Ir
CLUBN1EUWS DER A. F. C. AJAX
IV
131
het innig, dat sterrenwat zeg ik, Kometenals Couton,
Delsen, Ziegeler, Lucas, de Kruyff, Hoogland etc, etc. niet ge
regeld van de partij zijn. Want met zoon „MELKWEG" zou ik
een wereld-tournée durven beginnen, met garantie, dat we in geen
jaren terugkomen.
Gut, Gut, nou, nou, wel, wel, kom, kom, zou Louis Davids
zingen. Ter opwekking en meerdere glorie van de „OUD
STRIJDERS" plaats ik een van m'n oude Veteranen-balladen,
misschien
Want H.B.S. en Sparta moeten nog komen en die hebben oude
keien, de Hunne-bedden zijn daarbij vergelekendood-gewone
knikkers.
In training dus MANNEN
VETERANEN-BALLADE.
Veteranen, bleeke broeders,
Gordt je wapenrusting aan,
Scharrel al je voetbal-spullen
Tusschen het oud-roest vandaan,
Scalpen wil ik aan m'n gordel,
Vredes-pijpen ben ik zat,
Veteranen, mannen-broeders,
We gaan op het oorlogs-pad.
Je kousen zijn doorzeefd met gaten,
Kijk je broek is ook kapot,
Neem dus creoline-ballen,
Dat isrrreuze voor de mot.
Krab de schimmel van je Manfields,
Mep de kromme spijkers plat,
Veteranen nu in training,
We gaan op het oorlogs-pad.
Knieën buigen, touwtje springen,
Laat eens zien, wat of je kan,
Voorzichtig met je breuk hoor ouwe,
,,Kassi-Japi", zachtjes an,
Eerst een straffe ouwe-klare,
Dan een slappe-cats of wat,
Nou de kruik dicht ouwe-snoeper,
We gaan op het oorlogspad.
Eindelijkde Zondagmorgen,
Je gevoelt je fit en wel,
Ventlief wees vooral voorzichtig,
Hierheb je een dik flanel,
Je neemt afscheid van je kinders,
Van je vrouwtje en de kat,
Veteranennou niet grienen,
We zijn op het oorlogs-pad.
Kuchend, zweetend, proestend, hijgend,
Modderkluiten in je baard,
Hol-ie, trap-je, lig-je, kreun-je,
Net een aftandsch Hobbelpaard,
Na de Big-match gaan we huiswaarts,
Strompelen weer naar de stad,
Komenmet de overwinning,
En pracht-dorst van het oorlogs-pad.
TRIC-TRAC.
Zie de mededeelingen uit de Bestuursvergadering.
Hierbij nog 'n kort woordje van de redactie. Men kan alles van
verschillende kanten bezien. Nu trof het toeval, dat we 'n zoontje
van een der veteranen tegen 't lijf liepen en deze gaf de volgende
lezing van „Het geval" in vraag- en dichtvorm:
Waarom is zoo'n bal zoo rond, Pa?
Waarom is hij niet vierkant?
Waarom speelt men niet in zalen;
Waarom op zoo'n smerig land?
Waarom is een goalpaal wit, Pa?
Waarom niet groen of rood?
Waarom was die krijtlijn, uitlijn?
Waarom niet die breede sloot?
Waarom noemde U die man, Pa,
Met dat blauwe jasje aan:
Stommeling en ezelsveulen?
Had die man U iets misdaan?
Waarom trok U, als U hard liep
Steeds zoo'n pijnlijk kwaad gezicht?
Was dat in het vuur van 't spel, Pa?
Of misschien een beetje jicht?
Waarom hadden al die menschen
Een kaal hoofd en dikken buik?
Waarom droeg U niet Uw gordel?
Waarom kocht U niet een pruik?
Waarom zat U thuis des avonds
Zoo amechtig in Uw stoel?
Waarom vond U het zoo heet, Pa?
't Was toen juist zoo „reuze" koel.
Waarom kwam U van kantoor, Pa,
Met een taxi voor de deur?
Waarom keek U schuw naar boven?
Leunde U op den chauffeur?
'k Hoop maar Pa, dat U niet kwaad bent,
Dat ik U die vragen stel.
Ook hoeft U niet bang te wezen,
Dat ik iets aan Ma vertel.
JAMES.
Het jonge mensch vroeg me z'n pseudoniem en niet z'n waren
naam onder z'n bijdrage te zetten, dit met het oog op eventueele
repressailles van Pa's zijde.
Opgemerkt zij nog, dat ondanks de niet te ontkennen dichtader,
het toch geen telg van Tric-Trac is.
UIT DE BESTUURSVERGADERING
Mededeelingen uit de Bestuursvergadering, gehouden
den 6 Nov. 1929 in Hotel Royal te Amsterdam.
ANWEZIG de heeren F. Schoevaart,
M. J. Koolhaas, J. Oudheusden, G. de
Jong, A. L. Desmit, C. H. W. de Bois,
J. Smit en J. Schoevaart. Na de opening
van de vergadering vindt een conferentie
plaats met 2 Bestuursleden der Arbeiders-
Sportbond. Voornoemde heeren lichten een reeds
schriftelijk ingediend verzoek toe om op de beide Pink
sterdagen over onze velden aan den Middenweg te
mogen beschikken.
Onze Voorzitter wijst op de moeilijkheid nu reeds