17* CLUBN1EUWS DER A. F. C. AJAX =^1 CRICKET. i J 87 Zeer juist werd door onzen clubredacteur, den heer J. Grootmeijer, in de „Revue der Sporten" een staatje gepubliceerd van de deelnemers aan de Olympische Spelen. Hij verdeelt hierbij de landen als volgt: A. De superklasse: Argentinië en Uruguay. B. De goede klasse: Nederland, België, Italië, Frank rijk, Spanje Duitschland en Zwitserland. C. De matige klassen: Egypte, Portugal en Luxem burg. D. De zwakkere klasse: N.-Amerika, Chili, Mexico, Turkije en Joego-Slavië. Met deze indeeling kan men het eens zijn of niet, men kan misschien Egypte in B. verlangen en Chili misschien in klasse C., op de instelling van klasse A., de klasse der superieuren zal zonder twijfel niemand eenige critiek kunnen uitoefenen. Wat is er dan toch met deze donkere Zuid-Amerika nen? Zijn zij zooveel steviger en forscher dan de ande ren? Niets is minder waar. Noord-Amerika b.v., een ploeg uit de klasse der zwakkeren, bezit een elftal dat minstens zoo stevig is als dat van hun zuidelijke broe ders. Zijn ze dan misschien zooveel sneller dan hun tegenstanders? Ook dit is verre van waar. Ze bezitten een behoorlijke snelheid, maar dat ze sneller zullen zijn dan b.v. Egypte staat nog te bezien. Waar dan wel hun kracht in schuilt, zal iedere voet baller reeds zeer spoedig ontdekt hebben. De beide finalisten van het Olympisch tournooi bezitten een weer- galooze balcontröle en een bestudeerd positiespel, dat in ons land niet gevonden wordt, eenvoudig omdat het ons niet geleerd wordt. Drie jaar geleden is van ons weggegaan Jack Reynolds de voetbalpaedagoog en trainer bij uitnemend heid. Deze leerde ons het voetbalspel zooals het ge speeld behoort te worden. Hij heeft het Ajax zoo goed geleerd, dat op een gegeven oogenblik geen waardige tegenpartij in ons land meer gevonden kon worden: Ajax werd onverslaanbaar in den lande. Maar op elke krachttoer (en dat was het werk van Jack alleszins) volgt een reactie en Ajax boette iets van het overmachtige in, zij het dan ook doordat verscheidene spelers uit het glorie-elftal door verwonding of ouder dom vervangen moesten worden. Het zij zoo, maar één ding bleef: het voetbal dat gespeeld werd, bleef klasse voetbal en hersenwerk. Maar Jack, die Ajacied in hart en nieren was, moest Rood-Wit verlaten en één van de redenen was, het voetbal dat Reynolds ons leerde was verouderd. We moesten nieuwe trainers hebben, die ons de nieuwere Engelsche methoden konden bijbrengen. De Olympische finale, die ons zoo frisch nog in het geheugen ligt, heeft ons bewezen dat de zienswijze van het college dat Jack weggestuurd heeft, foutief was. Het spel dat daar gedemonstreerd werd, was zijn spel, waar door hij Ajax aan den spits gebracht heeft. Nog steeds is het de techniek die zegeviert, nog steeds is het het zuivere positiespel dat een elftal aan de overwinning helpt. Zonder iets aan de capaciteit van Rose en Castle tekort te willen doen, meen ik te mogen opmerken dat hun trainingsmethode niet de juiste is. Zij komen kers- versch van de Engelsche profs en waren de meening toegedaan hier soortgelijke spelers aan te treffen. Hun training was dan ook hoofdzakelijk gebaseerd op het fit houden van spelers en niet op het opbouwen van hun spel. En dat is juist datgene, dat we het meeste noodig hebben. Balcontröle, positiespel en techniek zijn nog altijd de grondslagen voor een goed geheel. Nu zullen velen misschien de opmerking maken: die kerel zit te zwammen in de ruimte, want we zijn toch twee jaar achtereen kampioen geworden. Neen, nogmaals neen. Dat heb ik niet over het hoofd gezien, maar het Kampioenschap dat we hebben kunnen behalen, was geen Kampioenschap van het Ajax-Elftal, maar een succes voor uitblinkende spelers in het elftal en wanneer eenigen dezer spelers zooals gemompeld wordt, ons in het volgende seizoen niet meer zullen helpen, voorzie ik een inzinking waarvan de gevolgen waar schijnlijk grooter zullen zijn, dan we nu kunnen vermoe den. Ik hoop dan ook dat onze training in het vervolg er niet alleen op ingesteld zal zijn, den spelers fit te hou den, maar om dezen te leeren het voetbal, zooals dit gespeeld behoord te worden. Als dit gedaan wordt, behoeft Ajax (indien de geruchten van vertrekkende spelers waarheid zijn) nog niet aan den grond te zitten, neen sterker nog, dan is de mogelijkheid lang niet denkbeeldig dat we aan het einde van seizoen 1928 1929 ons derde Kampioenschap in successie veroveren. E. H. AJAX I—V.R.A. II, 10 JUNI. gewonnen door Ajax met 30 runs. Door de Olympische Spelen is er eenige vertraging gekomen in de uitgave van ons cluborgaan, waardoor wij thans nog verslagen van wedstrijden in begin Juni te verwerken krijgen. Wij hopen echter dat de interesse van onze leden daardoor niet te lijden heeft. Bovengenoemde wedstrijd kenmerkte zich door de lage totalen, waardoor bij beide partijen slechts één batsman in de dubbele cijfers kwam. V.R.A. batte het eerst en bracht het niet verder dan 44 runs, waaronder 12 extra's. Van den Bosch met 5 wickets voor 17 runs Exmann met 2 wickets voor 14 runs en Wim Dubois met 1 wicket voor 1 run waren hiervoor aansprakelijk. Het zou er voor ons nog treuriger uitgezien hebben, indien niet Van den Bosch door een keurige score van 40 runs, waaronder één zes en eenige vieren er voor

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1928 | | pagina 3