Piet: O ja natuurlijk, wacht eens Dan zal ik het vinden. „Kom over, jaarlijksche clubavond, ook voor dames, Geliefden en beminden". Sint Nicolaas: Wat is dat nou, zwarte Piet? Wat is dat nou voor een steek? We hebben in Ajax Tcch één clubavond per week? En je weet toch ook zeker, Dat de Ajax-dames, zonder te kijven, Niet houden van dansen? Maar liever thuis blijven! Piet: Nooit van gehoord Sint. Dan is Spanje wel eenig, Daar zegt de vrouw: „Blijf thuis, grijp de wieg, En houdt je lenig". Sint Nicolaas: Maar beste knecht, Dat je nou niet kunt begrijpen Waarom al de clubs H'm voor Ajax zoo knijpen. Stel je toch voor, Dat de spelers gingen dansen Inplaats van te trainen, Dan waren het toch „hansen". Maar neen jongen lief, Ze zijn wéér nilmmer één; En dié plaats is voor Ajax, Voor Ajax alleen. Want blijven ze spelen Zooals ze nu doen, Dan worden ze zeker Wéér Kampioen! Het is toch schitterend, Dit eerste begin, En Piet (zingt) „Van je heela, hoola, ,yHou er den moed maar in." enz. gevolgd door „Laat nu de klok maar luiden?' enz. Sint Nicolaas: Ja, „heela, hoola", alleen voor het eerste, Maar wat voor de lagere teams gedaan? Het vierde, het vijfde, tot en met het achtste, Moeten die dan alleen maar blijven staan? Piet: Neen goeie Sint, die kleinere luidjes, Kleiner natuurlijk in hun spel, Daar zal ik jou wat van vertellen; Want zooiets hangt niet aan een bel, Die lagere teams, baas, kunnen ook trainen, En 't warme water is ook voor hen, En spikes en punchball 't al te zamen; 'Maar de meesten vinden 't trainen „jen". Sint Nicolaas: Maar jongens toch, wat moet ik daar hooren; Dat is allemaal tsch niet waar? En kun je dan maar niet begrijpen, Dat het voor je Bestuur is vreeselgk naar? Maar zeker geloof ik toch ook weer, Dat mijn knecht wat overdrijft, Want niet alle mindere goden Zijn zoo als hij 't hier beschrijft. Piet: O neen Sint, neen, Gelukkig niet hoor! De adspiranten en junioortjes, Die staan fijn weer puntjes voer, 'k Meen haast dat de adspiranten Nummer één staan op hun lijst; En het juniorenpijltje Ook steeds maar naar boven wijst. Sint Nicolaas: Dacht ik het niet zwarte inktmop; Je hebt weer zwaar overdreven, Maar maak je zonden dan maar goed, Tenminste als er iets is overgebleven. Kamt jullie eens hier, Heeren adspiranten Dan krijg je van Sint Nicolaas Een fraai present voor je prestatie, Een vrijster van fijn speculaas.

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1927 | | pagina 16