I
\r
j
CLUBNIEUWS DER A. F. C. AJAX
79
De „Revue der Sporten" bracht vorige week het vol
gende artikel van één onzer Redacteuren:
vR-
DE ONDERLINGE VERHOUDING
DER ELFTALLEN.
Voor „De Revue der Sporten" geschreven door
Jan Grootmeijer.
Aan het einde van dit Olympisch voetbaltournooi is het
niet onaardig om de elftallen, die er aan deelgenomen
hebben, eens naar hun kracht te rangschikken. Bekijk ik
de zaak goed, dan zal men de landen in vier klassen
kunnen onderbrengen en wel in een sterke, een goede
een matige en een zwakke klasse. Men zal het met mij
eens zijn, dat ik Argentinië en Uruguay onderbreng in
een aparte klasse, de super-klasse, want het spel van deze
twee steekt ver uit boven de overige deelnemers, van wie
geen enkele tot hetzelfde niveau behoort.
Na deze supercategorie komt de goede klasse, waarin
m.i. behooren Nederland, België, Italië, Frankrijk, Spanje,
Duitschland en Zwitserland, dan de afdeeling der mati
gen: Egypte, Portugal en Luxemburg en tenslotte de
zwakkere broeders, tot wie ik reken Noord Amerika, Chili,
Mexico, Turkije en Joego Slavië, in totaal dus zeventien
elftallen.
Dat alle „Revue'-lezers grifweg met deze classificatie
accoord gaan geloof ik niet en zoo zal menigeen b.v. een
land als Egypte, dat het tot de demifinale gebracht heeft,
een betere plaats aanwijzen; anderzijds zal men misschien
Joego-Slavië, dat tegen Portugal in het oude Stadion lang
niet onverdienstelijk speelde, hooger aanslaan. Daarom
acht ik het juist bovenstaande indeeling met enkele feiten
te bewijzen.
Hetgeen Nederland, België, Italië, Frankrijk, Spanje,
Zwitserland en ook Duitschland hebben gepresteerd geeft
hun recht op het predicaat „goed". Nederland en België
hebben zich op een dergelijke wijze tegen de Zuid-
Amerikaansche elftallen geweerd, dat ik deze beide lan
den zonder voorbehoud onder de besten moet indeelen.
Wat Italië tegen Frankrijk, dat een zeer sterk elftal
in het veld bracht, te zien gaf het elftal liep na een
achterstand van 20 op formidabele wijze tot een voor
sprong met 43 in behoorde tot het mooiste van dit
tournooi en de uitstekende strijd tegen Uruguay op
Donderdagaovnd ligt nog Trisch In het geheugen.
Frankrijk verloor van Italië, maar met eere! De uitslag
had met eenig geluk ook andersom kunnen zijn en gezien
de kracht van de ploeg, de vlotte speelwijze van het
Fransche elftal, gaat het zonder voorbehoud naar deze
klasse.
Spanje had een elftal met een bijzonder amateuristische
stijl, een stijl die mij herhaaldelijk het Engelsche amateur-
spel ik meen het Engelsche spel uit de „goede" dagen
voor den geest riep; na een eminente 71 op Mexico
handhaafde het zich twee uur tegen Italië en ging ten
slotte in een zeer ongelukkïgen vorm in de barrage
wedstrijd tegen Italië ten onder. Maar het verdient even
eens met eere genoemd. Moest men een „diplome d'hon-
neur" voor het meest faire spel aanbieden dan zou ik dit
frissche elftal van de Spanjolen voor het front der eere
tribune roepen.
Zwitserland, dat zich onder den voet liet loopen door
een forsch spelende Duitsche ploeg, beza't een elftal dat
met een iets gelukkiger loting het veel verder had kunnen
brengen. Ik durf het eveneens bij de goede teams rang
schikken.
Tenslotte Duitschland, dat zich tegen Uruguay van
minder goede zijde liet zien, doch tusschen de bedrijven
door en vooral in den strijd tegen Ziwtserland het bewijs
leverde, dat een plaats in deze klasse volkomen gerecht
vaardigd is.
Natuurlijk moet men bij het onderbrengen in deze vier
klassen niet alleen naar cijfers kijken en eerst allerlaatst
naar het feit, welke plaats de clubs in den eindstand
innemen. In dat geval toch zou ik Egypte bij de betere
elftallen moeten zetten, maar met alle lof voor het vol
houden van deze ploeg sla ik hun prestaties toch niet al
te hoog aan. Een bijzonder fortuinlijke loting men
speelde eerst tegen het zwakk? Turkije en daarna tegen
het niet al te sterke Portugal deed Egypte de halve
finale bereiken en het geluk is wel erg met deze fair-
spelende voetballers geweest.
Portugal kreeg in .successie een paar zwakke elftallen
als tegenstanders. Ook de spelkwaliteit reken ik niet tot
de betere klasse. Het valt me tenslotte nog tegen dat
Portugal zich tegen Egypte liet uitslaan. De beste over
winning van Portugal was tegen de Joego-Slaviërs, toen
men na goed volhouden met 2—1 en heel op het nip
pertje won.
Luxemburg, dat den eersten dag van het tournooi
België handen en voeten vol werk gaf, kan ik uit een
oogpunt van spelkwaliteit slechts bij de matige elftallen
indeelen, hoewel tal van kijkers dit elftal misschien een
beter cijfer zullen geven.
De elftallen die geen voldoende cijfer hebben gehaald
zijn: Noord Amerika, Chili, Mexico, Joego-Slavië en
Turkije. In zooverre is het heel gelukkig dat deze landen
niet onderling tegen elkaar geloot hebben.
In een dergelijk geval hadden we kunnen beleven, dat
bijvoorbeeld Turkije als nummer vier van het geheele
tournooi was geëindigd en dat zou toch wel een beetje
te dol geweest zijn. Vooral Mexico voetbalde heel primi
tief. Joego Slavië speelde wel een stuk beter technisch
beter en sneller meen ik maar hun verdiende nederlaag
tegen Portugal verwijst dit land naar lagere sfeer.
Turkije, dat ondanks Ertgelsche trainers en ondanks
wedstrijden met andere sterke landen niet beter, maar
eerder zwakker schijnt te worden (ik vind de heeren na
de Vilde Olympiade te Antwerpen stukken achteruitge
gaan), stelde teleur. De Noord Amerikanen tenslotte
hebben het nog niet ver in de voetbalkunst gebracht en
fungeeren als hekkesluiters. Andere sporten (het basebal
in de eerste plaats) dringen voetbal in de States wel erg
naar achteren en verder heeft men met de samenstelling
van het vertegenwoordigend elftal veel moeite.