IT CLUBNIEUWS DER A. F. C. AJAX 162 zeer is gewaardeerd geworden. Alleen dit nog. U hadt den Sint niet moeten laten dansen. Vergeet toch voor al niet, dat hij oud is en de vele toespraken, die hij reeds gehouden had, het vele handen drukken enz. hadden hem reeds terdege vermoeid. U hebt toch wel gezien, dat toen de Sint een glas bier dronk, hetwelk een afdoend middel tegen keelpijn is en beter helpt dan Wybert tabletten, hij zijn baard moest oplichten, omdat dat instrument zoo moede was, dat het zelf niet de kracht had een rijzende beweging te maken? Wilt U ook misschien door middel van uw blad ver schillende Signoritas mijn verontschuldiging aanbieden, daar ik per ongeluk enkele van die lieve snuitjes tegen mijn Erdal bakkes heb aangedrukt? Niet allen natuur lijk, want er waren er een paar bij, die het niet eens erg, maar leuk vonden! En natuurlijk heb ik geen be zwaar kunnen maken. Mijnheer de Redacteur, ik Ondergeteekende ontving dit afgebroken epistel den 18den dezer per expresse. De Kapteyn der boot vond 's morgens den Sint, gillend van zeeziekte in zijn kooi en Piet met een groote buil op zijn hoofd onder tafel. Hoogstwaarschijnlijk heeft de Sint, met het bewuste zwaaiende linkerbeen, zijn knecht zoodanig geraakt, dat deze bakzeil heeft gehaald en onder tafel is terecht gekomen. De Kaptein verzocht mij, het stukje zoo maar te willen insturen, hetwelk ik dan ook maar gedaan heb. Ten slotte de hoop uitsprekende, dat beiden het volgend jaar, in blakende gezondheid, wederom een wijle in ons midden mogen vertoeven. JACK. Barcelona 20-12-'29. Aan mijn Amico, Uit Rood-Wit Ajaccio. Even wil ik U bedanken, Voor de hulde ons gebracht, Nimmer zullen wij vergeten, Die grandioos' December nacht. Nog hooren wij de welkom hymne, Bij onze „joyeuse entrée". Vaak nog dwalen onze gedachten, Naar dat Super-Ajaccio Soiree. Black-boy Pietro spreekt nog dikwijls, Nu hij weer in Spanje woont, Over de ontvangst, die wij genoten, En de eerbied ons betoond. Hij verhaalt aan al z'n vrinden, En dat zijn er heusch, heel wat. Van onren trip naar la Olandesa, Van de leut, die hij daar had. Hij vertelt hen, hoe hij strooide, Hoe hij gaf met milde hand. Van de mooie Hollandsche vrouwtjes, Zoo coquet en zoo charmant. Onze beroemde Spaansche schoonen, ii IV Zijn voor Pietro nu slechts wind. Hij beweert met z'n chocolade facie, Dat men alleen in Mokum, de ware Carmens vindt. Hoe zij dansen, hoe zi) lachen, Hoe zijNeen, dat komt er niet op aan. U begrijpt zooiets kan ik hier niet schrijven, That will not do ('t zal niet gaan). Viel me op, dat m'n trouwe Pieter, Den laatsten tijd, wat treurig was. Dat kon ik niet lang verdragen, Neen, dat werd mij gauw te kras. Ik sprak „Caramba, Pietro", „Old chap, wat is er aan de hand. Heb je soms een beetje heimwee, Naar dat kille, natte land. Piet sprong op en zei dramatisch, „Ja, Ja, (Op z'n Spaansch: Si, Si)" Met een variant op Napels, „Vedi Amstelodamum e poi mori." 's Avonds als mijn brave Pietro, In z'n dadelkistje ligt, Komt er vaak een grijns a la Battling Siki. Op z'n kachelglans gezicht. 'k Hoor dan duidelijk de woorden, Van dien Overzeeschen Yell. 'k Zal hem hier even neder pennen, Misschien herinnert U hem nog wel. Eerst komt die Amerikaansche juichkreet, 't bekende „Ray, Ray, Ray". Dan volgt kort m^ar krachtig „Kampioenschap N.V.B." Na een kleine pauze klinkt het „Ajax spreekt een woordje mee" En tot slot sonoor fen helder, Wederom „Ray, Ray, Ray". Waarde stoere voetbal-trappers, Ajacieden groot èn klein, Voor ik eindig, één klein wenschje, Toe, doe een ouden man een gijn. Zorg, dat aan 't einde der competitie, De Radio ons met 't bericht verblijdt, Dat Gij, Rood-Witte Mokuminanen, Kampioen van Holland zijt. Dit is de vrome wensch van Pietro En van den philanthropischen Spanjool. Maar blijft altijd sportief en eerlijk Houdt „Fair-Play" steeds tot parool Bienvenuto, OLD MAN VAN DE REDACTIE. vl/ M. Verslag te ingewikkeld en te lang. „Kleine Man" komt in volgend nr. Heel aardig! Bedankt! Jack: Bedankt voor bijdrage. Verslag Zandvoort wegens plaatsgebrek blijven liggen. Aan alle medewerkers: Copie voor volgend nr. uiter lijk Dinsdag 14 Jan. aan het Redactie-adres: 3e Hel- mersstraat 76 hs. J\

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1930 | | pagina 6