ajacied zijn. Succes en tot weerziens Frits! REDACTIE.

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1930 | | pagina 12