F JOOP MARTENS. DER A. F. C. AJAX J\ 44 CLUBNIEUWS Twelker scoorde na keurig solo-werk nog nr. 6, en de Zwolsche linksbinnen verkleinde met 'n kopbal den achterstand tot 2-6. Opvallend was het kranig correcte spel van Z.A.C. en dito het optreden van het Zwolsche publiek. Onze spelers werden menigmaal met 'n hartelijk applaus beloond, wat zij dan ook ten volle verdienden. Joop Martens, wiens foto, even voor den wedstrijd genomen, we hierbij afdrukken, heeft z'n team voor de zooveelste maal ter overwinning geleid. Een woord van hulde aan het heele team, dat niet na de teleurstelling van de Paaschdagen verslapte, maar toonde energiek vol te willen houden, is hier zeker op z'n plaats. Hoe onze debutanten het er af brachten. Jan v. d. Heuvel kreeg een slechte pers en wel voor namelijk om z'n geringe klemvastheid. Dat kan ik m'n beroepsconfraters intusschen wel vergeven, want afgaan de op dezen eenen wedstrijd, konden zij moeilijk anders schrijven. Anders is het intusschen met den schrijver dezer regelen gesteld. Wij zagen in de laatste weken „Jan de Tweede" verschillende malen in actie en weten dientengevolge dat het tekort aan klemvastheid uitslui tend aan „Plankenkoorts" te wijten was. Wat dat onder deel van de keeperskans klemvastheid, niet planken koorts!betreft, heeft v. d. Heuvel ons vertrouwen. De voornaamste factor waarin onze reserve-doelman te kortschoot, was het niet voldoende ingrijpen. Dit kwam wel het duidelijkst aan het licht bij Z.A.C.'s tweede doel punt. Inplaats van den voorzet door uitloopen te onder scheppen, wachtte hij af tot de bal den kopklaar-staanden Kan bereikt had...... en toen was het te laat. Jan's an dere zwakke punt te langzaam wegwerken kwam tegenover de gemoedelijk spelende Zwollenaren niet zoo naar voren. Nog 'n paar privé lessen bij de Boer en dan zal v. d. Heuvel spoedig le klasse-fahig zijn, want dat staat vast: v. d. Heuvel is, en gaat nog zeer snel vooruit en ook in dezen wedstrijd heeft hij vooral in het begin van den strijd op keurige wijze 'n paar moeilijke schoten uit z'n doel gehouden. Wout Iseger's spel lijdt nog steeds aan gebrek van be- heersching voor doel. Dat is intusschen 'n geluk voor Tap en anderen, want als ook deze factor evenredig was aan „Spersie's" balhandigheid en snelheid, dan telden we spoedig een International meer. Herhaaldelijk bracht hij, door den listig spelenden Hamel daartoe in staat ge steld, op overrompelend snelle wijze den bal voor het Zwolsche doel. Ingenbleek leverde weer het bewijs onze beste center voor te zijn. Hij moge wat „slow" zijn, z'n opstellen is uitstekend. Daarvan gaf hij o. a. blijk bij ons 4e doel punt, toen hij van het verkeerd opstellen van een der Z.A.C.-backs bij een vrijen schop onmiddellijk gebruik maakte Waayer het uitzicht te belemmeren en den boog- bal van Wim Anderiesen netjes met een achterwaartsche hoofdbeweging verder en in 't Zwolsche doel deponeerde. foto Desmit. De Ajax aanvoerder, welke voor ongeveer 15 jaren als adspirant in onze club kwam en thans de belangrijkste functie als speler vervult, n.l. die van aanvoerder van Ajax I.

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1928 | | pagina 6