J (7" CLUBNIEUWS DER A. F. C. AJAX 157 j DE P.S. VOOR DE S.O.S. j In nood leert men zijn vrienden kennen. Laat dit stukje, deze nederige bijdrage een ode aan de ware clubmenschen zijn. Juist in dezen tijd van club-ontrouw, van egoisme in den overtreffenden trap, zijn eerlijke clubmenschen met een lan taarntje te zoeken. Toen Jan Grootmeyer mij op de laatste alge- meene vergadering een houw, een hieuw toe diende, omdat ik wel kritiek op ons clubblad uitoefende, zonder zelf iets bij te dragen, waar door ik kon bewijzen een goed clublid te zijn, ai mijn, kon ik niet denken, dat hij reeds zoo spoedig zijn zin zou krijgen. Ik zou dus nu een goed clublid zijn, waarop ik in alle bescheidenheid gezegd geen aanspraak meen te kunnen maken, maar nu ben ik waar ik zijn wil, bij de goede clubleden. Als ik ons blaadje, wat aardig aan de dunne is, nauwkeurig bestudeer, treft telkens en vooral nu de 28-jarige het een beetje benauwd heeft dubbel, waar de kern, waar de ware clubliefde voor Ajax huist. Onze voorzitter Frans gaf door enkele mie ters goedbedoelde stukjes daarvan blijk. Maar let op lezers, nu komt het er uit. Het heeft moeite gekost, maar het komt toch. In dit Ajax-huis is nog een broer, laten we zeggen het kleine broertje van Frans, Jan geheeten. In zijn trouwboekje staat officieel „Jan Schoevaart", die juist op kritieke momlenten, oogenblikken dat het hoog noodig is, uit zijn schulp komt en met gedichten en aanmoedigingen zijn ware clubliefde verraadt, en een grooten steen, een kei, bijdraagt om Ajax op die momenten den moreelen steun te geven, die dan zoo hoog noodig is. Zulke leden dient een vereeniging in eere te houden. Jan, kerel, kom eens even hier. Kom eens even voor mij staan. Ik ben in Ajax maar een broekje, heb geen verdienste, maar wil mij toch op dit mioment het recht aanmatigen je namens onze leden een stevigen poot te geven en je te bedanken voor datgene, wat je telkens in het belang van Ajax doet. Zelfs iemand als ik, lauw voor alles, heb je door je enthousiaste gedichten een genot bezorgd. Uit een chaos, uit 'n woestijn van hoera-roepers bij succes en weg- loopers bij tegenslag, ben jij een oase. Mag ik hooggeachte, 3-ledige redactie nog een enkel woord voor ik sterf, want let wel, het zal niet zoo gemakkelijk zijn mij nog eens in dit blad te laten schrijven, de rapporteur van cnze bestuursvergaderings-gebeurtenissen dank zeggen voor den goeden weg, dien hij bewan delt en verzoeken daarmede niet te slabakken. Integendeel! W. F. v. d. L. Heb ik ongelijk gehad door in de Alg. Verg. te beweren, dat v. d. L. ons zijn smeuige proza niet langer mag onthouden?! De Redactie houdt zich aanbevolen J. J. G. De „Telegraaf" oefent den laatsten tijd veel critiek uit op de werkwijze der Technische Commissie. Wel is de critiek, gezien ons hui dige materiaal wat scherp, maar toch is de weg aangegeven door de „Telegraaf" zeker eenige proeven waard. Ieder spelkenner, die kijk op het hedendaagsche spelpeil heeft is overtuigd, af gaande op het spelersmateriaal, dat in keur- wedstrijden of internationale matches naar voren wordt gebracht, er slechts vier spelers van werkelijk internationaal gehalte zijn en wel Vermeulen, Denis, v. Kol en van Heel. Een klas lager staat een groep goede spelers waaruit de T. C. haar keuze moet doen. Voor de zeven andere plaatsen in ons nationaal team komen zeker wel een 20 a 30 spelers in aanmer king. Dat hiervoor spelers uit zes of zeven ver- eenigingen voor noodig zijn, dat is moeilijk te begrijpen. Theoretisch valt een dergelijke keuze alleen goed te keuren als de gekozenen van extra klasse zijn en practisch valt het tegen woordig haast altijd tegen. In ons land met zijn 50 le klassers is daar geen club met een goed binnentrio?, een goeden vleugel?, of goeden vleugel met half-back? Dien kant zal het toch uit moeten, willen we een beter geheel voor onze nationale ploeg krijgen. Het Nederlandsche Voetbal. j

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1928 | | pagina 7