r v Correspondentie J\ 110 Antwoord aan K. K. Dat dachten we wel! Toen we van de zeldzame gelegenheid dat alle drie onze adspirantelftallen op één veld aanwezig waren, ge bruik hadden gemaakt om ze op de gevoelige plaat te zetten. Nauwelijks had de sluiter getikt en schoven we de schuif voor het nog onzichtbare beeld, of K. K. kwam op ons toe, wierp een handgebaar in de richting van onze jongens, die direct na de op name uit elkaar en achter den bal aan stoven, en zei: „Zou daar nu niet een eerste elftal inzitten?" K. K.'s onderbewustzijn deed z'n hand een reflex beweging in de richting van z'n vulpen maken, zoodat het bij ons al vast stond: Daar zal over geschreven worden. En waarom ook niet? 't Is een dankbaar onderwerp en nu be langrijker dan ooit. Heelemaal eens ben ik het intusschen met K. K.'s „Beschouwin gen" niet. Dat er niet voldoende zorg aan het jeugdvoetbal besteed werd, ontken ik, trouwens dat wijzen de verkregen resultaten ook wel uit. Behalve aan de nuchtere cijfers van de wedstrijd-uitslagen is het ook wel te merken aan ons clubblad, dat reeds in tal van kolommen propaganda voor het jeugdvoetbal heeft gemaakt. De Ajax-dichter Trie Trac heeft zelfs wel eens z'n lier gegrepen om in rythmische verzen de jongeren lof toe te zwaaien. Neen, zorg wordt er o.i. wel voldoende aan besteed, doch belang stelling daar ontbreekt het aan en daardoor komt de „zorg" die overigens welkom is! te veel op de schouders van enkelen. Wat zou het prettig wezen als onze oudere voetballers in ruste eens hun tijd voor raadgeving en aanmoediging aan onze jeugd- elftallen beschikbaar gingen stellen! Nu nog het spelsysteem. Dat is inderdaad „kort, misschien of zelfs waarschijnlijk „te kort". Het „Frappez Toujours", moet hier toegepast worden. Reynolds lessen moeten en kunnen hier verbete ring brengen. We mogen echter één ding niet vergeten. Ons spelsysteem is gebaseerd op onze gemiddelde terreinomstandigheden, zooals in de natuur ook altijd verband bestaat tusschen dieren en plantenleven. In doornsee zijn in Amsterdam de velden zacht, modderig en glad, dat bewerkt dat alleen technisch goed geschoolde voetballers, meesters in het „stop den bal" werkelijk voetballen kunnen. Zet men nu die „klei"-voetballers op een hard droog veld, dan boeten zij hun voornaamste voorsprong in en hebben zij dikwijls een heele dobber om zich tegen veel mindere tegenstanders te hand haven. Doch zet „zand"-voetballers eens bij ons in de Meersche modder! Dan gaan de onzen er langs of ze „lucht" zijn. Hoeveel goede tegenstanders kregen niet als het mid-winter werd op ons veld een nederlaag te slikken die de overige concurrenten de stuipen op het voetballijf joeg!? Alles heeft z'n voor en tegen, ook ons spelsysteem. Het moeilijke is om technisch doorknede voetballers te vrijwaren van pingelen. Als ze eenmaal „balcontrole" geleerd hebben, schijnen ze nog moeilijker van het bruine geval afstand te kunnen doen dan een zeebonk van z' pruim. Juist daarom doen we nogmaals een beroep op onze oude voet- balrotten om onze jongeren met raad en aanmoediging ter zijde te staan. Het verband tusschen spelsysteem en terrein is intusschen wel eens meer in ons blad naar voren gebracht. We sloegen eens even het clubnieuws van 30 Maart 1928 op, In het verslag van den wedstrijd N.O.A.D.Ajax vonden we het volgende: „Het schijnt ons toe dat de ontwikkelingsgang in het Westen A meer en meer de richting van kracht en snelheid uitgaat. Ook de terreinomstandigheden zijn hieraan niet vreemd. Op onze velden kan men van 'n schuin neerkomenden bal verwachten, dat hij tegenovergesteld onder dezelfde hoek weer opspringt. Op een terrein als dat van N.O.A.D. is dat niet te bepalen, groote en kleine oneffenheden zorgen voor de meest verrassende resultaten. Daarom prefereerden de Tilburgers dan ook waarschijnlijk het spelen van den bal vóór dat deze den grond raakte, wat het tempo bevordert, doch aan de techniek afbruek doet." Wij zijn ondanks alles van meening dat „shortpassing", mits met tempo en variatie gespeeld denk aan het Ajaxspel in den glorietijd! op onze Amsterdamsche velden hèt spel is. Tot slot spreken we onze verheugenis er over uit dat K. K. met z'n twee op eenvolgende „Beschouwingen" tot onze vaste mede werkers is toegetreden en hopen dat deze korte pennenstrijd er het zijne toe bij zal dragen de belangstelling voor het jeugdvoetbal en daar is het ons beiden om te doen op te wekken. REDACTIE. E HOE een vrouw over ons e vlr I W DENKT. j 'F Hup Ajax! Het was weer een mooie voetbaldag. Zeg Ajax, tracteer je op meer van dat slag. Je speelde een uiterst fairen strijd, Bij Ajax is er geen plaats voor nijd. Daarom is rood-wit ons zoo sympathiek, En trekt elke wedstrijd zooveel publiek. Daarbij als vandaag een pittig spel, We zien het, ook dat kan Ajax wel. Want 't was nu juist niet een gemakkelijke strijd, De tegenpartij liet voor leuteren geen tijd. Zoo af en toe was er gevaar voor het doel, Maar de Boer en van Kol, zij redden de boel. En Sc'hetters, die leuke goochelaar, Speelde 't met z'n trucs weer telkens klaar. Andriessen maakt meer gebruik van zijn kracht, Want heeft hij den bal, dan schopt hij niet zacht. 't Is niet noodig ieder te qualificeeren, In elk speler valt wel iets goeds te eeren. Nu Ajax, ik dank je nog voor het genoegen, Want ik zat te kijken, toen jij liep te zwoegen. A. ZURCHER—GROENVELD. Amsterdam, 13 Oct. 1929. Diverse medewerkersWegens overvloed van copy moesten diverse bijdragen blijven liggen. JACK. Welkom. Copy voor volgend Nr, moet uiterlijk Dinsdag 29 October in het bezit der redactie zijn, adres: 3e Hel- mersstraat 76 hs. CLUBNIEUWS DER A. F. C. AJAX

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1929 | | pagina 10