(rz CLUBNIEUWS DER A. F. C. AJAX voort kunnen gaan. Bij de tegenpartij blonk Roodenburg uit, die een prachtig doelpunt maakte, waarhelaas een kwatta-luchtje aan hing. Maar een pluim verdien je Daan. Dat we de Z.A.C.-veteranen-opvraten, om in ons voetbal-jargon te blijven, wat doet het er toe, maar schoon was het. Ik zou nu gevoegelijk kunnen eindigen en er geen droppel inkt meer aan spendeeren, „heele inktzeeën zijn er aan onze gladiatoren verschreven", als ik onze-- Training-commissie geen ideaal middel aan de hand zou willen doen, om het spelpeil in Ajax op te voeren. Kijk eens geachte Commissie. We hebben in onze vereeniging gelukkig een tamelijk groot aantal jonge veelbelovende krachten; b.v. Eyk- mans, Doon, Klaver, van Rooy, Bartelsman, Bracht, Blomvliet, Bakker, Holtzappel, Schol ten, Mohrman, ik schrijf er zoo uit m'n hoofd maar eenigen op, er zijn er gelukkig nog meer. Zou het niet geweldig leerzaam zijn voor onze jonge garde, om deze toekomst-spelers met de oude te mixen. Het spreekt van zelf dat Castle dan de leiding in deze partijtjes heeft, en de „jonge garde" aanwijzingen geeft. Ik ben er van overtuigd dat dit een prettige ontspanning voor de oudere spelers, en een zeer leerzaam onderricht voor de jonge spelers zou zijn, ter wijl het spelpeil in onze vereeniging er wel bij zou varen. Bovendien zou de elftal-commissie een veel beter beeld krijgen wat onze jonge garde in een beter entourage zou presteeren. Het werkt bovendien het systematische trainen meer in de hand, daar dat goaltje-trappen mis schien een goede oefening voor een keeper is, maar de rest er bitter weinig aan heeft. Is dit idee geen proefneming waard??? Maak je dus, o train-commissie, Eens met dit idee vertrouwd, En zet ons een sterke groc voor, Ajax jong - en Ajax - oud, Vast, dat wordt een pittig-brouwsel, Dat een fijnaroma wekt, En zoo'n training wordt een kweek-plaats, Voor ons voetbal-intellect. Onze arme voetbal-wereld, Zit helaas maar al-te-vol, Van veel nutteloos-gepingel, En veel noodeloos-gehol, Meng de jongen met de ouden, Maak ze door hun voorbeeld wijs, Heusch de allerbeste training, Is aanschouw'lijk onderwijs. Je 'eert daarmee de Oude-Garde, Djie ons zooveel roem reeds bracht, En je kweekt je een reserve, 'k Weet niet hoeveel Paardenkracht, Komen er dan eens hiaten, Nou dat is dan geen bezwaar, Want dan staan er eigen-leden, Voor het Ajax-keurkorps klaar. TRIC-TRAC. LANGS DE LIJNEN. J 62 't Was 'n eigenaardig gevoel dat over ons kwam toen we vóór den wedstrijd Ajax—Z.A.C. 't veld op kwamen en de diverse grootheden van 'n jaar of tien geleden op ons veld in actie zagen. Jan Smit weer onder de lat, Fons en Frans vóór hem, Heintje weer langs 't lijntje. Hadden ze 't elftal indertijd in blik geconserveerd en nu als verrassing weer uit de bus gehaald? Voorzitter Frans, de gemoedelijke, bracht me weer tot de werkelijkheid terug met de opmerking dat zoo'n veteranen-elftal er wezen mag. Veteranen! Neen, dat zijn verschillende van de Heeren nog niet. Z.A.C.'s „Old men" hadden er weinig tegen in te brengen. Om ze maar vast te waarschuwen, deponeerde de Natris direct na den aftrap den bal op de „vijandelijke" bovenlat. Z.A.C.'s achterhoede seinde direct aan alle posten: „Weest op uw hoede" en verdedigde uit alle macht. Jan bracht den bal ten tweede maal voor het doel en Rutte zorgde voor de rest, 10. Henri, die evenals z'n kromgerugde naam gerust om den dooien dood niet dood was. bracht den bal met zoo'n stuk of 4 zevenmijlsstappen van den middenlijn voor doel. v. Dordt stond klaar: „Voila" 20. Daarna speelden ze zoo'n spelletje als 'n Engelsch Prof elftal tegen 'n Olympisch Nederlandsch. Na de thee kwam er ik meen dat 't weer 'n voila'tje

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1928 | | pagina 4