(T
CLUBNIEUWS DER A. F. C. AJAX
dat doe jij wel even, hé?". En nu zit ik Maan
dag in m'n koffie-uurtje op mijn vulpen te
knabbelen en kan geen letter op papier
krijgen. Zevenmaal ben ik begonnen, en zeven
maal staat er „Kampioen", anders geen laars,
geen lor, niet dat. „Schiet nou toch op" zeg ik
tegen me zelf, de krant moet potdome gedrukt
worden, zoo'n heksenwerk is dat toch waar-
entig niet, zoo'n simpel dinertje te verslaan,
't lijkt wel of je tipsy geweest bent, arme zon-
Joop Pelser, de beroemde captain van ons
schitterende team uit onze glorié-jaren, bood
namens de Oude Garde, een prachtige lauwer
krans aan; hij feliciteerde de Jonge Garde met
het behaalde succes, en zou niets liever zien,
dan dat onze jongens in de komende kamipoen
kampioenkampioen
„Slaap je", stootte m'n collega me aan. Neen
idioot, laat me toch even m'n gedachten ver
zamelen, ja daar heb ik het Een
daar. Niet schelden, maar nu zet ik me toch
weer schrap. De Voorzitter heette alle aan
wezigen hartelijk welkom, huldigde het elftal
voor z'n keurige prestatie, en sprak de hoop
uit dat ook in de komende kampioen
kampioen kampioen
„Wat zit je toch stom voor je uit te kijken",
merkt een van m'n Collega's op, „je kijkt net of
je dood bent, maar het niet wilt weten, wil ik
een zure haring voor je halen?" „Stik" bits ik
terug, „laat me met rust", gelukkig daar heb ik
den draad weer kampioen-wedstrijden,
onze kleuren zegevierend uit den strijd zullen
komen, om nieuwe luister bij te zetten, aan
onze oude glorie
Vooruit nou, maak dan toch af, bedelt m'n
vulpen, en niet zoo koud, een beetje meer vuur,
een beetje meer gloed in je schrijverij, maar
maak in vredesnaam voort, je half uur koffie
drinken is al haast omDaar gaat ie
dan maar weer
oorverdoovend applaus beloonde den spreker.
„Zie niets anders dan een nietig scheidsrechter-
tje van den gggrrrooten N.V.B. in me", schalde
Grootmeyers-sonore-stem plotseling over den
met rood-witte tulpen versierden feestdisch,
maar U kunt me mijn blijdschap voorstellen
toen ik hedenmiddag, na een wedstrijd te heb
ben gefloten in de Zaanstreek, op een aanslui
ting wachtte in Krommenie, en daar hoorde dat
m'n club voor de zooveelste maal kampioen
van hare afdeeling was geworden. M'n vreugde
kende geen grenzen en ik meen de tolk te zijn
van alle eere-leden als ik ons team hartelijk
feliciteer, en ze allen geluk, allen sterkte, en
allen succes toewensch in de komende kam
pioen kampioen kampioen
Het duizelt me, ik vertik het en schei er mee
uit, moet je die keet hooren; „Ze zeggen dat
Ajax niet fuiven kan", een prutsliedje van
„Tric-Trac" klatert door de zaal
7
Hoe Ajax Hilversum
met 40 versloeg!
toto Revue der Sporten.